direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Duiven-Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0226.BPDUIVENZUID001-VS01

Artikel 4 Bedrijf

4.1 bestemmingsomschrijving
4.1.1

De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor bedrijven ter plaatse van de aanduidingen:

nutsvoorziening   een nutsvoorziening;  
bedrijven tot en met categorie 2   bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;  
specifieke vorm van detailhandel - woninginrichting   een bedrijf gespecialiseerd in wooninrichting  

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven;

4.1.2

Bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', met dien verstande dat maximaal 1 bedrijfswoning per bedrijf is toegestaan.

4.2 bouwregels
4.2.1

Bedrijfsgebouwen en (bedrijfs-)woningen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. goothoogte maximaal de op de verbeelding aangegeven goothoogte;
  • c. bouwhoogte maximaal de op de verbeelding aangegeven bouwhoogte;
  • d. bebouwingspercentage van het bouwperceel maximaal het ter plaatse van de aanduiding maximum bebouwingspercentage aangegeven bebouwingspercentage;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder a tot en met c geldt voor bedrijfsgebouwen ten behoeve van een nutsvoorziening dat:
    • 1. deze zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening';
    • 2. het bebouwingspercentage 100 bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte maximaal 4 m bedraagt.
4.2.2

Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd op het zij- en achtererf en minimaal 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw, met dien verstande, dat uitbouwen in de vorm van erkers tot vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mogen worden gebouwd, mits:
    • 1. de horizontale diepte maximaal 1,5 m bedraagt;
    • 2. de diepte van de overblijvende, niet met gebouwen bebouwde gronden minimaal 2,5 m bedraagt;
    • 3. voor zover de erker wordt gebouwd tegen de voorgevel van het hoofdgebouw de breedte maximaal 2/3 van de breedte van die gevel bedraagt;
    • 4. de bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 m;
  • b. gezamenlijke oppervlakte maximaal 100 m2;
  • c. goothoogte maximaal 3 m dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 m;
  • d. bouwhoogte maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw verminderd met 1 m, waarbij geldt dat de bouwhoogte in ieder geval 3 m mag bedragen en maximaal 6 m.
4.2.3

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:

  • a. bedrijfsinstallaties en lichtmasten 3 m;
  • b. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2 m.
4.3 ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 4.1 voor het toestaan van een ander bedrijf dan ter plaatse is toegestaan, met uitzondering van nutsvoorzieningen, mits:

  • a. het bedrijf is opgenomen in de categorieën 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten dan wel het een bedrijf betreft dat voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf genoemd in de categorieën 1 of 2;
  • b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen gronden;
  • c. wordt aangetoond dat de natuurlijke kenmerken van de Natura 2000-gebieden niet worden aangetast.