direct naar inhoud van Artikel 18 Wonen
Plan: Buitengebied Doesburg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0221.BPL09001HBU-VA01

Artikel 18 Wonen

18.1 bestemmingsomschrijving

De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de bestaande woningen, waarbij inwoning is toegestaan;
  • b. nevenactiviteiten als opgenomen in bijlage 2, met dien verstande dat:
    • 1. maximaal 25% met een absoluut maximum van 350 m2 van de bestaande bebouwing mag worden gebruikt;
    • 2. er geen detailhandel anders dan de verkoop van ter plaatse geproduceerde agrarische producten mag plaatsvinden;
    • 3. er geen horeca mag plaatsvinden;
    • 4. parkeren op eigen erf dient plaats te vinden;
    • 5. buitenopslag en/of buitenstalling van werktuigen niet is toegestaan;
    • 6. opslag uitsluitend ter plaatse van de aanduiding opslag;
    • 7. er slechts sprake mag zijn van een geringe toevoeging van gebiedsvreemd geluid;
    • 8. de nevenactiviteit geen aanzienlijke verkeersaantrekkende werking mag hebben;
    • 9. er sprake is van een lage visuele uitstraling op het landschap;
  • c. recreatieve nevenactiviteiten in de vorm van Bed & Boterham, met dien verstande dat:
    • 1. maximaal 30 m2 per gastenkamer is toegestaan;
    • 2. er maximaal 2 gastenkamers mogen worden gerealiseerd, dan wel het bestaande aantal gastenkamers;
    • 3. parkeren op eigen erf dient plaats te vinden;
  • d. de bestaande paardenbakken;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven.

18.2 bouwregels
18.2.1 hoofdgebouwen

Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. goothoogte is maximaal de bestaande goothoogte;
  • b. bouwhoogte is maximaal de bestaande bouwhoogte;
  • c. inhoud maximaal:
    • 1. woningen in voormalige boerderijen de bestaande inhoud van het totale woongebouw;
    • 2. bestaande gesplitste woningen de bestaande inhoud;
    • 3. overige woningen maximaal 750 m3.
18.2.2 bijgebouwen

Bijgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd minimaal 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van de woning;
  • b. afstand tot het hoofdgebouw maximaal 20 m;
  • c. gezamenlijke oppervlakte maximaal 75 m2;
  • d. goothoogte maximaal 3 m;
  • e. bouwhoogte maximaal 6 m.
18.2.3 overkappingen

Overkappingen bij de bedrijfswoning voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. oppervlakte maximaal 40 m2;
  • c. goothoogte maximaal 3 m;
  • d. bouwhoogte maximaal 4,5 m.
18.2.4 bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:

  • a. erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 1 m;
  • b. erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 2 m;
  • c. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2 m.
18.2.5 herbouw van een woning

Herbouw van een woning is uitsluitend toegestaan op de bestaande locatie binnen het bestemmingsvlak met inachtneming van het bepaalde in artikel 18.2.1.

18.3 ontheffing van de bouwregels
18.3.1 verplaatsing van de woning

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 18.2.5 ten behoeve van het verplaatsen van de woning, mits:

  • a. woning op maximaal 25 m van de bestaande (voormalige) woning wordt gebouwd, met dien verstande dat wanneer in verband met het bepaalde in artikel 18.3.1 onder b een grotere afstand vereist is deze afstand wordt aangehouden;
  • b. met betrekking tot wegverkeergeluid een aanvaardbaar woonklimaat wordt gerealiseerd;
  • c. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  • d. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden;
  • e. voor het overige wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 18.2.1.
18.3.2 vervanging bestaande bijgebouwen

Burgemeester en weghouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 18.2.2 onder c ten behoeve van de vervanging van bestaande bijgebouwen met dien verstande dat:

  • a. er sprake is van sloop van de op het moment het aanvragen van de ontheffing, aanwezige bijgebouwen;
  • b. de vaststelling van de bij ontheffing toegestane, maximale gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen wordt, met inachtneming van de hierna opgenomen tabel volgens de volgende methode berekend:
Aanwezige oppervlakte bijgebouwen   Te herbouwen in %   Te herbouwen oppervlakte   Cumulatief te herbouwen  
<75   100   75   75  
75-95   95   19   94  
95-115   90   18   112  
115-135   85   17   129  
135-155   80   16   145  
155-175   75   15   160  
175-195   70   14   174  
195-215   65   13   187  
215-235   60   12   199  
235-275   55   22   221  
275-315   50   20   241  
315-355   40   16   257  
355-395   30   12   269  
395-435   20   8   277  
435-475   10   4   281  
>475   10          

    • 1. de aanwezige oppervlakte aan bijgebouwen wordt vastgesteld;
    • 2. van deze oppervlakte wordt de laagste waarde van de aanwezige oppervlakte bandbreedte (kolom 1) afgetrokken;
    • 3. het berekende onder 2 wordt vermenigvuldigd met het percentage als genoemd in de kolom, 'Te herbouwen in %';
    • 4. het berekende onder 3 wordt opgeteld bij de oppervlakte als genoemd in de kolom, 'Cumulatief te herbouwen' met dien verstande dat deze oppervlakte wordt bepaald aan de hand van de oppervlakte die is opgenomen in de rij boven de rij waarin de bestaande oppervlakte van de bijgebouwen is aangegeven.
18.3.3 verhogen goot- en bouwhoogte bedrijfswoningen

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 18.2.1 onder a en/of artikel 18.2.1 onder b voor het vergroten van de goothoogte en of bouwhoogte van woningen tot maximaal 6 m respectievelijk 10 m.

