direct naar inhoud van 3.3 Regionaal beleid
Plan: Wilhelminapark - Palisiumpark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0213.BPEEWP320000-va01

3.3 Regionaal beleid

De gemeente Brummen wordt in het streekplan geschaard onder multifunctioneel gebied. Regionaal is de gemeente wel meegenomen in het regionale netwerk Stedendriehoek Apeldoorn Zutphen Deventer.

Samen met de zeven gemeenten binnen de stedendriehoek is de regionale structuurvisie stedendriehoek 2030 'visie op het bundelingsgebied' opgesteld. Deze visie beschrijft de doelstelling welke betrekking hebben op de bundelingsgebieden van deze regio.

Gezien het feit dat de regio voor een groot gedeelte bestaat uit landelijk gebied, wat niet tot doelstelling heeft als bundelingsgebied te fungeren, is in navolging van de structuurvisie stedendriehoek 2030 de structuurvisie 'Voorlanden Stedendriehoek 2030' opgesteld. De visie heeft betrekking op het gebied rondom de bundelingsgebieden. De belangrijkste speerpunten in dit beleidsdocument zijn:

  • vergroten van de variatie in (nieuwe) woon-, werk- en recreatiemilieus en gelijktijdig ontwikkelen van nieuwe kwaliteiten in water, natuur, landschap en landbouw;
  • scheppen hoogwaardig vestigingsklimaat, werkgelegenheid, voldoende ontwikkelingsruimte, goede programmering en segmentering en promotie;
  • leefbare wijken, dorpen en steden en een adequaat voorzieningenniveau op het gebied van werk, inkomen, onderwijs, zorg, welzijn, kunst, cultuur en sport en de spreiding en bereikbaarheid hiervan.

Binnen de stedendriehoek zijn afspraken gemaakt om de ontwikkeling van de verschillende gemeenten op elkaar af te stemmen. Deze regionale samenwerking heeft de onderstaande strategische speerpunten:

  • duurzaam waterbeheer als basis voor ruimtelijke ontwikkeling;
  • natuur, landschap en landbouw ontwikkelen in functiecombinaties;
  • regionale bereikbaarheid verbeteren door hoogwaardig openbaar vervoer;
  • stedelijke herstructurering gaat boven nieuwe stadsuitbreidingen;
  • toevoegen van centrumstedelijke en landelijke woonmilieus.

Voor de uitbreiding van de wooncapaciteit binnen de regio wordt nadrukkelijk gekozen voor een bundeling van verstelijking met daarbij de nadruk op het realiseren van binnenstedelijke (her)ontwikkeling. Woningbouw vormt daarbij de stuwende kracht en de nodige financiƫle injectie voor het herstellen van landschappelijke elementen en cultuurhistorische plekken.

De Structuurvisie voorlanden gaat uit van ontwikkeling en spreekt daarom ook van toekomstige ontwikkelingen. Gezien de conserverende aard van dit bestemmingsplan is er geen sprake van ontwikkeling. Wel wordt er voldaan aan de instandhouding van het natuurlijke landschap en het waarborgen van een hoogwaardig vestigingsklimaat. Dit uit zich in het bestemmen van grote delen groen en de ruime opgezette verkaveling voorzien van brede bebouwingsmogelijkheden.