20.1 Algemene wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn, met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen, met inachtneming van de volgende regels:
-
a. het wijzigen van de voorgeschreven maatvoering voor gebouwen en andere bouwwerken met maximaal 20% (met uitzondering van de inhoudsmaat van woningen), indien in verband met ingekomen bouwaanvragen deze wijzigingen nodig zijn;
-
b. het in geringe mate, doch met niet meer dan 5 meter afwijken van een bestemmingsgrens.
20.2 Wro-zone - wijzigingsgebied
Burgemeester en wethouders zijn, met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het bestemmingsplan ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied' geheel of gedeeltelijk te wijzigen in de bestemming 'Gemengd' met inachtneming van de volgende wijzigingsregels:
-
a. in de bestemming 'Gemengd' worden de volgende doeleinden toegestaan:
-
1. bedrijfsactiviteiten, zoals opgenomen in de bij deze planregels behorende en in een bijlagen opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten, waarbij geldt dat bedrijven behorende tot bedrijfscategorie 1 of 2 zijn toegestaan;
-
2. eengezinswoningen, gestapelde woningen en recreatiewoningen voor zover passend binnen het gemeentelijke woonbeleid en de "stedenbouwkundige visie Havengebied Elburg en omgeving" d.d. februari 2011;
-
3. ondergeschikte horeca,
-
4. kleinschalige detailhandel in food en non-food producten, met dien verstande dat dit enkel is toegestaan op de begane grond van gestapelde woningen;
-
5. één hotel;
-
6. leisure-activiteiten, die aansluiten op de recreatie- en watersportfunctie;
-
7. botenloodsen;
-
8. kantoren.
met de daarbij behorende:
-
1. bedrijfsgebouwen met de daarbij behorende kantoren;
-
2. bijbehorende bebouwing;
-
3. interne toegangs- en ontsluitingswegen, in- en uitritten voor bedrijven;
-
4. nutsvoorzieningen;
-
5. parkeervoorzieningen;
-
6. groenvoorzieningen;
-
7. waterpartijen.
en met dien verstande dat:
-
1. geluidzoneringsplichtige inrichtingen als bedoeld in de Wet geluidhinder niet zijn toegestaan;
-
2. er geen sprake mag zijn van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
-
3. er wordt voorzien in voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein, op basis van de CROW normering;
-
4. de ecologische, cultuurhistorische, visueel-landschappelijke, abiotische en archeologische waarden niet onevenredig mogen worden aangetast;
-
5. sprake is van een goede milieuhygiënische uitvoerbaarheid.
-
b. in de bestemming 'Gemengd' gelden voor bouwwerken de volgende bouwregels:
-
1. de afstand van gebouwen, met uitzondering van bijbehorende bebouwing, tot de perceelsgrens dient minimaal 5 meter te bedragen;
-
2. het bebouwingspercentage van een perceel bedraagt maximaal 80%;
-
3. de goothoogte van eengezinswoningen mag maximaal 6,5 meter bedragen;
-
4. de bouwhoogte van eengezinswoningen mag maximaal 9,5 meter bedragen;
-
5. de goothoogte van gestapelde woningen mag maximaal 10 meter bedragen;
-
6. de bouwhoogte van gestapelde woningen mag maximaal 14 meter bedragen;
-
7. de goothoogte van recreatiewoningen mag maximaal 10 meter bedragen;
-
8. de bouwhoogte van recreatiewoningen mag maximaal 14 meter bedragen;
-
9. ten aanzien van bijbehorende bouwwerken bij woningen is de regeling zoals opgenomen in artikel 11.2.2 van toepassing;
-
10. de bouwhoogte van bedrijfsgebouwen mag maximaal 8 meter bedragen;
-
11. de gezamenlijke oppervlakte bedrijfsactiviteiten mag maximaal 1.500 m2 bedragen;
-
12. de gezamenlijke oppervlakte ondergeschikte horeca mag niet meer bedragen dan 25 % van de vloeroppervlakte van een bedrijfsfunctie met een gezamenlijke oppervlakte van 250 m2 voor het hele wijzigingsgebied;
-
13. de gezamenlijke oppervlakte voor kleinschalige detailhandel in food producten mag maximaal 200 m2 bedragen;
-
14. de gezamenlijke oppervlakte kantoren mag maximaal 2.500 m2 bedragen;
-
15. het brutovloeroppervlak van het hotel mag maximaal 4.000 m2 bedragen;
-
16. de gezamenlijke oppervlakte ten behoeve van leisure-activiteiten mag maximaal 3.500 m2 bedragen;
-
17. het aantal eengezings- en gestapelde woningen mag maximaal 38 bedragen;
-
18. de oppervlakte van een gebouw voor nutsvoorzieningen mag ten hoogste 20 m² bedragen;
-
19. de hoogte van een gebouw voor een nutsvoorziening mag ten hoogste 3 meter bedragen;
-
c. er dient voorzien te worden in voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein, op grond van de CROW normering;
-
d. in de bestemming 'Gemengd' mag de hoogte van andere bouwwerken niet meer bedragen dan:
-
1. 10 meter voor palen en masten;
-
2. 2 meter voor erf- en terreinafscheidingen;
-
3. 5 meter voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
-
e. in de bestemming 'Gemengd' mag voorzien worden in een regeling waarin is bepaald dat Burgemeester en wethouders - na afweging van de in het geding zijnde belangen, waaronder begrepen planologisch-stedenbouwkundige belangen en verkeersbelangen - bevoegd zijn nadere eisen te stellen, met betrekking tot de situering van bouwwerken, de situering van in- en uitritten en de situering van het aantal parkeervoorzieningen, met dien verstande dat deze bevoegdheid enkel mag worden toegepast met het oog op:
-
1. de gebruiksmogelijkheden, ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken in verband met gewenste parkeer-, laad- en losruimte van voldoende omvang op eigen terrein;
-
2. de verkeersveiligheid, ter waarborging en ter voorkoming van een ruimtelijke situatie die uit een oogpunt van verkeersveiligheid, in het bijzonder het benodigde uitzicht op hoeken van wegen, bochten en in- en uitritten niet gewenst is;
-
3. de brandveiligheid, ter waarborging en ter voorkoming van een ruimtelijke situatie die uit een oogpunt van brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijding, niet gewenst is.
-
f. in de bestemming 'Gemengd' mag voorzien worden in een regeling waarin is bepaald dat met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
-
1. het bepaalde in lid 20.2 onder a1 voor de vestiging van bedrijven/inrichtingen c.q. uitoefening van bedrijfsactiviteiten in een hogere bedrijfscategorie, wanneer deze bedrijfsactiviteiten naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de toegestane bedrijfscategorieën;
-
2. het bepaalde in lid 20.2 onder a1 voor de vestiging van bedrijven/inrichtingen c.q. uitoefening van bedrijfsactiviteiten die niet zijn vermeld in de staat van bedrijfsactiviteiten, maar naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de in lid 20.2 onder a1 genoemde bedrijfscategorieën;
-
3. het bepaalde in lid 20.2 onder b10 voor het toestaan van een bouwhoogte van 11 meter.