Plan: | Buitengebied 2013 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0226.BPBuitengebied-VS02 |
De gemeente geeft in haar Structuurvisie (14 december 2009) een integrale ontwikkelingsrichting weer voor de periode tot aan 2020. Deze visie verbetert en versterkt de integratie van sectorale thema’s als milieu, volkshuisvesting, ruimtelijke ordening, openbare ruimte, grondzaken en gebouwde omgeving onderling, waardoor de onderwerpen duurzaamheid en leefkwaliteit integraal benaderd worden. Binnen het plangebied zijn de volgende deelgebieden gelegen: Kom, Oeverwallenzone, Uiterwaarden en Randen van Duiven. Per deelgebied geldt een specifieke ontwikkelingsrichting. De structuurvisie werkt door in het nieuwe bestemmingsplan.
De gemeente heeft een Ontwikkelingskader Buitengebied Duiven (6 februari 2012) vastgesteld. Dit ontwikkelingskader heeft als doel inzicht te geven in de concrete opgaven die volgen uit de doelstellingen uit de Structuurvisie Duiven. Tevens vormt dit kader een toetsingskader op hoofdlijnen voor de beoordeling van ingediende projectvoorstellen die niet binnen de mogelijkheden van het bestemmingsplan gerealiseerd kunnen worden. Het kader is per thema en deelgebied op maat uitgewerkt. Het ontwikkelingskader is, in tegenstelling tot het onderhavige bestemmingsplan, ontwikkelingsgericht. Ontwikkelingen die nog niet concreet zijn, economisch nog niet haalbaar zijn gebleken of waar nog onderzoek naar moet plaatsvinden, worden niet in het bestemmingsplan meegenomen. Kleinschalige ontwikkelingen die wel in een conserverend bestemmingsplan passen, zijn wel meegenomen.
Een belangrijk beleidsdocument voor het behoud van natuur en landschap in de gemeente is hiernaast het Landschapsontwikkelingsplan Duiven (LOP), dat in mei 2013 als ontwerpplan ter inzage is gegaan. Het LOP is een uitvoeringsgericht plan. Met het LOP kan de ruimtelijke kwaliteit van het landschap worden geregisseerd en kan de uitvoering van landschapsprojecten voortvarend worden voortgezet. Thema's die daarbij aan de orde komen zijn onder meer de bestaande karakteristiek van het landschap, de randvoorwaarden bij landschappelijke ingrepen, particuliere natuurontwikkeling, bevordering van duurzaamheid en beheer en onderhoud. Het LOP vormt de basis voor realistische en betaalbare natuur- en landschapsprojecten en het kader voor het beoordelen van aanvragen voor subsidies voor dergelijke projecten. Om deze reden is aan het LOP een uitvoeringsprogramma verbonden.
De Gebiedsvisie A15 geeft een opvatting over ruimtelijke kwaliteiten van het gebied in het licht van de doortrekking van de A15. In de tweede plaats is de gebiedsvisie bedoeld om inhoudelijk invloed te kunnen uitoefenen op de planvorming en de MER-procedure. De geplande doortrekking van de A15 is de directe aanleiding om deze gebiedsvisie op te stellen. Als de A15 daadwerkelijk wordt aangelegd zal hiervoor een separate procedure gevolgd moeten worden. De komst van de Rijksweg, de situering en de landschappelijke inpassing hiervan vallen buiten de scope van het bestemmingsplan.
De gemeente heeft eigen geurbeleid opgesteld. De Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Duiven (26 mei 2008) heeft specifieke normen voor een aantal deelgebieden. Buiten de gebieden genoemd in de verordening, dus voor het overige grondgebied van de gemeente, gelden de wettelijke standaardnormen en standaard vaste afstanden. Wanneer het bestemmingsplan nieuwe ontwikkelingen toelaat, bijvoorbeeld door het toestaan of uitbereiden van nieuwe, geurgevoelige functies, moet rekening worden gehouden met de normen uit de verordening voor de genoemde gebieden.
De gemeente beschikt over een Nota geluidbeleid (4 oktober 2008). Bij nieuwe ontwikkelingen zal getoetst moeten worden aan het gemeentelijk geluidbeleid. Echter, voor de bestaande situatie schept het gemeentelijk beleid geen kaders of randvoorwaarden. Bij uitbreidingsmogelijkheden van wegen, spoorwegen of bedrijven zal het bestemmingsplan het geluidbeleid in de regels dienen te vertalen.
In de gemeentelijke Welstandsnota (maart 2007) zijn criteria opgenomen over de verschijningsvorm van de bebouwing. Het gaat daarbij onder andere om kleur- en materiaalgebruik. Omdat dit niet tot de reikwijdte van het bestemmingsplan behoort, en om dubbele regelgeving te voorkomen, heeft de welstandsnota geen plek binnen de regels van het voorliggende bestemmingsplan gekregen.
Het Beleidsstandpunt Duurzame Energie zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 2 juli 2012 verschaft duidelijkheid over de mogelijkheden voor duurzame energie productie binnen de gemeente. Het is het handvat om te bepalen hoe om te gaan met dit thema bij ontwikkelingen en beheer. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar paragraaf 4.10 en 6.10.
De Cultuurhistorische kaart en het rapport Zeldzaam Goed zijn 2 oktober 2012 door het college vastgesteld. Nieuwe ontwikkelingen zullen aan deze kaders ten aanzien van cultuurhistorie worden getoetst.
De gemeente Duiven heeft in samenwerking met de milieusamenwerking regio Arnhem (MRA) een Nota Bodembeheer (15 maart 2011) opgesteld. Bij allerlei graafwerkzaamheden en bewerkingen van de (water)bodem komt grond en/of bagger vrij. De nota geeft aan hoe de vrijkomende grond en baggerspecie in en op de bodem kan worden hergebruikt. Grondstromen tussen de verschillende gemeenten worden mogelijk gemaakt.