Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Kernen Buren
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0214.KOMBP20130001-vg01

Artikel 26 Verkeer - Historisch

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Verkeer - Historisch" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. het behoud, beheer of herstel van een straat als een essentieel onderdeel van het bestaande en uit historisch oogpunt belangwekkende stadsbeeld, met wegprofielen bestaande uit een klinker- en/of kasseien verharding, stoepen, solitaire bomen en bijbehorend straatmeubilair zoals waterpompen
  2. (week en jaar)markten;
  3. ter plaatse van de aanduiding 'terras' zijn tevens niet-permanente en niet overdekte terrassen voor horecabedrijven toegestaan;
  4. een voorziening voor podiumkunst ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - podiumkunst';
  5. het tijdelijk plaatsen van kramen en wagens ten behoeve van het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen, dan wel ten behoeve van het aanbieden van diensten

26.1.1 Toegestane bebouwing

Op gronden met de bestemming "Verkeer - Historisch” mogen uitsluitend worden gebouwd:
  1. zitbanken, kinderspeeltoestellen, beeldhouwwerken en daarmee gelijk te stellen kunstzinnige elementen;
  2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, zoals lichtmasten en verkeers- en verwijsborden;
  3. weg- en waterbouwkundige kunstwerken, zoals bruggen en duikers; bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen, zoals transformatoren, gasvoorzieningen en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
 

26.1.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van de in artikel 26 lid 1.1 genoemde bouwwerken mag de hoogte maximaal 2,5 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van lichtmasten maximaal 6 m mag bedragen.
 

26.2 Bouwregels

Op gronden met de bestemming "Verkeer - Historisch” mogen uitsluitend worden gebouwd:
  1. zitbanken, kinderspeeltoestellen, beeldhouwwerken en daarmee gelijk te stellen kunstzinnige elementen;
  2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, zoals lichtmasten en verkeers- en verwijsborden;
  3. weg- en waterbouwkundige kunstwerken, zoals bruggen en duikers; bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen, zoals transformatoren, gasvoorzieningen en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
 

26.3 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en Wethouders kunnen middels een omgevingsverguning afwijken van het gestelde in artikel 26 lid 1 voor de inrichting en het gebruik als terras voor een horecabedrijf voor zover:
  1. de gronden direct aansluiten bij een horecabedrijf binnen de bestemming "Centrum";
  2. het verkeersbelang niet onevenredig wordt geschaad;
  3. de belangen van het beschermde stads- en dorpsgezicht niet onevenredig worden aangetast;
  4. van tevoren in voldoende mate is verzekerd dat het beoogde gebruik geen ontoelaatbare invloed heeft op het woon- en leefmilieu in de omliggende woningen.

26.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

26.4.1 Uitvoeren van werkzaamheden

Het is verboden binnen de bestemming "Verkeer - Historisch", zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
  1. werken en werkzaamheden die direct zijn gericht op het storten, deponeren of op andere wijze opslaan van grond, puin of afvalmaterialen, voor zover deze van elders zijn aangevoerd;
  2. het vellen, rooien of beschadigen van houtgewas, voor zover dit niet betreft de verzorging van de aanwezige houtopstanden;
  3. het afgraven, ophogen of egaliseren van gronden;
  4. het aanplanten van een houtopstand;
  5. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  6. het dempen, graven, verbreden, verdiepen van waterpartijen en watergangen of het aanbrengen van drainagevoorzieningen.
 

26.4.2 Uitzonderingen

Het in artikel 26 lid 4.1 vervatte verbod geldt niet voor:
  1. werken en werkzaamheden binnen het kader van het normale onderhoud, beheer of herstel van de functies, die het plan aan de gronden toekent;
  2. werken en werkzaamheden, voor zover daarvoor, op het tijdstip van het van kracht worden van het plan, reeds een vergunning is verleend ingevolge de Ontgrondingenwet;
  3. werken en werkzaamheden die ten tijde van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren;
  4. werken en werkzaamheden die zijn bedoeld om de directe gevolgen van calamiteiten of plagen te beperken;
  5. werken en werkzaamheden ten aanzien waarvan door Burgemeester en wethouders is medegedeeld dat deze, wat aard en omvang betreft, van zodanige ondergeschikte betekenis zijn, dat voor de uitvoering daarvan geen omgevingsvergunning wordt vereist.
 

26.4.3 Onderzoek

Burgemeester en Wethouders gaan pas over tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, als bedoeld in artikel 26 lid 4.1, indien uit een advies van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit is gebleken dat de functies en waarden die in het plan aan de desbetreffende en aan de omliggende gronden zijn toegekend, of de mogelijkheden tot het herstel of de ontwikkeling van deze waarden, niet blijvend onevenredig worden geschaad.