Plan: | Kern Winssen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0209.BpKernWinssen-vadf |
De gemeente heeft een zogenaamde cultuurhistorische kenmerkenkaart opgesteld (RAAP-rapport 1603, kaartbijlage 3). Een belangrijk deel van de kern behoort tot de gebiedscategorie "oud cultuurland (vroege middeleeuwen)". Het gebied ten oosten van de Notaris Stephanus Roestraat is aangemerkt als "jong cultuurland, de voormalige uiterwaarden (volle middeleeuwen)". Op het grensvlak tussen deze 2 gebieden is sprake van een "restgeul". Voorts zijn nevengeulen, (voormalige) wegen of paden, boerengroen veedriften e.d. weergegeven. Opvallend is dat deze elementen nog herkenbaar zijn in de huidige opbouw van de dorpskern en het omliggende landschap.
De volgende rijksmonumenten komen in het plangebied voor:
Straat | Huisnr. | Soort gebouw | |
Leegstraat | 14 | Boerderij (Het Hoogh Huys) | |
Molenstraat | 37M | Molen (Beatrixmolen) | |
Notaris Stephanus Roesstraat | 31 | Herenhuis (De Terp) | |
Notaris Stephanus Roesstraat | 37A | R.K. Kerk en Heilig Hartbeeld | |
Notaris Stephanus Roesstraat | 39 | Antonius Kerkgebouw |
De volgende gemeentelijke monumenten komen in het plangebied voor:
Straat | Huisnr. | Soort gebouw | |
Geerstraat | 15 | Boerderij | |
Leegstraat | 14A | Schuur | |
Molenstraat | 4 | Boerderij | |
Molenstraat | 26 | Boerderij | |
Molenstraat | ongenummerd | Heilig Hartbeeld | |
Notaris Stephanus Roesstraat | 6 | Boerderij | |
Notaris Stephanus Roesstraat | 11 | N.H. Kerk en kerkhof | |
Notaris Stephanus Roesstraat | 13 | Voormalige pastorie | |
Notaris Stephanus Roesstraat | 21 | Boerderij/ woning | |
Notaris Stephanus Roesstraat | 23 | Boerderij/ woning | |
Notaris Stephanus Roesstraat | 25 | Boerderij/ woning |
De rijksmonumenten en de gemeentelijke monumenten worden al beschermd via de Monumentenwet respectievelijk de gemeentelijke Erfgoedverordening. Om dubbele regelgeving te voorkomen is daarom geen regeling voor monumentale bebouwing opgenomen in dit bestemmingsplan.
In opdracht van de gemeente is onderzoek uitgevoerd naar de waarden van het Dorpshart in Winssen. Dit onderzoek beschrijft de historische ontwikkeling van Winssen en geeft een advies over de wijze waarop moet worden omgegaan met de aangetroffen waarden.
Uit het onderzoek blijkt dat het Dorpshart van Winssen een groot aantal historische en ruimtelijke kwaliteiten herbergt. Om deze kwaliteiten te behouden en te versterken wordt een aantal beleidsmaatregelen en uitvoeringsmaatregelen geadviseerd.
Over het onderzoek en de eventueel te nemen maatregelen vindt nog bestuurlijke besluitvorming plaats. Eventuele cultuurhistorische bescherming van het Dorpshart Winssen zal dan ook in een latere fase van het bestemmingsplan opgenomen worden.
In 1992 is op Malta een Europees Verdrag gesloten over het cultureel erfgoed in de bodem, het Verdrag van Valletta (kortweg: Malta). Doel van Malta is om bij ruimtelijke plannen meer en beter rekening te houden met de archeologische waarden die zich in de bodem bevinden en deze, waar mogelijk, beter te beschermen. Het Verdrag van Valletta is in 1998 geratificeerd en inmiddels als wijziging van de Monumentenwet (1988) geïmplementeerd via de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) die per 1 september 2007 van kracht is geworden. Dit betekent dat er niet meer in de “geest” van de wet moet worden gewerkt maar dat bij elke schop die de grond in gaat, gekeken moet worden of er sprake is van archeologische waarden en/of verwachtingen. Bij van rijkswege beschermde archeologische terreinen is een vergunning nodig van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE).
De gemeente Beuningen heeft een archeologische beleidsadvieskaart laten vervaardigen (RAAP Archeologisch Adviesbureau, RAAP-rapport 2170, kaartbijlage 3). Deze is samen met de beleidsnota archeologie vastgesteld door de gemeenteraad op 9 november 2010. Het grondgebied van de gemeente Beuningen is op de beleidsadvieskaart ingedeeld in beleidszones. Volgens deze kaart heeft (vrijwel) het gehele plangebied een hoge verwachtingswaarde en valt binnen beleidszone 3.
Onderhavig bestemmingsplan heeft overwegend een beheerfunctie. Binnen het plangebied is alleen sprake van verbouwplannen en eventueel kleine uitbreidingen, danwel de realisatie van woningen op basis van de vigerende bestemmingsplannen (zoals reeds is opgemerkt is het plangebied aangemerkt als bestaand). Bij bodemingrepen groter dan 100 m2 (binnen bebouwde kom) of 120 m2 (buiten bebouwde kom) en dieper dan 30 cm moet een onderzoek overlegd worden.
Uiteraard bestaat de mogelijkheid dat bij de uitvoering van de (ver)bouwplannen toch nog archeologische vondsten worden gedaan. In dat geval geldt de verplichting conform de Monumentenwet om dit te melden bij het bevoegd gezag (de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed namens de minister). Vervolgens zal dan worden onderzocht of er archeologische waarden in het geding zijn en, indien nodig, op welke wijze de waarden zo veel mogelijk gespaard kunnen worden.
Vorenstaande houdt in dat het aspect cultuurhistorie geen belemmering vormt voor de vaststelling van onderhavig bestemmingsplan.
Om de archeologische verwachtingswaarden in het bestemmingsplan te borgen worden hiervoor dubbelbestemmingen opgenomen in de regels en op de verbeelding.