direct naar inhoud van 4.3 Gemeentelijk beleid
Plan: Kern Winssen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0209.BpKernWinssen-vadf

4.3 Gemeentelijk beleid

4.3.1 Strategische visie

In 2008 – 2009 is onderzoek gedaan naar de gewenste toekomst van de gemeente. Uit dit onderzoek is de strategische visie voorgekomen. In overleg met bewoners, ondernemers, ambtenaren en deskundigen heeft de gemeenteraad zes strategische hoofdlijnen bepaald:

  • 1. De vier verschillende kernen en gemeenschappen zijn uitgangspunt;
  • 2. De gemeente Beuningen wil een compacte, servicegerichte en ondersteunende organisatie zijn;
  • 3. In de gemeente Beuningen kun je duurzaam wonen en leven;
  • 4. De gemeente Beuningen is zuinig op het buitengebied;
  • 5. De economische ontwikkeling van de gemeente Beuningen past binnen het landschappelijke karakter;
  • 6. De gemeente Beuningen is sterk verbonden met de regio en biedt goede leef- en recreatieruimte.

Een belangrijke troef van de gemeente Beuningen in de regio is het zeer uiteenlopende aanbod aan woningen met een tuin. De gemeente stuurt al meer dan 20 jaar op de kwaliteit van leven die in deze regio zo hoog is. Wonen is dan ook de belangrijkste bijdrage aan de omringende regio. De sferen in de gemeente lopen uiteen van uitgesproken dorps in Winssen en Weurt, via het suburbaan en groeiend Ewijk tot het netwerkgewijze, meer kleinstedelijke klimaat van Beuningen.

De gemeente heeft steeds welwillend een bijdrage geleverd aan de uitbreiding van de woningvoorraad in de regio. Maar de gemeenschap hecht ook veel waarde aan zorgvuldige inpassing, organische groei en een behoedzame verandering die past bij de gemeenschappen. De vergrijzing en de ontgroening vragen om slimme toekomstbestendige investeringen in voorzieningen, door flexibele oplossingen en clustering van activiteiten. De kracht van de gemeenschap zal in sterke mate afhangen van het vermogen om de inwoners als vrijwilligers en mantelzorgers te betrekken bij het in stand houden van de voorzieningen, die fijnmaziger en kleinschaliger zullen worden.

De klimaatverandering vereist dat de uitstoot van CO2 drastisch wordt teruggebracht en dat de inrichting klimaatbestendig wordt gemaakt. De gemeente wil de kwaliteit van de gemeente en de opgaven rondom duurzaamheid, met name op het gebied van wonen, een centrale rol geven. Dat betekent dat de gemeente meer wil doen dan wettelijk nodig is en haar eigen visie op kwaliteit van leven binnen de gemeente actief bewaakt en uitbouwt.

De gemeente Beuningen is en blijft vooral een woongemeente. Een belangrijke ontwikkeling is het verdwijnen van de scheiding tussen wonen en werken voor steeds meer mensen. De hoeveelheid bedrijven aan huis neemt gestaag toe; mensen werken meer thuis en recreëren meer op en rond hun werk. De provincie voorziet bovendien op termijn een forse afname van de beroepsbevolking; tot 2040 zelfs met meer dan 25 %. Grootschalig, industrieel ondernemen past niet meer in de gewenste identiteit van gemeente. Wel worden karakteristieken als (kleinschalig) initiatief, durf en toekomstgerichtheid genoemd.

4.3.2 Structuurvisie gemeente Beuningen

De gemeenteraad heeft de Structuurvisie Gemeente Beuningen "Groen en Dynamisch" vastgesteld op 8 mei 2012.

Voor de kern Winssen is een afzonderlijke structuurvisie Winssen opgesteld. De hoofdlijnen van deze structuurvisie zijn in de gemeentelijke structuurvisie geintegreerd.

