Plan: | Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0214.BUIBP20120010-vg01 |
het bestemmingsplan Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen van de gemeente Buren.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0214.BUIBP20120010-vg01 met de bijbehorende regels.
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van het in dat gebied voorkomende bodemarchief.
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer/exploitatie, dat in de logiesverblijven daadwerkelijk recreatieve (nacht)verblijfsmogelijkheden worden geboden.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein.
een object dat ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, bestemd is om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en die daarvoor permanent of op een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, wordt gebruikt.
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
de in de bodem aanwezige overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats. (Het laatste deel van deze zin staat niet in SVBP 2012, maar een begrip mag wel worden aangevuld als het het voorgaande niet tegenspreekt. M.i. laten staan.)
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een gebouw, dat in bouwkundig en functioneel opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde perceel gelegen hoofdgebouw.
twee tegen elkaar geplaatste (geschakelde) stacaravans die worden gebruikt als één recreatieverblijf;
verblijf buiten de woning voor recreatieve doeleinden zonder dat er een overnachting ter plaatse mee gepaard gaat.
een leiding die gezuiverd water afvoert vanuit een waterzuiveringsinstallatie.
een aan de bestemming ondergeschikt gebruik voor niet gemotoriseerde dagrecreatie gericht op het rustig beleven en gebruikmaken van aanwezige specifieke omgevingskwaliteiten in de vorm van wandelen, fietsen, varen, vissen e.d.
niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, sporten, vissen en natuurobservatie.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
het met een uit maximaal 20 personen bestaande groep georganiseerd kortkamperen in tenten.
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
een gebouw of een deel van een gebouw dat:
òf door eenzelfde persoon of huishouden gebruikt wordt als woonruimte op een wijze die, ingevolge het bepaalde in artikel 24 tot en met 31 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, noopt tot inschrijving van de bewoner(s) in de basisadministratie van de gemeente waarin dat gebouw is gelegen; hiervan is sprake indien er naar redelijke verwachting gedurende een half jaar ten minste twee derde van de tijd in het gebouw wordt verbleven;
òf indien betrokkene op meer dan één adres woont, het adres is waar hij naar redelijke verwachting gedurende een half jaar de meeste malen zal overnachten;
met dien verstande dat van een gebruik als hoofdverblijf voorts wordt geacht sprake te zijn wanneer buiten het zomerseizoen (dat loopt van 1 mei tot 1 oktober) in een kalenderjaar ter plaatse meer dan 70 maal nachtverblijf wordt gehouden en door betrokkene niet aannemelijk is of kan worden gemaakt, dat elders over een hoofdverblijf kan worden beschikt.
een voorziening als genoemd in de Staat van Horeca-activiteiten, gericht op het verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, uit ten hoogste categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten.
wanneer er permanent gewoond wordt in het recreatieverblijf en men geen andere, zelfstandige legale woonruimte heeft dan het recreatieverblijf.
een gemotoriseerd voertuig waarin voorzieningen voor dag- en/of nacht-verblijf zijn getroffen en dat als zodanig over de openbare weg kan en mag rijden.
een al dan niet als bouwwerk aan te merken tent, tentwagen, kampeerauto, trekkershut, (sta)caravan of hiermee gelijk te stellen onderkomen, dat bestemd is voor recreatief verblijf en waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
voorzieningen, zoals aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken, ten behoeve van recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, vissen, kanoën en natuurobservatie.
een kampeerder, van wie het kampeermiddel gedurende een periode van ten hoogste zes weken geplaatst blijft.
een of meerdere gastenkamers al dan niet met eigen voorzieningen gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch verblijf, gevestigd in de bedrijfswoning of in een gebouw, behorend tot de centrale voorzieningen.
het bieden van zorg aan huis aan iemand die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, buiten bedrijfsmatig of organisatorisch verband.
een kunststoftunnel of overkapping waarbij de afdichting of afdekking niet langer dan 5 maanden per jaar is aangebracht.
een object bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en die daarvoor permanent of op een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, wordt gebruikt.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
gebruik van een gebouw door eenzelfde persoon of eenzelfde huishouden op een wijze die ingevolge het bepaalde in de artikelen 24 tot en met 31 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens noopt tot inschrijving in de basisadministratie van de gemeente Buren.Hiervan is sprake indien er naar redelijke verwachting gedurende een half jaar tenminste twee derde van de tijd in het recreatieverblijf wordt verbleven.
een onderkomen op een perceel dat een recreatieve bestemming in het bestemmingsplan heeft;
een gebouw, uitsluitend bestemd voor recreatief verblijf, waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels deel uitmaakt.
een aanhangwagen, zonder uitgebreide aanpassingen als één geheel verrijdbaar, die kan dienen als recreatief onderkomen, daaronder overnachting begrepen, met een lengte van meer dan 8 m en/of een breedte van meer dan 2,5 m, dan wel een ander, zonder uitgebreide aanpassingen als één geheel verrijdbaar, kampeermiddel, dat niet is of kan worden uitgerust om als aanhangwagen achter een motorvoertuig over de openbare weg te worden voortbewogen.
een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel, inclusief bij dat kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten.
een in hoofdzaak van textiel of ander daarmee vergelijkbaar materiaal vervaardigd onderkomen voor dag- en/of nachtverblijf, dat gemakkelijk is op te bouwen en in te pakken.
een aanhangwagen die kan dienen als recreatief onderkomen, overnachting daaronder begrepen, welke is/kan worden uitgerust om als zodanig zelfstandig achter een gemotoriseerd voertuig over de openbare weg te worden voortbewogen.
een gebouw voor recreatief nachtverblijf met een eenvoudige constructie zonder sanitaire voorziening en een beperkte omvang voor passanten die overnachten.
recreatief nachtverblijf, waarbij overnacht wordt in recreatieverblijven.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, gevel- en kroonlijsten, regenpijpen, stoeptreden, luifels, balkons en overstekende daken, buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
De voor ' Agrarisch ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op gronden met de bestemming ' Agrarisch ' mogen uitsluitend worden gebouwd:
Bij de bouw van de in 3.2.1 onder a bedoelde teeltondersteunende voorzieningen mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 6 m.
Bij de bouw van de in 3.2.1 onder b bedoelde molens mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 6 m.
Bij de bouw van de in 3.2.1 onder c bedoelde andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 3.2.1 voor de bouw van een agrarisch hulpgebouw buiten een bouwvlak, indien en voor zover:
Tot het afwijken van het bepaalde in 3.2 wordt pas overgegaan, indien hierdoor:
Als gebruik in strijd met de bestemming ' Agrarisch ' wordt in ieder geval begrepen:
Het is verboden binnen de bestemming ' Agrarisch ' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in 3.5.1 vervatte verbod geldt niet voor:
Burgemeester en wethouders gaan pas over tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, als bedoeld in 3.5.1 , indien uit een nader onderzoek is gebleken dat door de beoogde werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan te verwachten directe of indirecte gevolgen, de landschappelijke waarden en de natuurwaarden, die eigen zijn aan de desbetreffende gronden, of de mogelijkheden tot het herstel of de ontwikkeling van deze waarden, niet blijvend onevenredig worden geschaad.
De voor ' Bos ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op gronden met de bestemming ' Bos ' mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, met een bouwhoogte van niet meer dan 2,5 m en een oppervlakte van niet meer dan 10 m2.
De voor ' Groen ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op gronden met de bestemming ' Groen ' mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, met een bouwhoogte van niet meer dan 2,5 m en een oppervlakte van niet meer dan 10 m2.
De voor ' Groen - Beplantingsstrook ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op gronden met de bestemming ' Groen - Beplantingsstrook ' mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, met een bouwhoogte van niet meer dan 2,5 m en een oppervlakte van niet meer dan 10 m2.
De voor ' Recreatie - Centrale voorzieningen ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
bestemmingsvlak | maximale gebruiksoppervlakte |
Rijnbandijk 6a, Eck en Wiel (Motorcamping Het Dijkje) | 96 m2 |
Rijnbandijk 111, Maurik (Houtbouwpark Rivierenland) | 310 m2 |
Op de gronden met de bestemming ' Recreatie - Centrale voorzieningen ' mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming.
Bij de bouw van gebouwen dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
bestemmingsvlak | maximale oppervlakte |
aantal bedrijfs- woningen |
|
Bulksestraat 4, Ingen (Blijwerven) | 740 m2 | 2 | |
Eiland van Maurik 7, Maurik (Eiland van Maurik) | 5.929 m2 | 3 | |
Erichemsekade 8, Buren (Karekiet) | 360 m2 | 1 | |
Erichemseweg 84, Erichem (De Vergarde) | 2.555 m2 | 1 | |
Kalverlandseweg 3, Eck en Wiel (Kalverland) | 1 | ||
Lingesteeg 8a, Kapel-Avezaath (Zandput) | 220 m2 | 1 | |
Lingesteeg 12, Kapel-Avezaath (In den Boomgaard) | 496 m2 | 2 | |
Provincialeweg 27a, Ommeren (Betuwe Hoeve) | 528 m2 | 1 | |
Rijnbandijk 6a, Eck en Wiel (Motorcamping Het Dijkje) | 216 m2 | 1 | |
Rijnbandijk 10, Eck en Wiel (Verkrema) | 3.529 m2 | 2 | |
Rijnbandijk 36, Maurik (De Loswal) | 388 m2 | 1 | |
Rijnbandijk 111, Maurik (Houtbouwpark Rivierenland) | 84 m2 | 0 | |
Rijnstraat 82, Ingen (Van Sijl) | 892 m2 | 1 | |
Schans 3, Eck en Wiel (De Schans) | 465 m2 | 2 | |
Verhuizensestraat 5, Ingen (Zwanenmeer) | 281 m2 | 1 | |
Veerweg 10a, Beusichem (Jachthaven Beusichem) | 1.240 m2 | 1 |
Bij de bouw van trekkershutten dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
Bij de bouw van recreatiewoningen in het bestemmingsvlak aan de Kalverlandseweg 3, Eck en Wiel (Kalverland) bedoeld in 7.1 onder e, dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
Bij de bouw van kampeermiddelen in het bestemmingsvlak aan de Kalverlandseweg 3, Eck en Wiel (Kalverland) bedoeld in 7.1 onder e, dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
Bij de bouw van kampeermiddelen in de bestemmingsvlakken, bedoeld in 7.1 onder f dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
Bij de bouw van een bedrijfswoning met bijbehorende aan-, uit- en bijgebouwen dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
Bij de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing ten behoeve van:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied' de bestemming Recreatie - Centrale voorzieningen wijzigen ten behoeve van het toestaan van een horecavoorziening, indien en voor zover:
De voor ' Recreatie - Dagrecreatie ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden met de bestemming ' Recreatie - Dagrecreatie ' mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming worden gebouwd met dien verstande dat lichtmasten niet zijn toegestaan.
Bij de bouw van de in 8.2.1 genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
Als gebruik in strijd met de bestemming ' Recreatie - Dagrecreatie ' wordt in ieder geval begrepen het gebruik ten behoeve van verblijfsrecreatie.
De voor ' Recreatie - Jachthaven ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden met de bestemming ' Recreatie - Jachthaven ' mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming worden gebouwd.
Bij de bouw van de in 9.2.1 genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming ' Recreatie - Jachthaven ':
De voor ' Recreatie - Kampeerterrein ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden met de bestemming ' Recreatie - Kampeerterrein ' mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming.