18.4 ontheffing van de gebruiksregels
18.4.1 uitbreiding woning

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 7.10 eerste lid Wro voor uitbreiding van de woning binnen een bestaand hoofdgebouw, mits:

  • a. er sprake blijft van maximaal één woning;
  • b. er geen vergroting van het bestaande hoofdgebouw plaatsvindt.
18.4.2 paardenbakken

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 19.1 onder d voor het toestaan van paardenbakken, mits:

  • a. de oppervlakte maximaal 800 m2 bedraagt;
  • b. geen lichtmasten worden geplaatst;
  • c. bouwhoogte terreinafscheiding maximaal 1,75 m.
18.4.3 recreatieve nevenactiviteiten

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 18.1 voor het toestaan van recreatieve nevenactiviteiten in de vorm van:

  • a. vakantiewoningen / -appartementen, mits
    • 1. opgericht binnen de op het moment van het verlenen van de ontheffing bestaande bebouwing;
    • 2. maximaal 3 vakantiewoningen/-appartementen worden gerealiseerd met een maximale oppervlakte van 100 m2 per vakantiewoning/-appartement;
    • 3. in aanvulling op het bepaalde onder 2 geldt dat de gezamenlijke oppervlakte maximaal 50% van het bebouwd oppervlakte mag bedragen met een absoluut gezamenlijke oppervlakte van 300 m2;;
    • 4. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
    • 5. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
    • 6. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden;
  • b. kleinschalige terrasvoorziening met lichte horeca, mits:
    • 1. opgericht binnen en direct nabij de op het moment van het verlenen van de ontheffing bestaande bebouwing;
    • 2. de oppervlakte maximaal 50% van het bebouwd oppervlak met een absoluut maximum 100 m2 bedraagt;
    • 3. maximaal 100 m2 aan buitenruimte wordt gerealiseerd;
    • 4. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
    • 5. er een landschapsplan wordt overlegd, waaruit de landschappelijke inpassing blijkt;
    • 6. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
    • 7. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden;
18.5 wijzigingsbevoegdheid
18.5.1 woningsplitsing

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het splitsen van woningen in twee woningen, mits:

  • a. de te splitsen woning, met eventueel bestaande voormalige inpandige bedrijfsruimten, een inhoud heeft van minimaal 900 m3;
  • b. de gesplitste woningen een inhoud hebben van minimaal 450 m3;
  • c. de oppervlakte of inhoud van de gesplitste woningen niet wordt vergroot;
  • d. maximale totale gezamenlijke oppervlakte bijgebouwen 150 m2;
  • e. in de nabijheid gelegen functies en waarden niet in onevenredige mate in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden geschaad;
  • f. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad.
18.5.2 wonen in vrijstaande voormalige agrarische bedrijfsgebouwen

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het toestaan van woningen in vrijstaande voormalige agrarische bedrijfsgebouwen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. sanering plaatsvindt van minimaal 100 m2 van de bedrijfsbebouwing;
  • b. het aantal woningen maximaal 2 mag zijn;
  • c. bijgebouwen zijn toegestaan met een maximale oppervlakte van 75 m2 per woning;
  • d. in de nabijheid gelegen functies en waarden niet in onevenredige mate in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden geschaad;
  • e. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad.
18.5.3 extra woningen bij sloop van voormalige agrarische bebouwing

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor de bouw van één of meerdere extra woningen, in verband met sloop van voormalige agrarische bebouwing, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. ter compensatie van de sloop van minimaal 500 m2 voormalige bedrijfsbebouwing en/of bijgebouwen bij de bedrijfswoning, niet zijnde karakteristieke bebouwing, mogen:
    • 1. twee woningen in één bestaand bijgebouw of
    • 2. twee woningen in één nieuw gebouw worden opgericht;
  • b. ter compensatie van de sloop van minimaal 1.500 m2 voormalige bedrijfsbebouwing en/of bijgebouwen bij de bedrijfswoning, mogen:
    1. maximaal drie woningen in één bestaand bedrijfsgebouw of bijgebouw of
    2. één woning in één bestaand bedrijfsgebouw of bijgebouw en maximaal twee woningen in één nieuw woongebouw of
    3. maximaal drie woningen in één nieuw woongebouw of
    4. maximaal twee vrijstaande woningen
    worden opgericht;
  • c. alle voormalige agrarische bedrijfsgebouwen dienen gesloopt te worden met uitzondering van de karakteristieke bijgebouwen;
  • d. de oppervlakte van de nieuw te bouwen woongebouwen en/of woningen bedraagt maximaal 50% van de gesloopte oppervlakte;
  • e. de nieuw te realiseren woningen mag een inhoud van minimaal 400 m3 en maximaal 600 m3;
  • f. bijgebouwen bij de nieuw te realiseren woningen voldoen aan de volgende kenmerken:
    • 1. oppervlakte maximaal 75 m2 per woning;
    • 2. gebouwd op maximaal 25 m afstand van de nieuw te realiseren woning;
    • 3. indien er meerdere nieuwe woningen worden gerealiseerd dienen de bijgebouwen in één gebouw te worden ondergebracht;
  • g. oppervlakte bijgebouw voormalige bedrijfswoning bedraagt maximaal 150 m2;
  • h. parkeren dient op eigen erf plaats te vinden;
  • i. er sprake is van een landschappelijke inpassing, waartoe een landschapsplan dient te worden opgesteld;
  • j. in de nabijheid gelegen functies en waarden niet in onevenredige mate in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden geschaad;
  • k. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad.