direct naar inhoud van 4.3 Geluid
Plan: Buitengebied 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0226.BPBuitengebied-VS02

4.3 Geluid

Algemeen

Geluid is één van de factoren die de beleving van de leefomgeving in belangrijke mate bepalen. Door de toename van het verkeer en de bedrijvigheid wordt de omgeving in steeds sterkere mate belast met geluid. Dit leidt tot steeds meer klachten. In een aantal gevallen wordt de gezondheid beïnvloed door geluid. Hoge geluidsniveaus kunnen het gehoor beschadigen en ook de verstoring van de slaap kan op de lange duur slecht zijn voor de gezondheid. Door de toename van het geluid in de omgeving, wordt de behoefte aan stilte steeds meer als een noodzaak gevoeld.

Regelgeving

De Wet geluidhinder, de Luchtvaartwet en de Wet milieubeheer zijn in het kader van geluidhinder van belang.

Bij nieuwe ontwikkelingen van geluidgevoelige bestemmingen dient de geluidssituatie in beeld gebracht te worden. De geluidsniveaus op de gevels van de nieuwe gebouwen worden getoetst aan de geluidsnormen. Er dient gekeken te worden naar vier bronnen van geluid, namelijk wegverkeerslawaai, spoorlawaai, industrielawaai en vliegtuiglawaai.

Het juridisch kader voor wegverkeerslawaai, spoorlawaai en industrielawaai wordt gevormd door de Wet geluidhinder. Vliegtuiglawaai wordt geregeld in de Luchtvaartwet. Er liggen geen geluidszones van het vliegtuiglawaai over het plangebied, waardoor deze niet nader beschouwd worden. Op het aspect wegverkeerslawaai, spoorlawaai en industrielawaai wordt hier nader ingegaan.

Daarnaast kent de gemeente Duiven ook haar eigen gemeentelijk geluidsbeleid. Het ‘Gemeentelijk geluidbeleid Duiven 2010’ is op 4 oktober 2010 door de raad van de gemeente Duiven vastgesteld.

Weg en railverkeerslawaai

In de gemeente Duiven worden hoge geluidbelastingen geconstateerd rondom de hoofdinfrastructuur zoals de A12, de Westsingel, de Oostsingel en de Rijksweg, rondom de spoorlijnen Arnhem-Winterswijk. In de zuidrand liggen de meest rustige gebieden; de Vogelrichtlijn- en stiltegebieden.

Voor het weg- en railverkeerslawaai is de Wet geluidhinder (Wgh) het wettelijke kader. In deze wet is onder andere vastgelegd welke geluidniveaus op de gevel van nieuwe woningen, ten gevolge van weg- en railverkeer, maximaal toelaatbaar zijn. In beginsel geldt dat de geluidsbelasting op nieuwe woningen niet meer mag bedragen dan de voorkeursgrenswaarde (48 dB wat betreft wegverkeerslawaai, 55 dB wat betreft railverkeerslawaai). Op grond van artikel 76, lid 1 van de Wet geluidhinder dienen bij de vaststelling of herziening van een bestemmingsplan de grenswaarden van de Wet geluidhinder in acht te worden genomen. Volgens artikel 76, lid 3 geldt deze verplichting niet voor situaties waarin op het tijdstip van de vaststelling van het bestemmingsplan de weg en de woningen en/ of andere geluidgevoelige gebouwen aanwezig zijn (bestaande situatie). Dit houdt in dat bij zogenaamde conserverende bestemmingsplannen geen toetsing aan de grenswaarde hoeft plaats te vinden.

Dit bestemmingsplan Buitengebied is een conserverend bestemmingsplan. In het plan worden geen nieuwe geluidsgevoelige functies mogelijk gemaakt. Het uitvoeren van een akoestisch onderzoek is hierdoor niet noodzakelijk en de Wet geluidhinder staat de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan dan ook niet in de weg.

Industrielawaai

In de Wgh is bepaald dat rond industrieterreinen waarop bepaalde, krachtens de Wet milieubeheer, aangewezen inrichtingen zijn gevestigd of zich mogen vestigen (grote lawaaimakers), een geluidszone moet zijn vastgesteld. In artikel 2.4 van het Inrichtingen en vergunningenbesluit is vastgelegd welke inrichtingen als grote lawaaimaker moeten worden beschouwd. Buiten de geluidszone rondom een industrieterrein mag de gezamenlijke geluidbelasting van de op het industrieterrein gevestigde inrichtingen niet hoger zijn dan 50 dB(A) etmaalwaarde.

Met zonering wordt beoogd rechtszekerheid te bieden aan zowel lawaaimakers als aan woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen. Lawaaimakers kunnen aan de ene kant hun geluidproducerende activiteiten niet onbeperkt uitbreiden ter bescherming van woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen (gezondheidsgebouwen, onderwijsgebouwen, binnen en buiten de zone). Aan de andere kant wordt, ter bescherming van hun akoestische ruimte, voorkomen dat woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen te veel oprukken naar de lawaaimakers toe. Een eenmaal vastgestelde zone kan worden gewijzigd. Een wijziging van een zone is echter niet toegestaan voor het gebied waar een hogere geluidsbelasting optreedt dan 50 dB(A) als gevolg van het gezoneerde industrieterrein. De wijziging moet tevens worden vastgelegd in het bestemmingsplan.

Indien zich binnen de geluidszone woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen bevinden, gelden daarvoor aparte regels. Voor woningen zijn deze regels te vinden in de Wgh zelf en voor andere geluidsgevoelige bestemmingen in het Besluit geluidhinder.

Grenzend aan het voorliggende bestemmingsplan is een geluidgezoneerd industrieterreinen gelegen, bedrijventerrein InnoFase. De reeds vigerende geluidzone ligt gedeeltelijk binnen het plangebied van het voorliggende bestemmingsplan en is opgenomen op de verbeelding en in de regels. De geluidzone is hieronder weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0226.BPBuitengebied-VS02_0005.png"

De geluidszone rond InnoFase (in groen) en de geluidsbelasting op basis van de vergunde situatie (in rood) op de peildatum 1 april 2008.

Conclusie

In het plangebied worden geen nieuwe geluidsgevoelige functies mogelijk gemaakt. Tevens wordt geen extra mogelijkheid gecreëerd om geluidbronnen in het plangebied te kunnen realiseren, die voor eventuele overlast/hinder kan zorgen bij geluidgevoelige bestemmingen in het plangebied. In het algemeen kan worden geconcludeerd dat de Wet geluidhinder de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan niet in de weg staat.