direct naar inhoud van 3.3 Ecologie
Plan: Olden Tempel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0209.BPOldenTempel-vadf

3.3 Ecologie

In 2009 is er door Arcadis een quickscan ecologie verricht. Het rapport met nummer 074158661 A.1/jbp is opgesteld op 1 oktober 2009.

Het plan wordt getoetst aan de vigerende natuurwetgeving, te weten de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingwet 1998 en het beleidskader van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Deze Flora- en faunawet regelt de bescherming van in het wild voorkomende inheemse planten en dieren. De natuurbeschermingswet en het beleidskader van de EHS regelen de bescherming van natuurgebieden.

Soortbescherming

Sinds 1 april 2002 regelt de "Flora- en faunawet" de bescherming van in het wild voorkomende inheemse planten en dieren. Deze wet heeft tot doel om beschermde flora- en faunasoorten te beschermen. Ruimtelijke ontwikkelingen kunnen tot gevolg hebben dat beschermde soorten in het geding komen. Indien dergelijke soorten aanwezig zijn en door de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling bedreigd worden, moet een ontheffing aangevraagd worden.

Op 23 februari 2008 is een wijziging doorgevoerd in de Flora- en faunawet ('Wijzigingsbesluit AMvB artikel 75'). Deze wijziging heeft tot gevolg dat voor een groot aantal zogenaamde 'algemene soorten' geen ontheffing meer aangevraagd hoeft te worden indien sprake is van een bij de wet genoemd belang -in dit geval een 'ruimtelijke ingreep'. Daardoor zal de aandacht met name uitgaan naar de beschermde soorten zoals vleermuizen en broedvogels.

  • In het gebied komen soorten voor die volgens de Flora- en faunawet worden beschermd. Negatieve gevolgen dienen zoveel mogelijk te worden voorkomen of beperkt.
  • Niet alle schade is te vermijden, waardoor voor enkele zoogdieren verbodsbepalingen worden overtreden. Voor deze grondgebonden zoogdieren en amfibieĆ«n gelden vrijstellingen.
  • Door buiten het broedseizoen te werken en de bomen met nesten te sparen, worden geen verbodsbepalingen met betrekking tot broedvogels overtreden. Indien aanwezige bomen tijdens werkzaamheden gespaard kunnen worden, is onderzoek noodzakelijk naar welke vogelsoorten van de aanwezige nesten gebruik maken.
  • Omdat niet met zekerheid de aanwezigheid van vleermuizen kan worden uitgesloten is een vervolgonderzoek noodzakelijk.

Vrijstelling is niet mogelijk voor vleermuizen, voor de overige soorten wel indien voldaan wordt aan de zorgplicht en er gewerkt wordt volgens het ecologisch protocol zoals beschreven in het opgestelde rapport. Naar het voorkomen van vleermuizen is nader onderzoek noodzakelijk. Dit onderzoek dient uitgevoerd te worden tussen april en september.

Gebiedsbescherming

Vanaf oktober 2005 vindt de gebiedsbescherming in Nederland plaats via de gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998. De natuurbeschermingswet kent de volgende beschermde gebieden:

  • De Natura 2000-gebieden (vogel- en habitatrichtlijngebieden).
  • Beschermde natuurmonumenten (voorheen (staats)natuurmonumenten).
  • De Ecologische Hoofdstructuur (EHS).

  • Er vinden geen negatieve effecten plaats op het Natura 2000-gebied "Uiterwaarden Waal". Van ruimtebeslag is geen sprake. Verstorende factoren door geluid, licht en betreding zijn eveneens niet aan de orde. Negatieve effecten in de waterhuishouding spelen niet.
  • Er vinden geen negatieve effecten plaats op de begrensde EHS nabij het plangebied. Er is geen sprake van ruimtebeslag of verstoring van de EHS. Gezien de geringe waterhuishoudkundige wijzigingen zijn ook geen effecten te verwachten die betrekking hebben op de waterhuishouding van de EHS-gebieden.

Het betreffende rapport is separaat aan dit bestemmingsplan toegevoegd.