direct naar inhoud van Artikel 8 Maatschappelijk - Uit te werken
Plan: Elburg - Horstkamp en De Dijkjes
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0230.075302-ONH1

Artikel 8 Maatschappelijk - Uit te werken

 

8. 1.       Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Maatschappelijk - Uit te werken’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    gebouwen ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

b.    parkeervoorzieningen;

c.    groenvoorzieningen;

d.    infiltratie van water;

e.    straten;

f.     voet- en fietspaden;

g.    sloten en bermen;

h.    nutsvoorzieningen;

i.      speelvoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

j.      tuinen, erven en terreinen;

k.    bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

8. 2.       Uitwerkingsregels

8. 2. 1. Burgemeester en wethouders werken, overeenkomstig artikel 3.6 lid 1. sub b. van de Wet ruimtelijke ordening, de in lid 8.1. omschreven bestemming uit met inachtneming van de volgende regels:

a.    er dient sprake te zijn van een goede landschappelijke, ruimtelijke en stedenbouwkundige inpassing;

b.    er dient voldoende open water dan wel infiltratieruimte aanwezig te zijn, dan wel te worden aangelegd, ter compensatie van de toename van het verhard oppervlak binnen het plangebied;

c.    het parkeren dient plaats te vinden op eigen erf;

d.    er zal geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan mogelijke archeologische en ecologische waarden;

e.    er dient voldaan te worden aan de normen met betrekking tot externe veiligheid;

f.     de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten zal niet hoger zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een vastgestelde hogere grenswaarde;

g.    bij de uitwerking kunnen Burgemeester en wethouders binnen de grenzen van de bestemming en de uitwerkingsregels ontheffingsregels opnemen ten aanzien van in het uitwerkingsplan opgenomen bouw- en gebruiksregels.

8. 3.       Bouwregels

8. 3. 1. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

a.    de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste 15,00 m bedragen;

b.    de afstand tot de perceelgrens zal ten minste 3,00 m bedragen;

c.    het bebouwingspercentage van het bestemmingsvlak zal ten hoogste 50% bedragen.

8. 3. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

a.    de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw c.q. het verlengde daarvan ten hoogste 1,00 m zal bedragen;

b.    de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

8. 4.       Bijzondere regel

Zo lang en voor zover de in lid 8.2 bedoelde uitwerking niet onherroepelijk is, mogen bouwwerken slechts worden gebouwd, mits:

-       het bouwplan in overeenstemming is met het ontwerpuitwerkingsplan.