Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Buitengebied, reparatieplan
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0214.BUIBP20120013-vg02

Artikel 9 Bedrijf - Agrarisch verwant

9.1 Bestemmingsomschrijving
 
9.1.1
De op de verbeelding voor "Bedrijf - Agrarisch verwant" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. de agrarisch verwante bedrijvigheden zoals deze voor de desbetreffende gronden met een aanduiding op de verbeelding nader zijn aangeduid en hieronder zijn omschreven:
    1. (al): een agrarisch loonbedrijf;
    2. (sb-ah): een agrarische handelsonderneming;
    3. (sb-boe): een boerderijwinkel;
  2. bijbehorende voorzieningen en opslag;
  3. bijbehorende bewoning;
  4. landschappelijke beplanting.
9.1.2
Indien een gedeelte van een bestemmingsvlak op de verbeelding is voorzien van de aanduiding "sb-ub = specifieke vorm van bedrijf - uitsluitend beplanting", is dat gedeelte uitsluitend bestemd voor landschappelijke beplanting.
9.2 Bouwregels
9.2.1
Op de gronden met de bestemming "Bedrijf - Agrarisch verwant" mogen uitsluitend worden gebouwd: 
  1. bedrijfsgebouwen ten behoeve van de bestemming; 
  2. één woning per bestemmingsvlak dan wel, in geval reeds meerderewoningen aanwezig zijn, het bestaande aantal woningen;
  3. bijbehorende bouwwerken ten behoeve van de woning; 
  4. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming.
9.2.2
Bij de bouw van de in artikel 9 lid 2.1 bedoelde bouwwerken, voor zover het betreft gebouwen, dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden: 
  1. de afstand tot de perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 5 m; 
  2. deze bouwwerken mogen uitsluitend worden gebouwd op gronden die op de verbeelding niet zijn aangewezen voor artikel 36 lid 5 (Vrijwaringszone - Weg).
9.2.3
Bij de bouw van de in artikel 9 lid 2.1 sub a bedoelde bedrijfsgebouwen dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
  1. per bestemmingsvlak mag het bebouwd oppervlak van de gebouwen, indien de uitbreiding noodzakelijk is voor (het continueren van) de bedrijfsvoering, niet meer bedragen dan 140% van het bestaande bebouwd oppervlak, waarbij de uitbreiding ten opzichte van het bestaand bebouwd oppervlak maximaal 500 m2 mag bedragen; 
  2. in afwijking van lid a mag het gezamenlijk bebouwd oppervlak van de bedrijfsgebouwen niet meer bedragen dan door middel van de maatvoeringsaanduidingen op de verbeelding is aangegeven;
  3. de hoogte mag niet meer bedragen dan 9 m; 
  4. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 5 m.
9.2.4
Bij de bouw van de in artikel 9 lid 2.1 sub b bedoelde woningen dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden: 
  1. indien nog geen woning aanwezig is of indien sprake is van de vervanging van een bestaande woning, mag de woning uitsluitend in- of aanpandig met, dan wel op ten hoogste 5 m van een bedrijfsgebouw worden gebouwd; 
  2. de inhoud mag niet meer bedragen dan 750 m3
  3. de hoogte mag niet meer bedragen dan 12 m; 
  4. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 m;

    met dien verstande dat, indien de bestaande inhoud, hoogte of goothoogte groter respectievelijk hoger is, deze grotere of hogere maat maatgevend is.
9.2.5
Bij de bouw van de in artikel 9 lid 2.1 sub c bedoelde bijbehorende bouwwerken dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden: 
  1. per woning mogen niet meer dan 2 vrijstaande bijbehorende bouwwerken worden gebouwd en mag het totale oppervlak van de bijbehorende bouwwerken niet meer bedragen dan 75 m2
  2. de hoogte mag niet meer bedragen dan 7 m; 
  3. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.
9.2.6
Bij de bouw van de in artikel 9 lid 2.1 sub d bedoelde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden: 
  1. de hoogte van vrijstaande antennemasten mag niet meer bedragen dan 15 m;
  2. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2,5 m.
9.3 Specifieke gebruiksregels
Als gebruik in strijd met de bestemming "Bedrijf - Agrarisch verwant", dat ingevolge artikel 35 is verboden, wordt in ieder geval begrepen de opslag van goederen en materieel in de openlucht, voor zover de hoogte van de opslag meer bedraagt dan 4 m of de opslag plaatsvindt binnen de gronden die op de verbeelding zijn aangewezen voor artikel 36 lid 5 (Vrijwaringszone - Weg).