direct naar inhoud van Artikel 14 Wonen - 1
Plan: Beinum 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0221.BPL11002HBE-VA01

Artikel 14 Wonen - 1

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd:

  • a. vrijstaande woningen;
  • b. aan huis gebonden beroepen;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven.

14.2 Bouwregels
14.2.1 Gebouwen

Hoofdgebouwen dienen te voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. de voorgevel van de woning dient op maximaal 5 meter uit de bestemmingsgrens te worden gebouwd;
  • b. de afstand van de woning tot de zijdelingse perceelgrens en de achterperceelsgrens bedraagt respectievelijk minimaal 1 m en 5 m;
  • c. de woning wordt uitgevoerd in maximaal 2 bouwlagen met een kap, niet-zijnde een schild- of piramidedak;
  • d. ingeval de woning uit minder dan 2 bouwlagen bestaat, bedraagt de dakhelling minimaal 50°;
  • e. de nokrichting is evenwijdig aan de langste zijde van de woning;
  • f. de goothoogte bedraagt maximaal 7 m;
  • g. de bouwhoogte bedraagt maximaal 11 m.

14.2.2 Aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen worden gebouwd zowel in als buiten het bouwvlak en dienen te voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. de goothoogte en bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen zijn maximaal 3 m respectievelijk 5 m;
  • b. de goothoogte en bouwhoogte van aan- en uitbouwen zijn maximaal 3,5 m respectievelijk 5,5 m;
  • c. het bebouwingspercentage van het bouwperceel is maximaal 50.

14.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, is maximaal:

  • a. bouwwerken gebouwd vóór (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw 1 m;
  • b. bouwwerken gebouwd achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw 2,7 m.
14.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering en afmeting van bijgebouwen teneinde een onevenredige aantasting van het woongenot op nabijgelegen percelen te voorkomen.

14.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 1 jo. artikel 22 voor het toestaan van een aan huis gebonden bedrijf, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. het ten behoeve van het aan huis gebonden bedrijf in gebruik te nemen vloeroppervlak bedraagt maximaal 40% van de gezamenlijke oppervlakte van het hoofdgebouw en de bijgebouwen met een maximum van 50 m2;
  • b. het aan huis gebonden bedrijf mag geen onevenredige hinder voor het woon- en leefmilieu opleveren en mag geen onevenredige afbreuk doen aan het karakter van de buurt;
  • c. het aan huis gebonden bedrijf mag geen nadelige invloed hebben op de afwikkeling van het verkeer en/of leiden tot een onevenredige parkeerdruk;
  • d. (detail)handel is alleen toegestaan als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf.