direct naar inhoud van Artikel 7 Wonen - 2
Plan: Woongebied Kernhem, hoofdwegen-, groen- en waterstructuur
Status: vastgesteld
IMRO-idn: NL.IMRO.0228.BPU2009KRNH0001-0301

Artikel 7 Wonen - 2

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de aanleg en handhaving van een ecologische verbinding;
  • b. behoud, versterking en/of herstel van de (toekomstig) aan de gronden eigen zijnde landschappelijke en natuurlijke waarde;
  • c. de bestaande woningen met de daarbij behorende bouwwerken.
7.2 Bouwregels
7.2.1

Op de in artikel 7.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:

7.2.2

Ten aanzien van de bouwmassa van de woningen :

  • a. de bestaande grondoppervlakte, goothoogte, dakhelling en bouwhoogte van de bestaande woningen mag niet worden vergroot.

7.2.3

Ten aanzien van de situering van de woningen:

  • a. De woningen binnen het bouwvlak zijn gelegen.

7.2.4

Ten aanzien van bouwwerken geen gebouwen zijnde:

  • a. binnen het bouwvlak mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan de toegestane maximum bouwhoogte voor de woning;
  • b. buiten het bouwvlak mag de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde ten hoogste bedragen:
    • 1. 2 m voor erf- en terreinafscheidingen;
    • 2. 2,75 m voor overige bouwwerken geen gebouwen zijnde.
7.3 Ontheffing bouwregels
7.3.1

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 7.2.2 onder a voor de uitbreiding van de woonruimte, bijgebouwen / overkappingen:

  • a. bij iedere woning mogen een uitbreiding van de woonruimte, uit- of aanbouw en bijgebouwen en/of overkappingen worden gebouwd, waarbij de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen niet meer mag bedragen dan 50% van de gronden buiten het bouwvlak, tot een maximum van 50 m2;
  • b. de diepte van een aan- of uitbouw, gemeten haaks uit de achtergevelbouwgrens van de woning niet dieper mag zijn dan 3 m; de verticale projectie van die bouwwerken in daarbij maatgevend;
    • 1. de voorgevel van aan- of uitbouwen en bijgebouwen, welke worden gebouwd op het bouwperceelsgedeelte naast een zijgevel van de woning, dient te worden opgericht op een afstand van tenminste 3 m van de voorgevel van de woning en op een afstand van tenminste 6 m van de vóór de voorgevel van de woning gelegen bouwperceelgrens;
    • 2. bij de plaatsing van de bijgebouwen en/of overkappingen dient over een breedte van minimaal 4/5 van de breedte van de achtergevel van de woning een zone van 6 meter diepte vrij te worden gehouden;
  • c. de goothoogte van een aan- of uitbouw van de woonruimte of overkapping aan de woonruimte niet meer mag bedragen dan de hoogte van de eerste verdiepingsvloer van de woning vermeerderd met 0,30 m;
  • d. de goothoogte van bijgebouwen en andere overkappingen niet meer dan 3 m mag bedragen;
  • e. de dakhelling van bijgebouwen en andere overkappingen niet meer dan 60º mag bedragen;
  • f. de bouwhoogte van bijgebouwen en andere overkappingen niet meer dan 4,5 m mag bedragen.

7.3.2

Burgemeester en wethouder kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in:

  • a. artikel 7.2.2 onder a voor het afwijken van de bestaande maatvoeringen van de bestaande woningen op voorwaarde, dat:
    • 1. de inhoud van de bestaande woningen met niet meer dan 10% mag worden vergroot;
    • 2. de bij de woning aanwezige (voormalige) bedrijfsbebouwing wordt gesaneerd.
  • b. artikel 7.2.3 onder a voor de herbouw van bestaande woningen buiten het bouwvlak op voorwaarde dat de andere situering van de woning een bijdrage levert aan de doelstelling van de bestemming met betrekking tot het realiseren van een ecologische verbinding.