Bij de bouw van trekkershutten dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
Bij de bouw van kampeermiddelen dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
Bij de bouw van sanitaire voorzieningen en schuilgelegenheid dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
bestemmingsvlak | maximale oppervlakte |
Eiland van Maurik 7, Maurik (Eiland van Maurik) | 660 m2 |
|
|
Provincialeweg 27a, Ommeren (Betuwe Hoeve) | 75 m2 |
Rijnbandijk 6a, Eck en Wiel (Motorcamping Het Dijkje) | 30 m2 |
Rijnstraat 82, Ingen (Van Sijl) | 500 m2 |
Bij de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 10.2.4 ten behoeve van een grotere gezamenlijke oppervlakte aan sanitaire voorzieningen en schuilgelegenheid, waarbij de gezamenlijke oppervlakte niet meer mag bedragen dan de in de tabel genoemde maximale oppervlakte:
bestemmingsvlak | maximale oppervlakte |
Eiland van Maurik 7, Maurik (Eiland van Maurik) | 1.320 m2 |
Rijnbandijk 6a, Eck en Wiel (Motorcamping Het Dijkje) | 50 m2 |
Tot het afwijken van het bepaalde in 10.3.1 wordt pas overgegaan, indien en voor zover de uitbreiding wordt gerealiseerd in samenhang met een door burgemeester en wethouders goed te keuren erfinrichtingsplan, waarin aandacht wordt besteed aan ruimtelijke kwaliteit en landschappelijke inpassing.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming ' Recreatie - Kampeerterrein ' ter plaatse van het bestemmingsvlakken aan de Rijnstraat 82, Ingen (Van Sijl) en aan de Provincialeweg 27a, Ommeren (Betuwe Hoeve) wijzigen in de bestemming ' Recreatie - Verblijfsrecreatie tot en met 55 m2 ' en daarbij regels en aanduidingen opnemen ten behoeve van maatwerk, mits het verblijfsrecreatieterrein landschappelijk wordt ingepast.
De voor ' Recreatie - Verblijfsrecreatie tot en met 55 m2 ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden met de bestemming ' Recreatie - Verblijfsrecreatie tot en met 55 m2 ' mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming.
Bij de bouw van recreatiewoningen dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
Bij de bouw van kampeermiddelen dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
Bij de bouw van trekkershutten dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
Bij de bouw van sanitaire voorzieningen en schuilgelegenheid dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
bestemmingsvlak | maximale oppervlakte |
Eiland van Maurik 7, Maurik (Eiland van Maurik) | 540 m2 |
Erichemsekade 8, Buren (Karekiet) | 500 m2 |
Rijnbandijk 36, Maurik (De Loswal) | 500 m2 |
Rijnbandijk 10, Eck en Wiel (Verkrema) | 310 m2 |
Schans 3, Eck en Wiel (De Schans) | 160 m2 |
Veerweg 10a, Beusichem (Jachthaven Beusichem) | 500 m2 |
Verhuizensestraat 5, Ingen (Zwanenmeer) | 500 m2 |
Bij de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
bestemmingsvlak | maximale oppervlakte |
Eiland van Maurik 7, Maurik (Eiland van Maurik) | 1.080 m2 |
Erichemsekade 8, Buren (Karekiet) | 1.100 m2 |
Rijnbandijk 36, Maurik (De Loswal) | 900 m2 |
Rijnbandijk 10, Eck en Wiel (Verkrema) | 510 m2 |
Schans 3, Eck en Wiel (De Schans) | 265 m2 |
Tot het afwijken van het bepaalde in 11.3.1 onder b wordt pas overgegaan, indien en voor zover de uitbreiding wordt gerealiseerd in samenhang met een door burgemeester en wethouders goed te keuren erfinrichtingsplan, waarin aandacht wordt besteed aan ruimtelijke kwaliteit en landschappelijke inpassing.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 11.1 en ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie uitgesloten' kampeermiddelen en/of recreatiewoningen toestaan, indien en voor zover de fruitteelt is beëindigd.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:
De voor ' Recreatie - Verblijfsrecreatie tot en met 75 m2 ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden met de bestemming ' Recreatie - Verblijfsrecreatie tot en met 75 m2 ' mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming.
