direct naar inhoud van Artikel 6 Maatschappelijk
Plan: Ingen, Het Woud
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0214.INGBP20110001-vg01

Artikel 6 Maatschappelijk

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Maatschappelijk" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sociale-, educatieve-, culturele, gezondheids- en overheidsinstellingen, waaronder verenigingsgebouw en kinderdagverblijf;
  • b. voorzieningen voor de waterhuishouding, waterberging, waterzuivering en hemelwaterinfiltratie;
  • c. parkeer- en groenvoorzieningen.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Toegestane bouwwerken

Op gronden met de bestemming "Maatschappelijk" mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen ten dienste van de in de bestemmingsomschrijving van dit artikel genoemde functies;
  • b. bijbehorende fietsenstallingen en bergingen;
  • c. bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals erf- en terreinafscheidingen, tuinmuren, pergola's en beeldhouwwerken en daarmee gelijk te stellen kunstzinnige elementen.
6.2.2 Regels gebouwen

Voor het bouwen van de in lid 6.2.1 sub a genoemde gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van de gebouwen mag niet meer bedragen dan 10 m, met dien verstande, dat indien de bestaande bouwhoogte hoger is, deze hogere maat maatgevend is.
6.2.3 Regels fietsenstallingen en bergingen

Voor het bouwen van de lid 6.2.1 sub b genoemde bijbehorende fietsenstallingen en bergingen gelden de volgende bepalingen:

  • a. fietsenstallingen mogen zowel binnen als buiten een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4,50 m.
6.2.4 Regels overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van de in lid 6.2.1 sub c genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde voorgevel(s) c.q. het verlengde daarvan mag niet meer bedragen dan 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde voorgevel(s) c.q. het verlengde daarvan mag niet meer bedragen dan 2 m, mits deze op minimaal 1 m achter de naar de weg gekeerde voorgevel(s) van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan worden gebouwd;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer mag bedragen dan 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erfafscheidingen, tuinmuren en pergola’s niet meer mag bedragen dan 2,50 m, de bouwhoogte van zitbanken, speelwerktuigen, beeldhouwwerken en daarmee gelijk te stellen kunstzinnige elementen niet meer mag bedragen dan 4 m en de bouwhoogte van vlaggenmasten, licht- en reclamemasten/-zuilen niet meer mag bedragen dan 6 m.