Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Elburg en Oostendorp
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0230.BPELBODORP2010-VST1

2.32 Algemene aanduidingsregels

 
In de "Algemene aanduidingsregels" zijn regels opgenomen over de aanduidingen "vrijwaringszone - molenbiotoop", "vrijwaringszone - straalpad" en "veiligheidszone - lpg". De algemene aanduidingsregels geven, daar waar op de verbeelding een specifieke aanduiding is gegeven, extra regels naast de regels van de onderliggende bestemmingen.
 
Vrijwaringszone - molenbiotoop
Om te zorgen voor voldoende windvang voor een in bedrijf zijnde molen, is rond de molen een zogenaamde molenbiotoop aangeduid. Hiervoor is in de algemene aanduidingsregels geregeld dat, binnen een straal van 100 meter rond de molen, niet hoger mag worden gebouwd dan de hoogte van de as van de wieken. Buiten de genoemde 100 meter, neemt de maximaal toegestane hoogte lineair toe. Hierbij gaat het om hoogtetoename van 1/30 deel van de afstand van de molen tot het afstandspunt. Bij 120 meter afstand van de molen is de hoogte dus 4 meter groter dan de hoogte van de as van de wieken. Afwijking hiervan is alleen mogelijk wanneer, voor het verlenen van de omgevingsvergunning, overleg is gevoerd met de molenbeheerder.
 
Vrijwaringszone - straalpad
Het straalpad is bedoeld voor telecommunicatie. Voorkomen moet worden dat, in de gebieden waar een straalpad ligt, verstorende objecten in het straalpad komen. Het straalpad ligt in het plangebied op een hoogte van 29,00 meter. Bij het straalpad is opgenomen dat niet groter mag worden gebouwd dan deze 29,00 meter.
 
Veiligheidszone - lpg
Rond de in het plangebied aanwezige hoofdgastransportleiding, lpg-vulpunten, -opslagpunten en -afleverzuilen zijn veiligheidszones aanwezig. Deze zones dienen ter voorkoming van ongelukken met lpg, bijvoorbeeld na explosies. Binnen de veiligheidszone is het niet toegestaan nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten te realiseren. Hiervan kan alleen worden afgeweken wanneer aangetoond is dat de veiligheid van personen niet in het geding is. Een wijzigingsbevoegdheid in de regels bij de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' geeft de mogelijkheid de aanduiding te verwijderen of wijzigen (verkleinen).  Bij verwijderen van de aanduiding moet aangetoond zijn dat de risicovolle inrichting is verwijderd. Bij wijziging (verkleining) moet aangetoond worden dat de vergunning (Wet milieubeheer) ook gewijzigd is. Bovendien moet de ligging van de zone overeenkomen met de gestelde vereisten vanuit het Besluit externe veiligheid inrichtingen en/of het Besluit externe veiligheid buisleidingen. Tot slot moet aangetoond worden dat na wijziging geen (beperkt) kwetsbare objecten in de het aangeduide gebied liggen.