Bij de bouw van recreatiewoningen dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
Bij de bouw van kampeermiddelen dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
Bij de bouw van trekkershutten dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
Bij de bouw van sanitaire voorzieningen en schuilgelegenheid dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
bestemmingsvlak | maximale oppervlakte |
Bulksestraat 4, Ingen (Blijwerven) | 800 m2 |
Erichemseweg 84, Erichem (Vergarde) | 1.500 m2 |
Kalverlandseweg 3, Eck en Wiel (Kalverland) | 1.350 m2 |
Lingesteeg 8a, Kapel-Avezaath (Zandput) | 190 m2 |
Lingesteeg 12, Kapel-Avezaath (In den Boomgaard) | 520 m2 |
Rijnbandijk 111, Maurik (Houtbouwpark Rivierenland) | 500 m2 |
Erichemsekade 8, Buren (Karekiet) | 160 m2 |
Bij de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
bestemmingsvlak | maximale oppervlakte |
Bulksestraat 4, Ingen (Blijwerven) | 1.600 m2 |
Erichemseweg 84, Erichem (Vergarde) | 3.000 m2 |
Kalverlandseweg 3, Eck en Wiel (Kalverland) | 2.750 m2 |
Lingesteeg 8a, Kapel-Avezaath (Zandput) | 580 m2 |
Lingesteeg 12, Kapel-Avezaath (In den Boomgaard) | 1.200 m2 |
Rijnbandijk 111, Maurik (Houtbouwpark Rivierenland) | 850 m2 |
Erichemsekade 8, Buren (Karekiet) | 320 m2 |
Tot het afwijken van het bepaalde in 12.3.1 onder b wordt pas overgegaan, indien en voor zover de uitbreiding wordt gerealiseerd in samenhang met een door burgemeester en wethouders goed te keuren erfinrichtingsplan, waarin aandacht wordt besteed aan ruimtelijke kwaliteit en landschappelijke inpassing.
De voor ' Sport - Manege ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden met de bestemming ' Sport - Manege ' mogen uitsluitend worden gebouwd:
Bij de bouw van de in 13.2.1 bedoelde bouwwerken, voorzover het betreft gebouwen, dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
a. de afstand tot de perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 5 m;
b. deze bouwwerken niet mogen worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding ' vrijwaringszone - weg '.
Bij de bouw van de in 13.2.1 onder a bedoelde bedrijfsgebouwen dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
Bij de bouw van de in 13.2.1 onder b bedoelde bedrijfswoningen dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
Bij de bouw van de in 13.2.1 onder c bedoelde bijgebouwen dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
Bij de bouw van de in 13.2.1 onder d bedoelde bouwwerken, geen gebouw zijnde, dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
De voor ' Verkeer ' aangewezen gronden zijn bestemd voor rij- en voetverkeer en de bijbehorende bermen en bouwwerken.
Op gronden met de bestemming ' Verkeer ' mogen uitsluitend worden gebouwd:
Van de in 14.2.1 genoemde bouwwerken mag de hoogte ten hoogste 3 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte van lichtmasten maximaal 10 meter mag bedragen.
De voor ' Water ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op gronden met de bestemming ' Water ' mogen uitsluitend worden gebouwd:
De voor ' Waterkering ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op gronden met de bestemming ' Waterkering ' mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de bestemming.
Bij de bouw van de in 16.2.1 bedoelde bouwwerken ten behoeve van de bestemming mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 10 m.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 16.2.1 indien en voor zover het betreft:
Tot het afwijken als bedoeld in 16.3.1 wordt pas overgegaan, indien hierdoor:
De voor ' Leiding - Gas ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het transport van aardgas ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn - leiding' en voor de bescherming van die leiding(en), waarbij geldt dat deze bestemming ten opzichte van andere daar voorkomende bestemmingen van primaire betekenis is.
Op de gronden met de dubbelbestemming ' Leiding - Gas ' mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de dubbelbestemming ' Leiding - Gas ' worden gebouwd.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 17.2 , voor de bouw van bouwwerken, indien en voor zover deze zijn toegestaan voor de in 17.1 bedoelde, eveneens op de verbeelding voor deze gronden aangegeven, overige bestemmingen.
Bij toepassing van het bepaalde in 17.3.1 wordt getoetst dat de veiligheid met betrekking tot de gasleiding niet wordt geschaad en geen kwetsbare objecten worden toegelaten. Voorts dient vooraf schriftelijk advies te worden ingewonnen bij de leidingbeheerder.
Het is verboden binnen de dubbelbestemming ' Leiding - Gas ' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het verbod als bedoeld in 17.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals in 17.4.2 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien, na overleg te hebben gevoerd met de betrokken leidingbeheerder, is gebleken dat door die werken of werkzaamheden de belangen van de bescherming van de desbetreffende leidingen, of de veiligheid van mensen, dieren en goederen, niet blijvend onevenredig worden geschaad.
De voor ' Leiding - Riool ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een effluentleiding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn - leiding' en voor de bescherming van die leiding(en).
Op de gronden met de bestemming ' Leiding - Riool ':
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 18.2 , indien:
Het is verboden binnen de gronden met de bestemming ' Leiding - Riool ' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van 18.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals in 18.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.
De voor ' Waarde - Archeologisch onderzoekgebied 1 ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud van de archeologische waarden.
Op gronden met de bestemming ' Waarde - Archeologisch onderzoekgebied 1 ' mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, voor zover deze zijn toegestaan voor de andere voor deze gronden aangegeven bestemmingen:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 19.2 voor de bouw van bouwwerken, indien en voor zover deze zijn toegestaan voor de in de bestemmingsomschrijving van dit artikel bedoelde, eveneens voor deze gronden aangegeven, andere bestemmingen, en uit een nader onderzoek is gebleken dat hierdoor de archeologische waarden die eigen zijn aan de desbetreffende gronden niet blijvend onevenredig worden geschaad, dan wel indien deze archeologische waarden kunnen en zullen worden veiliggesteld door het uitvoeren van een archeologisch onderzoek.
Het is verboden binnen de gronden met de bestemming ' Waarde - Archeologisch onderzoekgebied 1 ' de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden:
Het in 19.4.1 vervatte verbod geldt niet voor:
Een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in 19.4.1 kan alleen worden verleend, indien uit een nader onderzoek is gebleken dat hierdoor de archeologische waarden die eigen zijn aan de desbetreffende gronden niet blijvend onevenredig worden geschaad, dan wel indien deze archeologische waarden kunnen en zullen worden veiliggesteld.
De voor ' Waarde - Archeologisch onderzoekgebied 2 ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud van de archeologische waarden.
Op gronden met de bestemming ' Waarde - Archeologisch onderzoekgebied 2 ' mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, voor zover deze zijn toegestaan voor de andere voor deze gronden aangegeven bestemmingen:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 20.2 voor de bouw van bouwwerken, indien en voor zover deze zijn toegestaan voor de in de bestemmingsomschrijving van dit artikel bedoelde, eveneens voor deze gronden aangegeven, andere bestemmingen, en uit een nader onderzoek is gebleken dat hierdoor de archeologische waarden die eigen zijn aan de desbetreffende gronden niet blijvend onevenredig worden geschaad, dan wel indien deze archeologische waarden kunnen en zullen worden veiliggesteld door het uitvoeren van een archeologisch onderzoek.
Het is verboden binnen de gronden met de bestemming ' Waarde - Archeologisch onderzoekgebied 2 ' de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden:
Het in 20.4.1 vervatte verbod geldt niet voor:
Een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in 20.4.1 kan alleen worden verleend, indien uit een nader onderzoek is gebleken dat hierdoor de archeologische waarden die eigen zijn aan de desbetreffende gronden niet blijvend onevenredig worden geschaad, dan wel indien deze archeologische waarden kunnen en zullen worden veiliggesteld.
De voor ' Waarde - Archeologisch waardevol gebied ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud van archeologische waarden.
Op gronden met de bestemming ' Waarde - Archeologisch waardevol gebied ' mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor zover deze zijn toegestaan voor de andere voor deze gronden aangegeven bestemmingen en voor zover bij de bouw hiervan geen grondwerkzaamheden worden uitgevoerd die dieper reiken dan 0,30 m beneden het bestaande maaiveld en een grotere omvang hebben dan 30 m2.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 21.2 voor de bouw van bouwwerken, indien en voor zover deze zijn toegestaan voor de in de bestemmingsomschrijving van dit artikel bedoelde, eveneens voor deze gronden aangegeven, andere bestemmingen, en uit een nader onderzoek is gebleken dat hierdoor de archeologische waarden die eigen zijn aan de desbetreffende gronden niet blijvend onevenredig worden geschaad, dan wel indien deze archeologische waarden kunnen en zullen worden veiliggesteld door het uitvoeren van een archeologisch onderzoek.
Het is verboden binnen de gronden met de bestemming ' Waarde - Archeologisch waardevol gebied ' de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden:
Het in 21.4.1 vervatte verbod geldt niet voor:
Een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in 21.4.1 , kan alleen worden verleend indien uit een nader onderzoek is gebleken dat hierdoor de archeologische waarden die eigen zijn aan de desbetreffende gronden niet blijvend onevenredig worden geschaad, dan wel indien deze archeologische waarden kunnen en zullen worden veiliggesteld.
De voor ' Waterstaat - Waterkering ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
Op gronden met de bestemming ' Waterstaat - Waterkering ' mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de waterkering.
Bij de bouw van de in 22.2.1 bedoelde bouwwerken ten behoeve van de waterkering mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 10 m.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 22.2.1 , indien en voor zover:
De voor ' Waterstaat - Waterstaatkundige functie ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
Op gronden met de bestemming ' Waterstaat - Waterstaatkundige functie ' mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten behoeve van de bestemming, waaronder begrepen masten ten behoeve van verlichting en bebakening van de aangrenzende rivier.
Bij de bouw van de in 23.2.1 bedoelde masten mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 10 m.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 23.2.1 voor de bouw van bouwwerken ten behoeve van een andere voorkomende bestemming.
Tot het afwijken als bedoeld in 23.3.1 wordt pas overgegaan, indien hierdoor:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bij de beoordeling van een bouwaanvraag voor een bedrijfswoning worden mede in aanmerking genomen bestaande woningen welke als bedrijfswoning zijn gebouwd of als zodanig in gebruik zijn geweest. Ook bedrijfswoningen die ten gevolge van verkoop, verhuur, bedrijfssplitsing of andere transacties niet meer als bedrijfswoning fungeren, worden daartoe gerekend.
Voor een bouwwerk, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen:
Onder gebruik in strijd met de regels van dit plan wordt in ieder geval verstaan:
Onder gebruik in strijd met de regels van dit plan wordt niet verstaan het gebruik van een bedrijfswoning:
Ter plaatse van de aanduiding ' geluidzone - spoor ' mogen toegelaten geluidsgevoelige functies uitsluitend worden gerealiseerd met inachtneming van de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting als bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder of een vastgestelde hogere grenswaarde.
Ter plaatse van de aanduiding ' milieuzone - teeltvrijezone ' is het verboden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 27.2.1 mits door middel van onderzoek is aangetoond dat een aanvaardbaar woon- en leefmilieu bij de omliggende gevoelige functies kan worden gewaarborgd.
Ter plaatse van de aanduiding ' vrijwaringszone - dijk 1 ' zijn de gronden, naast de voor die gronden aangewezen bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming, onderhoud en instandhouding van de primaire waterkering.
Ter plaatse van gronden met de aanduiding ' vrijwaringszone - dijk 1 ' mag niet worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 27.3.2 met inachtneming van de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding ' vrijwaringszone - dijk 2 ' zijn de gronden naast de voor die gronden aangewezen bestemmingen, bestemd voor een buitenbeschermingszone van de primaire waterkering.
Ter plaatse van de aanduiding ' vrijwaringszone - molenbiotoop ' zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het beschermen van de functie van de in dit gebied voorkomende molen als werktuig en van de waarde als landschapsbepalend element.
Op gronden met de aanduiding ' vrijwaringszone - molenbiotoop ' mogen bouwwerken worden opgericht met inachtneming van de volgende maximale bouwhoogte:
M8 en M9 molen Op Hoop van Beter bij Ingen (stellingmolen) | voor zover zij meer dan 326 m van de voet van de molen verwijderd zijn: 1/75 van de afstand gemeten tussen het bouwwerk en de voet van de molen, vermeerderd met 4,05 |
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 27.5.2 voor de bouw van bouwwerken met een grotere maximale bouwhoogte, waarbij de maximale bouwhoogte niet meer mag bedragen dan volgens de overigens voor de betreffende gronden aangegeven bestemmingen is toegestaan en, gehoord de gemeentelijke Monumentencommissie, is gebleken dat hierdoor de windbelemmering niet dusdanig wijzigt dat de betreffende molen onvoldoende kan functioneren of anderszins blijvend onevenredig in zijn waarde wordt geschaad.