Hoofdopgaven

De hoofdopgaven van Winssen:

  • 1. Organisch doorontwikkelen: Winssen onderscheidt zich van de omliggende kernen van de gemeente Beuningen doordat het landschap sterk verweven is met de totale kern. Vanuit bijna elke hoek van de kern kan dit worden beleefd door het zicht op boomgaarden, weilanden, bos of de dijk. Binnen dit kleinschalige patroon liggen ontwikkelingsmogelijkheden voor de organische groei van het dorp waarbij de opgave is de bestaande karakteristiek te behouden.
  • 2. Behouden van voorzieningen rondom het Groene dorpshart: Voor Winssen is de opgave de maatschappelijke en commerciële functies duurzaam te behouden. Daarbij is het groene dorpshart een belangrijke verbindende kwaliteit.

afbeelding "i_NL.IMRO.0209.BpKernWinssen-vadf_0004.png"

Keuzes hoofdopgaven

Organische ontwikkelingen in de kernranden
Voor de kernranden geldt een algemene ontwikkelingsrichting. Uitgangspunt voor het gehele gebied van Winssen is het behouden van de huidige structuren en het open karakter. Daarbij wordt ingezet op versterking van de lintstructuren, onder andere door het toevoegen van laanbeplanting. Verder moeten de karakteristieke zichtlijnen vanaf de linten naar het landschap worden gewaarborgd. Dat houdt in dat er op een aantal plekken niet gebouwd mag worden. De meest cruciale, markante zichtlijnen moeten open blijven.

In Winssen is in het verleden op verschillende plaatsen een vorm van ‘geclusterde bebouwing’ ontstaan. Op de plankaart zijn deze clusters aangegeven: aan de Haneman, bij de Biezenwaarden en aan de Deijnschestraat. Aan de linten is nieuwe geclusterde bebouwing mogelijk, mits deze in overeenstemming is met de overige uitgangspunten van de structuurvisie, zoals ‘kleinschalig’, ‘passend binnen het dorpse en landschappelijke karakter’ en ‘met behoud van zichtlijnen’. Initiatieven moeten aan deze criteria worden getoetst. Er is bewust voor gekozen om geen specifieke locaties aan te wijzen voor nieuwe geclusterde bebouwing. Dergelijke initiatieven worden beschouwd als spontane ontwikkelingen behorend bij organische groei. In het landelijke gebied rondom Winssen moet de ontwikkeling van een landgoed of buitenplaats mogelijk zijn. In de structuurvisie is ook hiervoor niet op voorhand een specifieke locatie aangewezen.

Behouden van het Groene Hart en voorzieningen
Uniek in Winssen, en onderscheidend ten opzichte van de andere kernen op de oeverwal, is een ruim opgezet en open, onbebouwd, dorpshart. Rondom dat Groene dorpshart liggen verschillende belangrijke gebouwen bijeen waardoor Winssen een echt dorpshart heeft. Recent is een fraaie nieuwe school gebouwd. De open ruimte met zichtlijnen moet behouden blijven. Het is mogelijk deze ruimte anders in te richten met behoud van het groene en onbebouwde karakter. Deze ruimte moet zijn openbare functie behouden. De randen van de groene ruimtes kunnen versterkt worden door aanvullende beplanting, waardoor het groene karakter van Winssen nog krachtiger wordt.

De verschillende functies rondom het groene hart blijven behouden: het plein als ontmoetingsplek en voor het organiseren van evenementen, de kerk, de begraafplaats, de huisartsenpost. Met de nieuwe school is dit hart versterkt. In de structuurvisie is aangegeven dat dit gebied de mogelijkheid geeft om verschillende functies en voorzieningen te mengen.

Overige keuzes

Bestaande Linten en nieuwe Groene linten
De linten vormen het cement van de kern. De sfeer en structuur moet behouden blijven, waarbij de dorps- en groene elementen versterkt moeten worden. Het groene karakter van de Molenstraat, de hoofdader, wordt, waar mogelijk, versterkt door een dubbele bomenrij, de andere linten worden voorzien van een enkele bomenrij. Naar de kern toe is er geen ruimte meer voor uitbreiding van de bebouwing aan de linten. Naar de Van Heemstraweg toe zijn er wel mogelijkheden om nog aan het lint uit te breiden, evenals aan de uitloper van de Ingenieur van Stuivenbergweg.

afbeelding "i_NL.IMRO.0209.BpKernWinssen-vadf_0005.png"

Principeschets Groene Linten, Structuurvisie Winssen

Uitgangspunt voor de structuurvisie is een geleidelijke organische groei. De mogelijkheden voor uitbreiding binnen de stedenbouwkundige hoofdstructuur bestaan uit het opvullen van open ruimtes tussen bestaande bebouwing in de uitlopers van de dorpse linten en langs de landelijke linten, de openheid en de zichtlijnen vanaf de linten. Na 2020 behoort een uitbreiding over de Van Heemstraweg tot de mogelijkheden. Deze (delen van) bestaande linten worden aangeduid met groene linten. De groene linten hebben een eigen karakter, dit houdt in: ruime kavels met bijpassende bebouwing en veel groen.

