Plan: | Wilhelminapark - Palisiumpark |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0213.BPEEWP320000-va01 |
In 1992 is op Malta een Europees verdrag gesloten over het culturele erfgoed in de bodem, het Verdrag van Valetta genoemd. Het doel van het verdrag is bij ruimtelijke planning meer en beter rekening te houden met de archeologische waarden die zich in de bodem bevinden. Het verdrag van Malta is uitgewerkt in de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz, 2007). Op grond van deze wet hebben gemeenten een zorgplicht voor het archeologisch erfgoed.
De belangrijkste doelstelling van de wet is het behoud van archeologisch erfgoed in situ (ter plekke). Om deze doelstelling te bewerkstelligen wordt van de gemeenten verwacht dat zij een eigen archeologisch beleid ontwikkelen. Ze dienen aan te geven waar archeologische waarden liggen of verwacht worden en dienen hiermee rekening te houden in hun bestemmingsplannen.
De gemeente Brummen is ten tijde van het opstellen van dit bestemmingsplan bezig met het formuleren van archeologisch beleid. Sinds januari 2011 beschikt de gemeente over een archeologische verwachtingswaardekaart. Hierop staan voor de hele gemeente aangegeven wat de te verwachten archeologische waarde is. Vooruit lopend op het beleid wordt in onderhavig bestemmingsplan rekening gehouden met de archeologische waarde zoals deze is aangegeven op de kaart.
In navolgende afbeelding is een uitsnede weergegeven van de verwachtingswaardekaart van de gemeente Brummen. Op de kaart is het plangebied voorzien van een oranje en gele markering. Dit komt overeen met een categorie 4, gebied met een hoge verwachte dichtheid aan archeologische resten en 5, gebied met een middelmatige verwachte dichtheid aan archeologische resten.
Aangezien onderhavig bestemmingsplan conserverend van aard is en niet voorziet in nieuwe bodem verstorende activiteiten, is nader archeologisch onderzoek niet noodzakelijk.
Het bestemmingsplan voorziet in twee dubbelbestemmingen "Waarde archeologie Hoog" voor categorie 4 en Waarde-Archeologie Middelhoog" voor categorie 5. In de regels behorende bij deze dubbelbestemmingen is aangegeven hoe omgegaan dient te worden met de archeologische waarden indien bodem verstorende activiteiten plaats (gaan) vinden.
Afbeelding 4.2: Archeologische verwachtingswaardekaart gemeente Brummen (bron: Gemeentelijke archeologische verwachtingswaardekaart)
De ruimtelijke ordening is een zeer belangrijk integrerend beleidsterrein als het gaat om de zorgvuldige omgang met cultuurhistorisch waardevolle structuren. De cultuurhistorische waarden worden in een vroegtijdig stadium van de planvorming geïnventariseerd, bij het ontwerp gebruikt en bij het besluit meegenomen.
Een aantal cultuurhistorische objecten en structuren is beschermd door middel van de Monumentenwet dan wel door middel van een provinciale of gemeentelijke monumentenverordening. Bij aantasting en bij wijziging van deze objecten en structuren is een vergunning vereist.
Een bestemmingsplan dient getoetst te worden aan de provinciale structuurvisie, waarmee het provinciale beleid leidend is voor de cultuurhistorische monumentenzorg in de gemeente. Daaruit voortvloeiend heeft de gemeente Brummen een gemeentelijke monumentenlijst opgesteld. Op de monumentenlijst van de gemeente (19 april 2011) komen geen bouwwerken voor die zich binnen het plangebied bevinden. Daarom wordt niet specifiek rekening gehouden met de aanwezigheid van gemeentelijke danwel provinciale monumenten.