direct naar inhoud van 7.4 Watertoets
Plan: Beinum 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0221.BPL11002HBE-VA01

7.4 Watertoets

De Watertoets is het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. In het voorliggende geval met in hoofdzaak een actualiserend en beheersmatig karakter zijn de wijzingen in de waterhuishoudkundige structuur minimaal. Mocht dit wel aan de orde zijn, dan gelden de hiernavolgende uitgangspunten.

Rijksbeleid

In de Vierde Nota Waterhuishouding (1998) is aangegeven dat het waterbeheer in Nederland moet zijn gericht op een veilig en goed bewoonbaar land met gezonde duurzame watersystemen. Om dit te bereiken moet zoveel mogelijk worden uitgegaan van een watersysteembenadering en integraal waterbeheer. In de nota is onder andere aangegeven dat stedelijk water meer aandacht moet krijgen.

Volgens de nota Waterbeheer 21e eeuw moet het watersystemen meer ruimte worden gegeven om de natuurlijke veerkracht te benutten. Voorkomen van afwenteling door het hanteren van de trits "vasthouden-bergen-afvoeren" staat hierbij centraal. Van belang is dat overtollig water zoveel mogelijk wordt vastgehouden in de "haarvaten" van het watersysteem. Wanneer dit ontoereikend is moet worden gezocht naar bergingsmogelijkheden. Pas in laatste instantie is afvoer van overtollig water naar benedenstroomse gebieden aan de orde.

In 2001 is door de rijksoverheid de ‘Watertoets’ ingevoerd, het instrument dat ruimtelijke plannen toetst op de mate waarin zij rekening houden met het beleid om het water in Nederland meer ruimte te geven. De Watertoets is het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten.

Provinciaal beleid

Het meest recente provinciaal beleid op het gebied van water is neergelegd in de Hoofdlijnennota WHP Gelderland (“Gelderland leeft met water”). De Hoofdlijnennota WHP3 vormt de opmaat voor het Derde Waterhuishoudingsplan Gelderland. In de nota wordt gesteld dat stedelijk waterbeheer meer dan voorheen aandacht vraagt. Iets wat wordt bevestigd door de rapportage van de Deltacommissie. Specifieke aandacht is nodig voor droge voeten, schoon en aantrekkelijk water en het voorkomen van riooloverstorten en overbelasten van het riolerings- en zuiveringssysteem bij hevige regenval. Het afkoppelen van hemelwaterafvoer is daarbij een belangrijk instrument.

Waterschap

Het beleid van het Waterschap Rijn en IJssel is gericht op het realiseren en instandhouden van een duurzaam veerkrachtig watersysteem, waarbij veilig water, voldoende water en schoon water uitgangspunten zijn. Voor stedelijke gebieden is het beleid van het waterschap erop gericht zoveel mogelijk schoon verhard oppervlak af te koppelen van de riolering. Dit kan door het hemelwater te infiltreren in de bodem of vertraagd af te voeren naar oppervlaktewater. Het water afkomstig van bijvoorbeeld de daken van woningen kan op de kavel zelf infiltreren of via de openbare ruimte, bijvoorbeeld een molgoot, afgevoerd worden naar een infiltratievoorziening of open water. Bij veel historische panden in de binnenstad vindt dit bovengronds transport naar de straatkolken al plaats.

Daarnaast vraagt het waterschap aandacht voor de waterkwaliteit door het stellen van eisen aan het materiaalgebruik, dit in verband met uitloging van verontreinigde stoffen. De belangrijkste materialen die kunnen leiden tot verhoogde concentraties in afstromend hemelwater zijn zink, koper en lood. Lood is niet toegestaan volgens het nationaal pakket Duurzaam Bouwen, zink en koper wel. Omdat deze materialen volgens de bouwvoorschriften niet verboden zijn, wordt bij afkoppeling geadviseerd zoveel mogelijk materialen toe te passen waarvan de uitloging beperkt is of zonodig de materialen te behandelen met een poedercoating, te galvaniseren, beitsen of polijsten voor een langere levensduur en ter voorkoming van uitloging.

Het Waterschap Rijn en IJssel beschikt eveneens over een Beheersplan Waterkeringen 2010-2015, vereist op grond van de provinciale verordening. Het beheersplan is een beheerinstrument met een belangrijke externe werking, doordat het de visie op het dijkbeheer verwoordt. Eén van de taken van het waterschap is namelijk de zorg voor de primaire waterkeringen, die beschermen tegen hoog oppervlaktewater van de Rijn en IJssel. Het beheersplan vormt een aanvulling en uitwerking van het beheersplan vastgesteld in 2001.

Riolering

De gehele wijk Beinum is afgekoppeld door middel van een gescheiden rioolstelsel.

Beschermingszone Waterkering

In het voorliggende bestemmingsplan is de beschermingszone van de primaire waterkering opgenomen als een dubbelbestemming om de belangen van de waterkering voorrang te verlenen op andere, onderliggende bestemmingen. De aangewezen gronden zijn primair bestemd voor het keren van water door dijken, kaden, dijksloten en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering.

Voor de waterkering en voor de bij de waterkering behorende leggerzones “kernzone, beschermingszone en buitenbeschermingszone” gelden de bestemming gerelateerde regels.

Op grond van de Keur van het Waterschap Rijn en IJssel gelden verbodsbepalingen met betrekking tot de gronden gelegen binnen de leggerzones van de waterkering. De grootte van de leggerzones is afhankelijk van de aard van de werkzaamheden en de diepte waarop ze worden uitgevoerd.

De waterkeringbeheerder, zijnde het Waterschap Rijn en IJssel, kan afhankelijk van de situatie ter plaatse en de aard van de werkzaamheden onder voorwaarden een watervergunning verlenen.

Verbeelding

Op de verbeelding behorende bij dit bestemmingsplan zijn de kern- en beschermingszones van de waterkering aangegeven middels een dubbelbestemming "Waterstaat-Waterkering".