direct naar inhoud van Artikel 18 Water
Plan: Binnenstad Doesburg
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0221.BPL09002HBI-VA02

Artikel 18 Water

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. waterberging;
  • b. waterpartijen en waterlopen;
  • c. bruggen;
  • d. vijvers;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. steigers, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'steiger';
  • g. bescherming en instandhouding van ecologische voorzieningen en natuurwaarden;
  • h. het behoud, beheer en herstel van de cultuurhistorische waarden van het beschermde stadsgezicht van Doesburg;

één en ander met de bijbehorende voorzieningen ten dienste van het water.

18.2 Bouwregels
18.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is maximaal 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer maximaal 6 m mag bedragen.

18.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent de plaats en afmetingen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in verband met het waarborgen van de waterbergende functie van gronden.

18.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
18.4.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden op of in de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:

  • a. het ophogen, vergraven en egaliseren van gronden;
  • b. het bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters;
  • c. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen;
  • d. het aanleggen van waterlopen en het vergraven, verruimen en dempen van bestaande waterlopen en kolken;
  • e. het aanleggen van ondergrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur;
  • f. diepploegen, zijnde het extra diep – ca. 0,4 m of meer – omploegen, waarbij de kruidlaag volledig wordt omgeploegd;
  • g. werken en werkzaamheden die wijzigingen van de waterhuishouding of waterstand beogen of tengevolge hebben, zoals uitdiepen, draineren en slaan van putten.
18.4.2 Uitzonderingen

Het onder 18.4.1. bedoelde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden:

  • a. die het normale onderhoud betreffen;
  • b. welke worden verricht binnen de normale bodemexploitatie en/of beheer en het normale bodemgebruik;
  • c. welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn danwel, krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning kunnen worden uitgevoerd.
18.4.3 Afweging

De onder 18.4.1. bedoelde werken of werkzaamheden zijn toelaatbaar, indien en voorzover:

  • a. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de natuurwaarden, landschappelijke- en/of cultuurwaarden van de gronden;
  • b. er geen sprake is van een onevenredige aantasting van de waterhuishoudkundige situatie met betrekking tot de waterkwaliteit en -kwantiteit.
18.4.4 Advies waterbeheerder

Het bevoegd gezag verleent de in 18.4.1 bedoelde vergunning voor het dempen, graven, vergraven, verleggen, afdammen of herprofileren van waterlopen, watergangen en/of waterpartijen niet alvorens bij de waterbeheerder advies is ingewonnen omtrent de vraag of door de ingreep het waterhuishoudkundig belang niet onevenredig wordt aangetast alsmede omtrent eventueel aan de vergunning te verbinden voorwaarden.