Kwaliteitsverbetering jonge woongebieden
Vanaf de jaren 50 - 60 is Winssen uitgebreid met enkele planmatig opgezette wijken met een eigen karakter. In de buurt tussen de Jan van Harenstraat en de Alex Willemsstraat wordt het beeld door steen en asfalt bepaald. Hier zou een kwaliteitsslag kunnen worden gemaakt, met name door het aanbrengen van groene elementen. Een deel van het gebied bestaat uit huurwoningen van de woningstichting. Gelet op de ruimtelijke indeling en de leeftijd van de woningen, liggen hier kansen voor herontwikkeling.

In de Bongerd is het beeld wat meer gevarieerd, maar ook hier kan met groene elementen het dorpse en landschappelijke karakter worden versterkt. De gemeente heeft inmiddels besloten over de uitvoering van een nieuwe uitbreidingsbuurt: Fruithof (voorheen Bongerd-Zuid). Het is wenselijk om in het ontwerp van de wijk groene en dorpse elementen aan te brengen.

Onbebouwd gebied binnen de kom
In het gebied Kennedysingel Zuid speelde de vraag of een noord-zuid lint of een oost-west georiënteerd bebouwingslint moet worden nagestreefd. Bij de vaststelling van de structuurvisie Winssen (vastgesteld in 2010) is voor een oost-west georiënteerd lint gekozen. Reden hiervoor is ten eerste dat de klankbordgroep een zwaarwegend advies mocht uitbrengen en een oostwest lint heeft verkozen. Ten tweede ligt de oost-west verbinding binnen de bebouwingscontouren en ten derde maakt het knooppunt van het oost-west georiënteerde bebouwingslint bebouwing in een landgoedsfeer mogelijk, waarmee ook recht wordt gedaan aan de visie Nieuw Netwerk Landgoederen. Bij de ontwikkeling van het nieuwe lint moeten wel de kernmerken van de bestaande dorpslinten als uitgangspunten worden aangehouden. Dat houdt in: afwisseling in de bouw, ruimte tussen en achter de huizen voor groene doorkijkjes en laanbeplanting. Een extra lint voor de bebouwing van het nieuwe lint met het dorp behoort tot de mogelijkheden.

Nieuwe woningbouw in Winssen
Voor een evenwichtige samenstelling van de bevolking van Winssen, is het nodig dat er een woningvoorraad is met woningen die op de verschillende groepen zijn afgestemd. Dit houdt in dat er een uitbreiding moet komen van goedkope huurwoningen voor starters. De kwaliteit van nieuwe woningen is een extra aandachtpunt in Winssen. Behouden en versterken van de dorpse groene structuur staat voorop, wat inhoudt dat de bouw een vriendelijke uitstraling moet hebben, te bereiken door de stijl van het ontwerp. Duurzaamheid, positie plaatsing op de kavels en de ruimte rondom de woning is daarbij van belang. Het voorzien in gebiedseigen beplanting spreekt voor zich.

Werken in Winssen
De bedrijvigheid en de kleinschalige opzet daarvan in en om de kern moeten behouden blijven. Uitbreiding van de bedrijven is niet wenselijk. Een kleine uitbreiding van het werken kan zich voordoen als gevolg van recreatieve ontwikkelingen bij de zandplas. Het bedrijf tussen de Ing. van Stuivenbergweg en de dijk is negatief van invloed op de leefbaarheid in het dorp. Het heeft de voorkeur om de bedrijvigheid op deze plek bij beëindiging van het bedrijf af te waarderen en de mogelijkheden voor functieverandering op dat moment open te houden. Woningbouw behoort daarbij tot de mogelijkheden. Langs de linten aan de rand van de kom van het dorp bevinden zich enkele grote niet-agrarische bedrijven. De inpassing in het groene karakter van de kern nog verbeteren.

Kleinschalige recreatieve ontwikkelingen
De sportvelden voldoen aan de behoefte. Het is nodig dat er een veilige oversteekplaats komt voor fietsers aan de Van Heemstraweg ter hoogte van de sportvelden. Deze is voorzien in de structuurvisie. Het landschap rondom Winssen nodigt fietsers en wandelaars uit om ervan te genieten. Deze vorm van recreeren en benutten van de landschappelijke waarden van Winssen en omgeving past bij het uitgangspunt kleinschalig en vormt geen bedreiging voor het rustige leefklimaat in het dorp. De uitstraling van Winssen als landschappelijke parel in het rivierengebied wordt versterkt door het vergroten van de aantrekkingskracht op dit soort recreanten. Daarom zijn de volgende aanvullingen op de bestaande mogelijkheden gewenst:

  • uitbreiding van het routenetwerk voor fietsers;
  • meer wandelpaden en ommetjes;
  • de toegankelijkheid vanuit het dorp naar de uiterwaarden vergroten;
  • een ‘rustieke’ stopplaats op de dijk, bijvoorbeeld in de vorm van een theehuis.

Verbeteringen in de infrastructuur
Het verbeteren van de verkeerssituatie bij de Notaris Stephanus Roesstraat en de Plakstraat is al jaren een punt van aandacht. Vanwege de sportvelden aan de zuidzijde van de Van Heemstraweg wordt deze hier overgestoken door jeugdige fietsers en hun ouders. Deze kruising is onoverzichtelijk en daardoor onveilig. De structuurvisie gaat uit van een veilige oversteekmogelijkheid. Omdat de Notaris Stephanus Roesstraat, de Leegstraat en de Geerstraat de verbindingen naar de unieke dorpskern zijn, zou de oversteek gemarkeerd kunnen worden bij de drie afslagen van de Van Heemstraweg naar de kern van Winssen. Er kan gedacht worden aan landschappelijke elementen (een opvallende boom) of een monumentale kunstuiting.

4.3.3 Algemene uitgangspunten kernplannen

De gemeenteraad heeft op 14 juni 2011 enkele beleidsuitgangspunten voor de 4 kernplannen vastgesteld. Tevens heeft de gemeenteraad op 19 juni 2012 het onderzoek naar de waarden van het Dorpshart vastgesteld. De precieze uitwerking van deze waarden wordt te zijner tijd vastgelegd in de Nota ruimtelijke kwaliteit.

Bij het opstellen van de bestemmingsplannen voor de 4 kernen zullen de volgende kaderstellende beleidsuitgangspunten gehanteerd worden:

  • Meer vrijheid bieden aan de bewoners waar het gaat om de vestiging vna aan huis gebonden beroepen en bedrijven, zonder het karakter van de woonbuurt aan te tasten;
  • Meer vrijheid bieden aan de bewoners voor het verlenen van mantelzorg op het perceel van de mantelzorgverlener;
  • Bij het opstellen van de bebouwingsregeling in de plannen zorgdragen voor een zorgvuldige aansluiting bij de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo);
  • Behouden c.q. versterken van de bestaande ruimtelijke functionele karakteristiek, waarbij nieuwe ontwikkelingen ondergeschikt van aard zijn;
  • Niet méér regelen dan noodzakelijk voor het behouden c.q. versterken van de ruimtelijke kwaliteit.

Dit beleid komt tot uitdrukking in de volgende specifiekere beleidsuitgangspunten voor de thema's:

Aan huis gebonden beroepen

  • 1. Beroepen en bedrijven die niet gericht zijn op het aantrekken van publiek, rechtstreeks toestaan onder voorwaarden, waarbij gebruik van een vrijstaand bijgebouw mogelijk wordt voor dit doel;
  • 2. De beroepen en bedrijven die wel gericht zijn op aantrekking van publiek, niet rechtstreeks toestaan maar na afwijking/ omgevingsvergunning.

Mantelzorg

  • 1. Mantelzorg in of aan de woning toelaten indien er sprake blijft van 1 woning;
  • 2. Mantelzorg toestaan in vrijstaande bijbehorende bouwwerken na een afwijking van het bestemmingsplan/ omgevingsvergunning, onder voorwaarden, naar het voorbeeld van de mantelzorgregeling in het buitengebied.

Bebouwingsmogelijkheden

  • 1. Behoud van de ruimtelijke beeldkwaliteit, waarbij, vooral in situaties waar bebouwing grenst aan het openbaar gebied, de aandacht is gericht op het voorkomen van verstening;
  • 2. De nieuwe regeling zoveel mogelijk laten aansluiten bij de Wabo, en de hieruit voortvloeiende regelingen;
  • 3. De regeling zo inrichten dat deze in combinatie met de vergunningvrije bouwwerken niet zal leiden tot een te verregaande verstening van de huispercelen;
  • 4. De regeling zo inrichtingen dat deze begrijpelijk is voor de burger, waarbij de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt zoveel mogelijk uit de verbeelding blijken.
4.3.4 Woonvisie

De gemeenteraad heeft de woonvisie op 27 september 2011 vastgesteld. De woonvisie vormt een leidraad voor het toekomstige woningbouwprogramma van Beuningen. In de woonvisie is aangegeven voor wie wordt gebouwd, aan welke woonmilieus wordt gedacht en globaal is aangegeven welke plekken voor woningbouw in aanmerking komen. Belangrijke items in de woonvisie zijn:

  • kwaliteit voor kwantiteit;
  • betaalbaarheid van de woningen;
  • duurzaamheid van de woningen;
  • sociale kwaliteit van het wonen en de woonomgeving;
  • aantrekkelijkheid van de fysieke woonomgeving;
  • wensen van de woonconsument centraal.

Uitgangspunt voor de aanpak per kern is een gedifferentieerde bevolkingsopbouw die de vitaliteit van de kern of de wijk ten goede komt. Woningbouw sluit aan bij de behoefte per kern.Voor Winssen worden de volgende accenten gelegd:

In Winssen liggen de voorzieningen meer verspreid over de kern. In het kader Wonen Welzijn en Zorg is daarom aangegeven hier een woonserviceroute te ontwikkelen in plaats van een centraal zorgservicepunt. Bij de ontwikkeling zouden het verzorgingstehuis Overmars, het dorpshuis en de supermarkt betrokken kunnen worden.

In Winssen is behoefte aan nultredenwoningen, maar ook (koop)starters willen graag een woning om in de kern te blijven wonen. De locatie Bongerd-zuid biedt kansen voor die laatste groep. Daarnaast voorziet de locatie in eengezinswoningen voor doorstromende gezinnen. Op locaties die nog vrijkomen in de kern en dan met name gelegen in de buurt van de woonserviceroute gaat de voorkeur uit naar woningen voor senioren en/ of kleinschalige woonzorgvoorzieningen.

Met de woningcorporatie wil de gemeente de mogelijkheden voor het verkopen en transformeren van huurwoningen bespreken. Wellicht liggen hier kansen voor kluswoningen. Vanwege de goede sociale samenhang liggen er ook kansen voor initiatieven van vrijwilligers om voorzieningen in stand te houden.

4.3.5 Nota Ruimtelijke Kwaliteit (2008)

Met ingang van 1 juli 2004 is het voor elke gemeente in Nederland verplicht een (vastgestelde) welstandsnota te hebben. Is dit niet het geval, dan is de gemeente niet meer bevoegd een bouwplan op welstand te toetsen. Met het bestemmingsplan en de welstandsnota, worden dus zowel de stedenbouwkundige opzet als de architectonische verschijningsvorm vastgelegd in een beleidskader. Nieuwe (omgevingsvergunningsplichtige) bouwplannen dienen zowel aan het bestemmingsplan als aan de welstandsnota te worden getoetst.

Naast de welstandscriteria geeft de gemeentelijke welstandsnota ook de beleidsregels weer voor de uitvoering en organisatie van de welstandszorg in de gemeente Beuningen. De welstandscriteria worden ingedeeld in algemene criteria, gebiedscriteria, criteria voor specifieke gebouwtypologieën en criteria voor veel voorkomende kleine bouwwerken. De mate waarin het toetsingsinstrument welstand wordt ingezet in de verschillende gebieden, wordt aangegeven aan de hand van zogenaamde 'welstandsniveaus'.

Het Gelders Genootschap (adviseert de gemeente op het gebied van welstand, monumenten en ruimtelijke kwaliteit) zal het uiteindelijke bouwplan positief moeten beoordelen alvorens er in dit kader een omgevingsvergunning voor het bouwen kan worden verleend.

Het plangebied maakt onderdeel uit van de volgende deelgebieden

1: Buitengebied;

2: Projectmatige woonbuurten;

4: Thematische woongebieden;

5: Bedrijventerreinen;

8: Recreatieterreinen, sportcomplexen, begraafplaatsen;

9: Bijzondere bebouwing.

