Plan: | Buitengebied 2013 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0226.BPBuitengebied-VS02 |
Algemeen
De milieueffectrapportage vormt een instrument om het milieu een volwaardige plek te geven binnen de beleidsvorming omtrent het opstellen van het bestemmingsplan. In het planMER worden de milieueffecten van de voorgenomen activiteit beschreven. Voor het nieuwe bestemmingsplan buitengebied is een planm.e.r. -procedure van toepassing omdat:
Doel van de planm.e.r. is om het milieubelang volwaardig te laten meewegen bij de beleidsvorming omtrent het opstellen van het bestemmingsplan buitengebied. In het planMER worden de milieueffecten van de voorgenomen activiteit beschreven. Onder milieueffecten worden bijvoorbeeld de gevolgen voor natuur, landschap, recreatie en archeologie verstaan.
De essentie van het planMER is het opstellen en vergelijken van alternatieven. Door alternatieven uit te werken en op hun milieueffecten te onderzoeken worden de milieuaspecten over de volle breedte van de ontwikkelingsmogelijkheden in beeld gebracht.
Een Passende beoordeling is nodig omdat het bestemmingsplan buitengebied activiteiten mogelijk maakt die een significant effect kunnen hebben op Natura 2000-gebieden. Natura 2000-gebieden zijn beschermd binnen de Natuurbeschermingswet 1998. Indien significante effecten op een Natura 2000 gebied niet op voorhand uit te sluiten zijn, zal door middel van een passende beoordeling bepaald moeten worden wat de aard en de omvang van deze effecten zijn
Doel van de passende beoordeling is om inzichtelijk te maken of de ontwikkelingen die in het bestemmingsplan zijn voorzien, vergunbaar zijn in het kader van de Natuurbeschermingswet. Op grond van art 19j van deze wet moet de gemeenteraad zich hiervan vergewissen bij de besluitvorming omtrent het bestemmingsplan.