Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Kernen Buren
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0214.KOMBP20130001-vg01

Artikel 11 Centrum

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Centrum" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. detailhandels- en bedrijven, zakelijke- en maatschappelijke dienstverlening, openbare- en bijzondere doeleinden, ateliers voor kunstenaars;
  2. doeleinden van handel en bedrijf die behoren tot maximaal categorie 2, zoals deze op de tot het plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten zijn vermeld;
  3. bijbehorende bewoning, incl. mantelzorg en daarbij behorende doeleinden.
  4. alsmede voor:
 
ter plaatse van de aanduiding:toegestane functie:
horecaeen horecabedrijf tot en met horecacategorie 2, zoals opgenomen in de tot het plan behorende “Staat van horecabedrijven
specifieke vorm van centrum - horeca 1een horecabedrijf tot en met horecacategorie 3, zoals opgenomen in de tot het plan behorende “Staat van horecabedrijven
kantoorkantoor
garageeen garage
specifieke vorm van centrum - poorteen poort
bijgebouwenbijbehorende bouwwerken, waarbij de bijbehorende bouwwerken alleen gebruikt mogen worden ten dienste van de hoofdbestemming uitgeoefend door de eigenaar van het hoofdgebouw
 

11.2 Bouwregels

11.2.1 Toegestane bebouwing

Op gronden met de bestemming “Centrum” mogen uitsluitend worden gebouwd:
  1. bedrijfsgebouwen zoals verkoopruimten, showrooms, werkplaatsen, ateliers en zaalruimten;
  2. bij de bedrijfsgebouwen behorende opslagruimten, bergingen en bedrijfsbouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  3. ten hoogste het bestaande aantal woningen;
  4. binnen de aanduiding "bijgebouwen" in de beschermde stads- en dorpsgezichten Beusichem en Buren uitsluitend bijbehorende bouwwerken;
  5. bij de woning behorende bijbehorende bouwwerken;
  6. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals erfafscheidingen, tuinmuren, pergola's en beeldhouwwerken en daarmee gelijk te stellen kunstzinnige elementen.

11.2.2 Bebouwingspercentage

  1. voor het bouwen van de in artikel 11 lid 2.1 sub a, artikel 11 lid 2.1 sub b en artikel 11 lid 2.1 sub c genoemde gebouwen mag het bebouwingspercentage niet meer bedragen dan 60%, met dien verstande dat, voor zover een aanduiding "maximum bebouwingspercentage (%)" is opgenomen, het bebouwingspercentage niet meer mag bedragen dan ter plaatse van die aanduiding is aangegeven.
  2. in uitzondering op artikel 11 lid 2.2 sub a mogen de bouwvlakken gelegen binnen de beschermde stads- en dorpsgezichten Beusichem en Buren 100% bebouwd worden.
 

11.2.3 Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van de in artikel 11 lid 2.1 sub a en artikel 11 lid 2.1 sub b genoemde bouwwerken mag de goothoogte niet meer bedragen dan 6 m en de bouwhoogte niet meer bedragen dan 11 m, met dien verstande dat:
  1. indien de bestaande goothoogte hoger is, deze hogere maat maatgevend is;
  2. voor zover de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte" is opgenomen, de goot- en bouwhoogte niet meer mag bedragen dan ter plaatse van die aanduiding is aangegeven.

11.2.4 Woningen

Voor het bouwen van de in artikel 11 lid 2.1 sub c genoemde woningen gelden de volgende bepalingen:
  1. de goothoogte en de bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan 6 m respectievelijk 11 m, met dien verstande dat, indien de bestaande goothoogte hoger is, deze hogere maat maatgevend is.

11.2.5 Bijbehorende bouwwerken binnen de beschermde stads- en dorpsgezichten Beusichem en Buren

Voor het bouwen van de in artikel 11 lid 2.1 sub d genoemde bijbehorende bouwwerken binnen de beschermde stads- en dorpsgezichten Beusichem en Buren gelden de volgende bepalingen:
  1. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' mogen uitsluitend bijbehorende bouwwerken worden gebouwd;
  2. het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan 60% en het gezamenlijke oppervlakte mag niet meer bedragen dan 75 m2, met dien verstande dat, dat voor zover de aanduiding "maximum bebouwingspercentage (%)" is opgenomen, het bebouwd oppervlak ter plaatse van de aanduiding "bijgebouwen" niet meer mag bedragen dan met de aanduiding ""maximum bebouwingspercentage (%)" is aangegeven;
  3. de goothoogte van aan het hoofdgebouw (i.c. de bedrijfswoning) aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw plus 0,30 m;
  4. de goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3 m;
  5. de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 6 m;
  6. indien de aanduiding 'bijgebouwen' direct grenst aan een woning, dient van het open erf tenminste onbebouwd te blijven een aaneengesloten rechthoek of parallellogram van 35 m2 met een breedte van tenminste 3,5 m, die in een directe ruimtelijke relatie staat met het woongedeelte van de woning, waarbij het open erf behoort.

11.2.6 Bijbehorende bouwwerken bij woningen

Voor het bouwen van de in artikel 11 lid 2.1 sub e genoemde bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
  1. de gezamenlijke oppervlakte van alle bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 75 m²;
  2. de bijbehorende bouwwerken moeten zodanig worden gesitueerd dat op het bouwperceel ten hoogste drie bijbehorende bouwwerken aanwezig zijn, tenzij strikte toepassing van deze bepaling zou leiden tot een ondoelmatige situering van het betreffende bijbehorende bouwwerk;
  3. de goothoogte van aan het hoofdgebouw (i.c. de woning) aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw plus 0,30 m;
  4. de goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3 m;
  5. de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 6 m.

11.2.7 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van de in artikel 11 lid 2.1 sub f genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
  1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde voorgevel(s) dan wel het verlengde daarvan mag niet meer bedragen dan 1 m, met uitzondering van toegangspoorten, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2 m;
  2. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevels c.q. het verlengde daarvan mag niet meer dan 2 m bedragen mits deze op minimaal 1 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan worden gebouwd;
  3. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat voor pergola's de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2,5 m, voor beeldhouwwerken en daarmee gelijk te stellen kunstzinnige elementen de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 4 m en voor vlaggenmasten en licht- en reclamemasten de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 6 m.

11.3 Specifieke gebruiksregels


11.3.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik strijdig met de bestemming “Centrum” wordt in ieder geval begrepen:
  1. de opslag van consumentenvuurwerk;
  2. het gebruik van gronden als theetuin.

11.3.2 Mantelzorg

Gebruik van ruimten ten behoeve van mantelzorg, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt indien: 
  1. de inwoning plaats vindt in het hoofdgebouw en geen groter vloeroppervlak in beslag neemt dan 75 m2;
  2. er sprake is van een gemeenschappelijke entree;
  3. het verbouwde gedeelte voor inwoning technisch/functioneel altijd weer bij de oorspronkelijke woning kan worden betrokken.
 

11.4 Afwijken van de gebruiksregels

11.4.1 Horeca

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in de regels voor de vestiging van een horecabedrijf, waaronder die horecabedrijven worden verstaan die op de tot het plan behorende “Staat van horecabedrijven” zijn vermeld als behorend tot ten hoogste categorie 2, op een andere plaats dan toegestaan middels een aanduiding op de verbeelding, mits geen blijvende onevenredige afbreuk aan het woon- en leefmilieu ontstaat.