direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijf
Plan: Buitengebied 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0226.BPBuitengebied-VS02

Artikel 5 Bedrijf

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Bedrijf" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven, voor zover deze bedrijven voorkomen in de categorieën 1 en 2 van de Gebiedsgebonden functies en de Niet Gebiedsgebonden functies zoals opgenomen in de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten - Bedrijf;
  • b. bedrijven zoals opgenomen in bijlage 3 in de kolom 'Type bedrijfsactiviteit', voor zover deze bedrijven niet vallen onder het bepaalde onder a, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding:
    • 1. 'specifieke vorm van bedrijf - glasverwerking' de gezamenlijke bebouwde oppervlakte ten behoeve van een glasverwerkingsbedrijf maximaal 144 m2 mag bedragen;
    • 2. 'specifieke vorm van bedrijf - autoreparatie' de bebouwde oppervlakte ten behoeve van een autoreparatiebedrijf maximaal 1.380 m2 mag bedragen;
  • c. een stellingmolen met cultuurhistorische waarde ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - stellingmolen';
  • d. maximaal 1 bedrijfswoning per bestemmingsvlak, dan wel:
    • 1. maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal;
    • 2. twee bedrijfswoningen, twee-aaneen gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen';
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch' is agrarisch medegebruik toegestaan;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'opslag': in afwijking van het bepaalde onder a, uitsluitend voor langdurige opslag van goederen met uitzondering van opslag van gevaarlijke ontplofbare stoffen, bestrijdingsmiddelen, afvalstoffen en stoffen die geurhinder kunnen veroorzaken, dit niet in combinatie met andere bedrijfsactiviteiten;
  • g. detailhandel voor zover dit is opgenomen in bijlage 3 in de kolom 'Type bedrijfsactiviteit', met dien verstande dat het brutovloeroppervlak ten behoeve van detailhandel niet meer mag bedragen dan in die kolom is aangegeven;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf uitgesloten - buitenopslag': is buitenopslag uitgesloten;
  • i. de bestaande paardenbakken;
  • j. aan huis verbonden beroepen;
  • k. mantelzorg;
  • l. met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ontsluitingsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, tuinen en erven.
5.2 Bouwregels
5.2.1 bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen

Bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. bedrijfsgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. herbouw van een woning is slechts toegestaan op de bestaande locatie binnen het bestemmingsvlak;
  • c. goothoogte van:
    • 1. bedrijfsgebouwen maximaal 6 meter, dan wel de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' aangegeven hoogte;
    • 2. bedrijfswoningen maximaal 6 meter;
  • d. bouwhoogte van:
    • 1. bedrijfsgebouwen maximaal 10 meter, dan wel de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' aangegeven bouwhoogte;
    • 2. bedrijfswoningen maximaal 9 meter;
  • e. gezamenlijke oppervlakte van bedrijfsgebouwen:
    • 1. het oppervlak zoals opgenomen in bijlage 3 zoals behorende bij deze regels in de kolom 'Max. opp. na uitbreiding bij recht';
  • f. de oppervlakte van de bedrijfswoning bedraagt maximaal 175 m2 dan wel de bestaande oppervlakte indien deze meer bedraagt dan 175 m2.

5.2.2 bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning

Bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. gebouwd op minimaal 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van de bedrijfswoning;
  • c. afstand tot het hoofdgebouw maximaal 20 meter;
  • d. gezamenlijke oppervlakte per bedrijfswoning maximaal 75 m2;
  • e. goothoogte is maximaal 3 meter;
  • f. bouwhoogte is maximaal 6 meter;
  • g. in afwijking van het bepaalde in artikel 5.2.2 sub b zijn voor de voorgevel erkers en serre's toegestaan mits:
    • 1. de horizontale diepte maximaal 1,5 meter bedraagt;
    • 2. de diepte van de overblijvende, niet met gebouwen bebouwde gronden minimaal 2,5 meter bedraagt;
    • 3. voor zover de erker wordt gebouwd tegen een gevel van het hoofdgebouw de breedte maximaal 2/3 van de breedte van die gevel bedraagt;
    • 4. de bouwhoogte maximaal 3 meter bedraagt dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 meter.
5.2.3 bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:

  • a. maximaal 3 silo's ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - silo' maximaal 15 meter;
  • b. lichtmasten maximaal 8 meter;
  • c. speelvoorzieningen 3 meter;
  • d. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2 meter;
  • e. keerwand maximaal 4 meter ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - keerwand'.
5.3 Afwijken van de bouwregels
5.3.1 vergroting oppervlakte

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning eenmalig afwijken van het bepaalde in artikel 5.2.1 sub f voor het vergroten van de maximale gezamenlijke oppervlakte van bedrijfsgebouwen tot een maximum zoals opgenomen in de bijlage 3 in de kolom 'Max. opp. na 20% afwijking' onder voorwaarde dat:

  • a. de uitbreiding noodzakelijk in het kader van een doelmatige uitoefening van het bedrijf;
  • b. in geval van overschrijding van één of meerdere bouwgrenzen, de bebouwing een compacte vorm blijft behouden;
  • c. sprake is van een streekeigen landschappelijke inpassing;
  • d. in de nabijheid gelegen functies en waarden niet in onevenredige mate in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden geschaad;
  • e. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad.
5.4 Specifieke gebruiksregels
5.4.1 wonen

Ter plaatse van de aanduiding 'wonen' is het toegelaten de woning te gebruiken als woning, niet zijnde een bedrijfswoning.

5.5 Afwijken van de gebruiksregels
5.5.1 ander bedrijf

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.1 sub a en/of b voor het toestaan van ander bedrijf dan ter plaatse is toegestaan, mits:

  • a. het bedrijf een Gebiedsgebonden functie betreft zoals opgenomen in de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten - Bedrijf dat voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf dat is toegestaan krachtens artikel 5.1 sub a of b; of,
  • b. het bedrijf voor wat betreft de aard en de omvang van de activiteiten gelijk kan worden gesteld met een Gebiedsgebonden functie betreft zoals opgenomen in de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten - Bedrijf en het bedrijf voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf dat is toegestaan krachtens artikel 5.1 sub a of b; of,
  • c. het bedrijf voor wat betreft de aard en de omvang van de activiteiten en van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf dat is toegestaan krachtens artikel 5.1 sub a;
  • d. de omgevingsvergunning geen betrekking heeft op gronden ter plaatse van de aanduiding 'opslag';
  • e. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
  • f. in de nabijheid gelegen functies en waarden niet in onevenredige mate in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden geschaad;
  • g. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad.
5.6 Wijzigingsbevoegdheid
5.6.1 omschakeling van bedrijf naar wonen

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen van de bestemming Bedrijf in de bestemming Wonen-1, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. het aantal woningen beperkt dient te blijven tot één dan wel zoveel als legaal aanwezig is op het moment van het nemen van het wijzigingsbesluit;
  • b. in de nabijheid gelegen functies en waarden niet in onevenredige mate in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden geschaad;
  • c. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad.

5.6.2 omschakeling naar specifieke functies

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het toestaan van andere functies dan de bedrijfsfunctie, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de betrokken functie valt onder de Specifieke functies zoals opgenomen in de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten - Bedrijf, dan wel voor wat betreft de aard en de omvang van de activiteiten hiermee gelijk kan worden gesteld;
  • b. de functie voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf dat is toegestaan krachtens artikel 5.1 sub a of b;
  • c. de omgevingsvergunning heeft geen betrekking op gronden ter plaatse van de aanduiding 'opslag';
  • d. in de nabijheid gelegen functies en waarden niet in onevenredige mate in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden geschaad;
  • e. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad.