direct naar inhoud van Regels
Plan: Beinum 2012 - "De Strijp 2018"
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0221.17002HBE-VA01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

Het bestemmingsplan Beinum 2012 - "De Strijp 2018" met identificatienummer NL.IMRO.0221.17002HBE-VA01 van de gemeente Doesburg.

1.2 bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij horende bijlagen.

1.3 aan huis gebonden bedrijf

Een bedrijf, dat door de gebruiker van een woning in die woning of een bijbehorend bijgebouw wordt uitgeoefend, waarbij de woning in hoofdzaak de woonfunctie behoudt (zie bijlage 3 bij de toelichting).

1.4 aan huis gebonden beroep

Een beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, (ontwerp)technisch of kunstzinnig gebied, dat door de gebruiker van een woning in die woning of een bijbehorend bijgebouw wordt uitgeoefend, waarbij de woning in hoofdzaak de woonfunctie behoudt. Voorbeelden hiervan zijn persoonlijke dienstverlening in de vorm van een pedicure, fysio, massage, gastouder, huisarts, advocaat en notaris (zie bijlage 3 bij de toelichting).

1.5 overige begrippen

Op dit plan zijn de begrippen uit de regels van het bestemmingsplan 'Beinum 2012' met identificatienummer NL.IMRO.0221.BPL11002HBE-VA01 van de gemeente Doesburg zoals vastgesteld op 26 juni 2013, van toepassing.

Artikel 2 Wijze van meten

Op dit plan is de wijze van meten van het bestemmingsplan 'Beinum 2012' van de gemeente Doesburg zoals vastgesteld op 26 juni 2013, van toepassing.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Tuin

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen woningen;
  • b. erfontsluitingswegen;
  • c. parkeervoorzieningen, uitsluitend op de erfontsluitingsweg;

met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en onbebouwde gronden.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Op de voor 'Tuin' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van aangebouwde uitbouwen zoals erkers onder de volgende voorwaarden:

  • a. de breedte van de uitbouw bedraagt maximaal 50% van de breedte van de gevel van het hoofdgebouw;
  • b. de uitbouw mag niet hoger zijn dan de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw;
  • c. de diepte van de uitbouw bedraagt maximaal 1 meter.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, geldt:

  • a. bouwwerken gebouwd vóór (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw 1 m;
  • b. bouwwerken gebouwd achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw 2,7 m.
3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Bouwen overkapping

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.2, sub a voor de bouw van een overkapping, zijnde een bouwwerk, geen gebouw zijnde, onder de volgende voorwaarden:

  • a. de overkapping dient tenminste 1 m achter (het verlengde van) de voorgevel van woning te liggen;
  • b. de oppervlakte van een overkapping mag maximaal 20 m² bedragen;
  • c. de bouwhoogte van een overkapping mag maximaal 0,25 m boven 3 m bedragen, maar mag, ingeval zij is aangebouwd aan een hoofdgebouw, niet hoger zijn dan de eerste bouwlaag van dat hoofdgebouw;
  • d. de bestemming 'Tuin' mag voor niet meer dan 50% worden bebouwd.

3.3.2 Criteria

Een omgevingsvergunning als bedoeld in art. 3.3.1 kan slechts worden verleend, mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.

Artikel 4 Wonen - 2

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor"

  • a. woningen;
  • b. aan huis gebonden beroepen;
  • c. parkeervoorzieningen,

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Hoofdgebouwen dienen te voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. het maximum aantal woningen binnen het plangebied bedraagt 25;
  • b. woningen worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • c. de afstand van de woning tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt minimaal 4 meter;
  • d. kelders zijn toegestaan onder het hoofdgebouw;
  • e. binnen de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' dienen de woningen voorts te voldoen aan de volgende kenmerken:
    • 1. woningen worden vrijstaand of twee-aaneen gebouwd;
    • 2. er zijn maximaal 6 twee-aan-eengebouwde woningen toegestaan;
    • 3. de voorgevel van de woning staat in de bestemmingsgrens ter plaatse van de op de verbeelding aangegeven figuur 'gevellijn';
    • 4. de goot- en/of bouwhoogte mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)';
    • 5. de woningen worden uitgevoerd met een kap met een hellingshoek tussen 40 en 60 graden;
  • f. binnen de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' dienen de woningen te voldoen aan de volgende kenmerken:
  • 1. de woningen worden vrijstaand gebouwd;
  • 2. de goot- en/of bouwhoogte mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m);
  • 3. de dakhelling van de woning bedraagt maximaal 10 graden;
  • 4. het bestemmingsvlak als bepaald in artikel 4.1 mag voor maximaal 50% worden bebouwd, dit is inclusief aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen als bepaald in artikel 4.2.2.

4.2.2 Aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
  • a. Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen te worden gebouwd binnen het bestemmingsvlak en minimaal 1 meter achter het verlengde van de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • b. binnen de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding 1' dienen aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen te voldoen aan de volgende kenmerken:
  • 1. de maximale oppervlakte bedraagt 75 m2;
  • 2. de goot- en bouwhoogte bedraagt maximaal 3 en 5 meter;
  • c. binnen de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding 2' dienen aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen te voldoen aan de volgende kenmerken:
  • 1. de maximale oppervlakte bedraagt 100 m2;
  • 2. de goot- en bouwhoogte bedraagt maximaal 3 en 4 meter;
  • 3. de dakhelling bedraagt maximaal 10 graden.

4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, geldt:

  • a. bouwwerken gebouwd vóór (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw maximaal 1 m;
  • b. bouwwerken gebouwd achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw maximaal 2,7 m.
4.3 Specifieke gebruiksregels
4.3.1 Parkeren

Bij elke woning dienen op eigen terrein ten minste 2 parkeerplaatsen te worden aangelegd en in stand te worden gehouden.

4.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering en afmeting van bijgebouwen teneinde een onevenredige aantasting van het woongenot op nabijgelegen percelen te voorkomen.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 1 jo. artikel 22 van het bestemmingsplan 'Beinum 2012' van de gemeente Doesburg zoals vastgesteld op 26 juni 2013, voor het toestaan van een aan huis gebonden bedrijf, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. het ten behoeve van het aan huis gebonden bedrijf in gebruik te nemen vloeroppervlak bedraagt maximaal 40% van de gezamenlijke oppervlakte van het hoofdgebouw en de bijgebouwen met een maximum van 50 m2;
  • b. het aan huis gebonden bedrijf mag geen onevenredige hinder voor het woon- en leefmilieu opleveren en mag geen onevenredige afbreuk doen aan het karakter van de buurt;
  • c. het aan huis gebonden bedrijf mag geen nadelige invloed hebben op de afwikkeling van het verkeer en/of leiden tot een onevenredige parkeerdruk;
  • d. (detail)handel is alleen toegestaan als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 5 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 6 Algemene regels

Op dit plan zijn van toepassing:

- de algemene regels van het bestemmingsplan 'Beinum 2012' van de gemeente Doesburg zoals vastgesteld op 26 juni 2013;

- het bestemmingsplan 'Beleidsregels planologische afwijkingsmogelijkheden' van de gemeente Doesburg zoals vastgesteld op 9 september 2014.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 7 Overgangsrecht

7.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig afwijken van het eerste lid onder artikel 7.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
  • 3. Het eerste lid onder artikel 7.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
7.2 Overgangsrecht gebruik
  • 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  • 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid onder artikel 7.2, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  • 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid onder artikel 7.2, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  • 4. Het eerste lid onder artikel 7.2 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 8 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Beinum 2012 - "De Strijp 2018"'.