Vanwege het zorgvuldig ontworpen en samenhangende karakter van de bebouwing wordt welstandsniveau 2 toegepast, een regulier welstandstoezicht.

Voor de historische bebouwingslinten in het buitengebied is een welstandsniveau 1 van toepassing. De linten en oude dorpskernen stralen namelijk een hoge ruimtelijke kwaliteit uit, er komen relatief veel monumenten voor en er wordt een hoog ambitieniveau nagestreefd. De linten en oude dorpskernen bevatten bijzondere cultuurhistorische, architectonische, landschappelijke of stedenbouwkundige karakteristieken. Voor de rest van het buitengebied is welstandsniveau 2 van toepassing. Dit gebied is waardevol en zal behouden moeten worden zonder dat ingrepen die voor een moderne bedrijfsvoering nodig zijn, gefrustreerd worden.

Vanwege de beperkte kwetsbaarheid van het architectonische karakter van de oudere projectmatige woonbuurten, wordt voor deze buurten welstandsniveau 3 aangehouden. Waar deze buurten grenzen aan hoofdontsluitingswegen, wordt welstandsniveau 2 toegepast.

Vanwege het zorgvuldig ontworpen en samenhangend karakter van de bebouwing wordt welstandsniveau 2 toegepast voor de thematische woongebieden, een regulier welstandstoezicht.

Het bedrijventerrein in Winssen en de recreatieterreinen, sportcomplexen en begraafplaatsen krijgen welstandsniveau 2.

De bijzondere bebouwing krijgt welstandsniveau 2.

4.3.6 Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan

Eind 2011 heeft de gemeenteraad het Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan (GVVP) vastgesteld. In dit plan staat hoe de gemeente omgaat met verkeersveiligheid, openbaar vervoer, bereikbaarheid en duurzaamheid.

Het doel van dit plan is een verkeersveilig, leefbaar en bereikbaar Beuningen tot 2020. Het plan beschrijft eerst de knelpunten en visies voor de verschillende thema's. Daarna komen de gewenste verkeersmaatregelen aan bod in combinatie met een uitvoeringsplan.

Op lokaal niveau zijn infrastructurele aanpassingen gewenst op kruispunten en wegvakken. Met name het en enkele kruispunten in het buitengebied verdienen hierbij de aandacht. De reconstructie van het kruispunt Van Heemstraweg - Plakstraat is momenteel in voorbereiding. Ook de overige aansluitingen met de Van Heemstraweg in Winssen (Deijnschestraat, Geerstraat, Leegstraat) verdienen de aandacht. Op wegvakniveau is in Winssen snelheidsverlaging gewenst op enkele kruispunten op de Van Heemstraweg en de Molenstraat.

4.3.7 Milieubeleidsplan 2010 - 2014

In het Milieubeleidsplan zijn diverse kaders opgenomen met betrekking tot ontwikkelingen binnen verschillende milieubeleidsvelden. In het hoofdstuk 'Milieu & Ruimtelijke Ordening' is het volgende ten aanzien van nieuwbouwprojecten (woningen) opgenomen:

Duurzaamheid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de gemeente en haar partners (projectontwikkelaars, aannemers, architecten, makelaars etcetera). Samenwerking en partnerschap is daarom cruciaal. Duurzame ruimtelijke ontwikkeling wordt: leren in de praktijk, het uitwisselen van ervaringen, een multidisciplinaire aanpak, partnerschappen en netwerken, inspraak en participatie, innovatieve voorlichtingsmethoden en bewustmaking.

De gemeente Beuningen streeft naar:

  • het toepassen van duurzaamheid als sturend principe bij ruimtelijke inrichting;
  • het verankeren van duurzame ontwikkeling bij ruimtelijke processen.

Bij de ontwikkeling van ruimtelijke plannen / nieuwbouwprojecten worden onder andere de volgende randvoorwaarden gehanteerd:

  • energieprestaties (EPC-norm) nieuwbouwwoningen minimaal 10 % lager dan de geldende eis in het Bouwbesluit (uit de Kadernota Duurzaam Beuningen);
  • optimale woning-oriëntatie op de zon (maakt verlichtingsbehoefte geringer);
  • optimale dakvlak-oriëntatie op de zon (maakt latere plaatsing van zonnepanelen mogelijk);
  • een laag temperatuur-afgiftesysteem in de vloeren en wanden (voor latere aansluiting op warmtepomp of collectief systeem).

Realisering van deze randvoorwaarden biedt toekomstwaarde, want energietarieven stijgen en duurzame energietechnieken worden goedkoper.

Om bovenstaande visie te realiseren gaat de gemeente Beuningen onder andere:

  • duurzaamheidsambities van de gemeente (zie: Kadernota Duurzaam Beuningen) verankeren in de structuurvisie (wettelijke verankering), bestemmingsplannen, de woonvisie, bouwplannen, de nota Ruimtelijke kwaliteit en bij ruimtelijke ontwikkelingen/ - projecten;
  • energievisies vereisen bij aanbestedingen van woningbouw en utiliteitsbouw;
  • duurzaam bouwen verder stimuleren;
  • toetsen van bouwplannen op energieprestaties.
4.3.8 Landschapsontwikkelingsplan

De gemeente Beuningen heeft in 2006 samen met de gemeente Wijchen en Druten een Landschapsontwikkelingsplan (LOP) opgesteld. De visie zet in op de versterking en ontwikkeling van de verschillende landschapstypen die het landschap in deze gemeenten karakteriseren.

De kern Winssen en het omliggende gebied zijn gelegen binnen het gebied 'Waaloeverwallen'. De doelstelling in deze gebieden is het behouden van het kleinschalig samenspel van bebouwingslinten, dorpen, boomgaarden, kleine landschapselementen en weiden in onregelmatige patronen. De belangrijkste kwaliteiten van dit gebied zijn:

  • Kleinschalig samenspel van bebouwingslinten, dorpen, weiden en boomgaarden in onregelmatige patronen;
  • Zeer groene uitstraling door erven, boomgaarden, wegbeplantingen, windsingels en opslag rond plassen;
  • Afwisselend beeld;
  • Groene zones tussen dorpen.

Ruimtelijk streefbeeld

Het kleinschalig samenspel van bebouwingslinten, dorpen, weiden en boomgaarden in onregelmatige patronen is uitgangspunt bij ontwikkelingen, evenals de zeer groene uitstraling door erfbeplanting, hagen en wegbeplantingen. Belangrijk daarbij is het behouden van een vitaal en divers agrarisch gebruik. De overgang naar de Waalkommen is geleidelijk en verloopt in een grove slinger ten noorden van de Van Heemstraweg. Alleen de oplettende waarnemer ziet duidelijke verschillen tussen oeverwal en kom. Het goed vormgeven van deze overgang is bij nieuwe ontwikkelingen een opgave.

De ontwikkeling van nieuwe landgoederen, buitenplaatsen en landelijk wonen passen bij het beeld van een veelzijdig en toegankelijk landschap met een functie voor landelijk wonen. Er geldt een 'ja, mits' beleid indien deze ontwikkelingen gericht zijn op de versterking van de kleinschaligheid en de functies van de oeverwallen.

De verhouding tussen groen en bebouwing in de linten moet zodanig blijven dat er sprake is van een groen en open lint. Er wordt ingezet op het kleinschalig houden van het patchwork door de aanwezigheid van hagen, bosjes, wegbeplanting en solitaire bomen.

4.3.9 Groenbeleidsplan

De gemeenteraad van Beuningen heeft eind 2012 het groenbeleidsplan vastgesteld. Met de ontwikkeling van de groenstructuurkaart is het groene netwerk van de gemeente vastgelegd. De elementen en structuren op de groenstructuur:

  • hebben een hogere status dan overig groen;
  • hebben een streefbeeld en kwaliteit waar de gemeente actief aan werkt;
  • krijgen een hogere prioriteit bij beheer en onderhoud;
  • worden beschermd tegen kap of andere vormen van beschadiging of vernietiging.
4.3.10 Bomenverordening

De gemeenteraad van Beuningen heeft eind 2012 de Bomenverordening 2012 vastgesteld. De Bomenverordening is gekoppeld aan een 'Groene Kaart' (inclusief administratieve lijst). Hierop staan monumentale en waardevolle particuliere en gemeentelijke houtopstanden. Bomen op de Groene Kaart vallen onder het kapverbod. Voor de monumentale en waardevolle bomen geldt een ontheffingsstelsel. Voor gemeentelijke bomen zonder monumentale of waardevolle status geldt een vergunningsstelsel.

4.3.11 Kadernota Duurzaam Beuningen 2009 - 2012

Deze kadernota (vastgesteld door de gemeenteraad op 14 april 2009) biedt inzicht in de maatschappelijke verantwoordelijkheid die Beuningen neemt met betrekking tot de onderwerpen:

  • Klimaat & Energie;
  • Duurzaam inkopen;
  • Millenniumdoelstellingen.

De kaderstellende nota biedt een overkoepelend kader ten behoeve van diverse deelprojecten. Het biedt inzicht in de mate waarin huidige en nieuwe projecten een bijdrage kunnen leveren aan de overkoepelende doelen.

De gemeenteraad heeft op 14 april 2009 de volgende Duurzaamheidsdoelstelling vastgelegd:

  • Beuningen in 2020: 20 % CO2-reductie in 2020 (ten opzichte van 2005) en 20 % duurzame energie (Rijksdoelen CO2 beleid);

De ambitie sluit aan op de Rijksdoelen voor 2020 voor CO2-reductie en duurzame energie, het VNG Klimaatakkoord uit 2007 en de MARN klimaatdoelen.

De gemeente Beuningen is in de perdiode 2009 – 2012 pragmatisch aan de slag gegaan met een groot aantal Duurzaamheids-, Energie- en Klimaatprojecten, zoals:

  • Energiezuinige woningbouw;
  • Energieafspraken met woningcorporatie over nieuwbouw en bestaande bouw;
  • Liefst alle woningen in Beuningen over 10 jaar gemiddeld een energielabel B;
  • Groene welkomstbox voor nieuwe en verhuizende bewoners;
  • Stimuleren van duurzame energiebronnen, zoals warmte-/ koudeopslag (WKO, warmteterugwinning uit grond- of oppervlaktewater) voor nieuwbouw;
  • Subsidie voor isolatie in de bestaande bouw;
  • Collectieve inkoop zonnepanelen;
  • Energiebesparing bij kantoren, scholen, zorginstellingen en supermarkten;
  • Stimulering elektrisch vervoer door realisatie E-netwerk met oplaadpunten;

De kansen in grote nieuwbouwprojecten en de bestaande woningbouw en bedrijven moeten benut worden. Voor de andere thema's zoals verkeer worden kansen op natuurlijke momenten benut, zoals bij nieuwe ontwikkelingen.

4.3.12 Handboek Kwaliteit Openbare Ruimte

De gemeente Beuningen heeft onlangs het Handboek Kwaliteit Openbare Ruimte ontwikkeld. Dit handboek beschrijft per ruimtelijke eenheid (invalswegen, dijklint, entrees, woonerven e.d.) de ambities voor het beeld, belang en beheer van de openbare ruimte. Hierbij is onderscheid gemaakt in een kwaliteitsambitie voor de korte termijn 2012 - 2015 en een kwaliteitsambitie voor de lange termijn 2015 - 2030. Het handboek maakt gebruik van 4 kwaliteitsambities: 'sober', 'basis', 'bijzonder' en 'maatwerk'. Het handboek wordt eind 2012 ter besluitvorming aan de raad aangeboden.

4.3.13 Speelruimteplan

In het Speelruimteplan (vastgesteld 25 februari 2003) is het kind het uitgangspunt. De behoefte aan spelend ontdekken, - bewegen en - ontmoeten vormt de basis voor de toekomstige verdeling van de speelplaatsen. Speelruimte wordt gevonden in de hele openbare ruimte, informele, en op specifieke speelplaatsen, formeel. Het speelruimteplan richt zich op 4 facetten:

  • verbeteren van informele speelruimte;
  • een goed verdeling van de formele speellocaties;
  • het onderhoud en beheer;
  • de richtlijnen voor speelruimte in nieuwe wijken.

In het plangebied is een aantal speelplekken voor verschillende leeftijdsgroepen ingericht. Aanpassing van de groenstructuur of herinrichting van speelplekken is in het plangebied niet aan de orde.

Met betrekking tot het groen en recreatieve voorzieningen gelden de volgende uitgangspunten:

  • het scheppen van voorwaarden voor het behouden en/ of versterken van die groenelementen die van belang zijn als functie en/ of vormgevend element; uitgeven is ongewenst;
  • bij herinrichting van straatprofielen wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met een sterke groenstructuur en groen karakter;
  • speelvoorzieningen worden ingericht volgens het bestaande speelruimteplan.