Tot het afwijken als bedoeld in 27.5.1 wordt pas overgegaan, indien hierdoor de functies en waarden die in het plan aan de desbetreffende en aan omliggende gronden zijn toegekend, niet blijvend onevenredig worden geschaad.
Het is verboden om binnen de gronden met de aanduiding ' vrijwaringszone - molenbiotoop ' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de gronden te beplanten met bomen, heesters of andere opgaande begroeiing.
De werken en werkzaamheden als bedoeld in 27.5.5 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen, zoals windbelemmering of belemmering van het uitzicht, geen onevenredig gevaar oplevert of kan opleveren voor het huidige en/of toekomstige functioneren als werktuig en/of voor de waarde van de molen als landschapsbepalend element.
Ter plaatse van de aanduiding ' vrijwaringszone - straalpad ' bedraagt de bouwhoogte van een bouwwerk in geen enkel opzicht meer dan 78 m ten opzichte van NAP.
Ter plaatse van de aanduiding ' vrijwaringszone - weg ' zijn de gronden mede bestemd voor de bescherming van het gebruik van de naastgelegen verkeerswegen.
Ter plaatse van de aanduiding ' vrijwaringszone - weg ' mogen geen bouwwerken worden gebouwd.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 27.7.2 voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de bestemming en conform de bestemmingsregels, indien en voor zover:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bepalingen van het plan voor het gebruik van gronden voor het houden van meerdaagse evenementen, waaronder worden verstaan kermissen, jaarmarkten, tentfeesten en daarmee vergelijkbare evenementen.
Bij een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, worden afgeweken van de bepalingen van het plan ten behoeve van:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bepalingen van het plan ten behoeve van de bouw van bouwwerken voor nutsvoorzieningen zoals pompgemalen, verdeel-, regel- of transformatorruimten, telefooncentrales, telefooncellen, geldautomaten en abri's, waarvan de inhoud niet meer mag bedragen dan 50 m³ en de hoogte niet meer mag bedragen dan 3 m, alsmede voor beeldhouwwerken en daarmee gelijk te stellen kunstzinnige elementen met geen grotere hoogte dan 6 m en lichtmasten en vlaggenmasten met geen grotere hoogte dan 10 m.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen met betrekking tot de bestemmingsgrenzen, indien verschuiving noodzakelijk is voor een goede realisering van het plan, of voor een aanpassing aan de nader ingemeten situatie, of door onnauwkeurigheden in de verbeelding, mits:
Wanneer in het plan gronden zijn aangewezen voor één of meer dubbelbestemmingen, moet de voorrangsregeling volgens 30.1.2 en 30.1.3 in acht genomen worden.
De bouwmogelijkheden op grond van de overige voor de gronden of gebouwen geldende bestemmingen vervallen met dien verstande dat bouwwerken overeenkomstig die bestemmingen wel mogelijk zijn voor zover dit uitdrukkelijk in de regels van de dubbelbestemming is aangegeven.
Wanneer in het plan gronden zijn aangewezen voor meer dan één dubbelbestemming, mogen op grond van de ene dubbelbestemming geen bouwwerken worden toegelaten indien deze op grond van één van de andere dubbelbestemmingen niet toelaatbaar zijn.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
Het bevoegd gezag kan eenmalig bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 31.1.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 31.1.1 met maximaal 10%.
Het bepaalde in 31.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 31.2.1 , te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in 31.2.1 , na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Het bepaalde in 31.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
In afwijking van en in aanvulling op het bepaalde in 31.2.4 geldt dat:
Deze regels worden aangehaald als Regels van het Bestemmingsplan Buitengebied, Verblijfsrecreatieterreinen .
21 mei 2013.