Plan: | Beschermd Stadsgezicht |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0230.BPBESCHSTAD2010-VST1 |
In deze paragraaf komt het provinciaal beleid aan bod. Daarbij wordt ingegaan op het Streekplan en de Provinciale Ruimtelijke verordening.
Het streekplan geeft de beleidskaders aan voor de ruimtelijke ontwikkeling in de periode van 2005 tot 2015, binnen de provincie Gelderland. Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening in 2008, is besloten om het streekplan een structuurvisie in het kader van die wet te laten zijn.
Het streekplan is erop gericht de verschillende functies in regionaal verband een zodanige plek te geven, dat de ruimtelijke kwaliteiten worden versterkt en er zuinig en zorgvuldig met de ruimte wordt omgegaan. De provincie heeft voor het ruimtelijk beleid in het streekplan de volgende uitgangspunten:
De uitgangspunten zijn vertaald in een tweeledige provinciale ruimtelijke hoofdstructuur, namelijk: inzetten op laagdynamische functies (Groen-Blauw Raamwerk) en op hoogdynamische functies (Rood Raamwerk).
Het doel van het Groen-Blauw Raamwerk is inzetten op ruimte voor ecologische en hydrologische dynamiek; bescherming van stilte, rust en milieukwaliteit. Er is hierbij sprake van een toelatingsplanologie en het weren van bedreigingen.
Het doel van het Rood Raamwerk is inzetten op ruimte voor intensivering van relaties en functies in stedelijke netwerken en regionale centra (stedelijke dynamiek en voorzieningen). Hierbij is sprake van een ontwikkelingsplanologie waarbij kansen worden benut.
Het Streekplan geeft beleid dat is bedoeld voor de gehele provincie, maar ook voor bepaalde regio's is specifiek beleid opgesteld. Het plangebied valt in het streekplan onder het gebied “Noord-Veluwe”. Globaal is dit het gebied tussen de randmeren en het Veluwemassief, het gebied loopt van Amersfoort tot Zwolle. Voor deze regio is meer specifiek beleid opgenomen. Dit beleid is onder meer vertaald in de "Regionale structuurvisie Noord-Veluwe 2005-2014", die later aan de orde komt.
Relatie beleid met het plangebied
In het Streekplan is een beleidskaart Ruimtelijke structuur opgenomen (zie volgende figuur).
Beleidskaart Ruimtelijke structuur (Streekplan Gelderland)
Voor het plangebied zijn twee aspecten van belang; eerst de aanwijzing als 'regionale ontsluitingsweg' van de Zuiderzeestraatweg Oost en de Flevoweg en daarnaast de aanwijzing van de het noordoostelijke deel van het plangebied als 'waardevol landschap' en 'waardevol open gebied'.
Bij de regionale ontsluitingswegen wordt ingezet op verbetering van de wegen, voor de optimalisering van de regionale bereikbaarheid. Waardevolle landschappen zijn gebieden met (inter)nationaal en provinciaal zeldzame of unieke landschapskwaliteiten van visuele, aardkundige en/of cultuurhistorische aard. Voor waardevolle open gebieden geldt de grootschalige openheid als belangrijke kernkwaliteit. Beleidsuitgangspunt is dat de activiteiten die deze openheid kunnen aantasten in dergelijke gebieden niet zijn toegestaan.
De gebieden hebben, in relatie daarmee, bijzondere natuurlijke en recreatieve kwaliteiten. Het ruimtelijk beleid voor deze landschappen is het behouden en versterken van de landschappelijke kernkwaliteiten.
De Ruimtelijke Verordening Gelderland is vastgesteld en in werking getreden. Met deze verordening stellen Provinciale Staten regels over de inhoud, toelichting en onderbouwing van bestemmingsplannen. De regels hebben betrekking op o.a. verstedelijking, detailhandel, wonen, bedrijven, ecologische hoofdstructuur etc. en zijn gebaseerd op de uitgangspunten uit de provinciale structuurvisie (Streekplan Gelderland 2005).
De regiogemeenten voor de Noord-Veluwe (Elburg, Epe, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Nunspeet, Oldebroek en Putten) en de provincie Gelderland hebben voor de periode 2010 - 2019 het Kwalitatief Woonprogramma voor de regio vastgesteld.
In het KWP3 is per regio een afsprakenkader opgenomen, zo ook voor de regio Noord-Veluwe. De ontwikkeltrajecten voor de regio Noord-Veluwe zijn gericht op het aanpakken van de belangrijkste verschillen met de uit onderzoeken gebleken behoeften aan woningen (het referentiekader). De trajecten zijn een resultaat van de vergelijking van het referentiekader en de regionaal opgetelde woningbouwprogramma's.
Naar aanleiding van de trajecten zijn voor de regio nieuwe afspraken gemaakt, deze zijn opgenomen in een regionaal afsprakenkader. Op basis van dat kader worden de komende jaren lokale en provinciale woningbouwprogramma's en woonvisies gerealiseerd, inclusief de bouw van goedkope huur- en koopwoningen.
Voor de gemeente Elburg betekent dit dat er binnen de periode 2010 tot en met 2019 maximaal 810 woningen mogen worden gebouwd. Anno 2012 zijn al 300 daarvan gerealiseerd. Voor de overige ruim 500 woningen zijn voldoende projecten beschikbaar om te voldoen aan de vraag naar woningen. In 2013 vindt op basis van de uitkomsten van het landelijk behoefteonderzoek WoON 2012 een herijking plaats van het aantal te bouwen woningen per gemeente. Daarna wordt gestart met het opstellen van een regionale Woonvisie.
Het bestemmingsplan is in overeenstemming met het provinciaal beleid. Er is in dit bestemmingsplan rekening gehouden met de beleidsuitgangspunten vanuit het Streekplan Gelderland 2005 en de ontwerp provinciale ruimtelijke verordening. Het bestemmingsplan heeft een conserverend karakter en heeft uitsluitend betrekking op de bestaande situatie van het plangebied.