Plan: | Elburg - Horstkamp en De Dijkjes |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0230.075302-ONH1 |
10. 1. Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Wonen - Uit te werken 2’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. woonhuizen;
b. woongebouwen;
c. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij woonhuizen;
d. tuinen en erven;
met daaraan ondergeschikt:
e. onderwijsdoeleinden;
f. woonstraten en paden;
g. groenvoorzieningen;
h. speelvoorzieningen;
i. parkeervoorzieningen;
j. sloten, bermen en beplanting;
met de daarbijbehorende:
k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
10. 2. Uitwerkingsregels
10. 2. 1. Burgemeester en wethouders werken, overeenkomstig artikel 3.6 lid 1. sub b. van de Wet ruimtelijke ordening, de in lid 10.1. omschreven bestemming uit met inachtneming van de volgende regels:
a. de uitwerking zal niet eerder plaatsvinden dan na 1-1-2012;
b. er dient sprake te zijn van een goede landschappelijke, ruimtelijke en stedenbouwkundige inpassing;
c. er dient voldoende open water dan wel infiltratieruimte aanwezig te zijn, dan wel te worden aangelegd, ter compensatie van de toename van het verhard oppervlak binnen het plangebied;
d. het parkeren dient plaats te vinden op eigen erf;
e. er zal geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan mogelijke archeologische en ecologische waarden;
f. er dient voldaan te worden aan de normen met betrekking tot externe veiligheid;
g. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten zal niet hoger zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een vastgestelde hogere grenswaarde;
h. er dient voldaan te worden aan de geldende milieuafstanden;
i. 40% van de woonhuizen zullen sociale huurwoningen betreffen;
j. 60% van de woonhuizen zullen vrije sector koopwoningen betreffen;
k. in ten hoogste 30% van het bestemmingsvlak zullen woongebouwen worden gebouwd;
l. bij de uitwerking kunnen Burgemeester en wethouders binnen de grenzen van de bestemming en de uitwerkingsregels ontheffingsregels opnemen ten aanzien van in het uitwerkingsplan opgenomen bouw- en gebruiksregels.
10. 3. Bouwregels
10. 3. 1. Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woonhuizen en woongebouwen worden gebouwd;
b. het aantal woningen zal ten hoogste 180 bedragen;
c. een hoofdgebouw zal vrijstaand worden gebouwd;
d. de goothoogte van een woonhuis zal ten hoogste 7,00 m bedragen;
e. de bouwhoogte van een woonhuis zal ten hoogste 11,00 m bedragen;
f. de goothoogte van een woongebouw zal ten hoogste 11,00 m bedragen;
g. de bouwhoogte van een woongebouw zal ten hoogste 15,00 m bedragen.
10. 3. 2. Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij woonhuizen en woongebouwen gelden de volgende regels:
a. de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zullen ten minste 1,00 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) of het verlengde daarvan worden gebouwd;
b. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen per hoofdgebouw zal ten hoogste 50% van de oppervlakte van het bouwperceel, voorzover gelegen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw, verminderd met de oppervlakte van het hoofdgebouw, bedragen, met een maximum van 50m²;
c. de goothoogte van een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een overkapping zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
d. de bouwhoogte van een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een overkapping zal ten hoogste 7,00 m bedragen.
10. 3. 3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het (de) hoofdgebouw(en) en het verlengde daarvan ten hoogste 2,00 m zal bedragen;
b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
10. 4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
a. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning;
b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep en/of bedrijf.
10. 5. Ontheffing van de gebruiksregels
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, ontheffing verlenen van:
- het bepaalde in lid 10.4. onder b en toestaan dat de gronden en bouwwerken, worden gebruikt voor aan-huis-verbonden beroepen en/of bedrijven, mits:
1. de bedrijfsvloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke begane vloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel, met een maximum van 50 m²;
2. er een rechtstreekse relatie bestaat tussen de beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten en de hoofdbewoner van de woning;
3. er geen gebruik plaatsvindt dat vergunnings- of meldingsplichtig is op grond van de Wet milieubeheer;
4. er geen detailhandel plaatsvindt;
5. er geen verkeersaantrekkende werking optreedt waardoor extra parkeervoorzieningen noodzakelijk zijn, of een verkeersonveilige situatie ontstaat;
6. geen reclame-uitingen worden aangebracht;
7. geen kappersactiviteiten plaatsvinden.
10. 6. Bijzondere regel
Zo lang en voor zover de in lid 10.2 bedoelde uitwerking niet onherroepelijk is, mogen bouwwerken slechts worden gebouwd, mits:
- het bouwplan in overeenstemming is met het ontwerp-uitwerkingsplan.