direct naar inhoud van Regels
Plan: partiële herziening bestemmingsplan Buitengebied 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0203.1241-0001

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

Het begrip zoals in het navolgende artikel is weergegeven is gewijzigd ten opzichte van het bestemmingsplan Buitengebied 2012. De overige begrippen uit het bestemmingsplan Buitengebied 2012 blijven ongewijzigd van toepassing.

1.1 plan

dit plan 'bestemmingsplan partiële herziening bestemmingsplan Buitengebied 2012' van de gemeente Barneveld, als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0203.1241-0001 met de bijbehorende regels, herziet het bestemmingsplan 'Buitengebied Buitengebied 2012', aldus vastgesteld door de gemeente Barneveld d.d. 28 mei 2013, met IMRO-idn NL.IMRO.0203.1056-0003, op de in dit plan opgenomen onderdelen.

Artikel 2 Wijze van meten

(ongewijzigd)

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

(ongewijzigd)

3.2 Bouwregels

3.2.1 Gebouwen

(ongewijzigd)

3.2.2 Bedrijfsgebouwen

(ongewijzigd)

3.2.3 Bedrijfswoning

(ongewijzigd)

3.2.4 Bijgebouwen bij bedrijfswoning

(ongewijzigd)

3.2.5 Kleine woning

Voor het bouwen van een kleine woning gelden de volgende bepalingen:

    • a. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - kleine woning' is naast de reguliere bedrijfswoning(en) als bedrijfswoning één kleine woning toegestaan, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden', want daar geldt dat aantal als maximum aantal kleine woningen het aantal zoals op de verbeelding is weergegeven;
    • b. bij vervangende nieuwbouw dient de kleine woning te worden gebouwd ter plaatse van de bestaande kleine woning;
    • c. de inhoud van de kleine woning mag niet meer bedragen dan 350 m³ ;
    • d. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 m;
    • e. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 m.
    • f. onder een kleine woning is een onderbouw toegestaan, waarbij geldt dat de ruimte tussen de onderzijde van de begane grondvloer en maaiveld meetelt voor de inhoud van de kleine woning.

3.2.6 Bijgebouwen bij kleine woning

(ongewijzigd)

3.2.7 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

(ongewijzigd)

3.3 Nadere eisen

(ongewijzigd)

3.4 Afwijken van de bouwregels

(ongewijzigd)

3.5 Specifieke gebruiksregels

(ongewijzigd)

3.6 Afwijken van de gebruiksregels

(ongewijzigd)

3.7 Wijzigingsbevoegdheid
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen een bouwvlak vergroten, de bestemming wijzigen in Groen en voorwaardelijke verplichtingen in de regels opnemen:
    • a. tot maximaal 1,5 hectare ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied;
    • b. tot maximaal 1,5 hectare ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied GV, reconstructiewetzone - extensiveringsgebied V en reconstructiewetzone - verwevingsgebied V, mits dit niet gaat om een bouwvlak waar intensieve veehouderij is toegestaan;
    • c. tot maximaal 1,5 hectare ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - verwevingsgebied GV, met dien verstande dat:
      • het vergrote bouwvlak niet meer bedraagt dan 130% van het op 17 maart 2005 geldende bouwvlak, als in dat bouwvlak intensieve veehouderij is toegestaan;
      • het geldende bouwvlak omvat het op genoemde datum geldende bouwvlak conform het toen geldende bestemmingsplan plus 200% van de oppervlakte van de op dat moment legaal aanwezige agrarische bedrijfsbebouwing die aansluitend, doch buiten het bouwvlak was gerealiseerd;
    • a. ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - verwevingsgebied V, tot maximaal 1,0 hectare voor dat deel van het bouwvlak dat wordt gebruikt ten behoeve van intensieve veehouderij;

met dien verstande dat voor alle in dit lid genoemde vergrotingen geldt dat:

      • de vergroting noodzakelijk is in het kader van een doelmatige en/of duurzame bedrijfsvoering;
      • er wordt gestreefd naar een compacte bouwvlakvorm, voor zover dat streven geen afbreuk doet aan een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
      • er sprake is van een zorgvuldige landschappelijke inpassing, al dan niet door het nemen van passende maatregelen;
      • aannemelijk is gemaakt dat geen onacceptabele verkeersaantrekkende werking optreedt;
      • geen significante aantasting plaatsvindt van ecologische waarden;
      • geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de milieusituatie.

  • 2. Burgemeester en wethouders de vorm van een bouwvlak wijzigen waarbij de oppervlakte van dat bouwvlak gelijk blijft, met dien verstande dat: (ongewijzigd)

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen een aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – buurtvergister' opnemen, de bestemming wijzigen in Groen, voorwaardelijke verplichtingen in de regels opnemen en daarbij al dan niet het bouwvlak vergroten tot maximaal :
    • a. het bestaande bouwvlak plus 1 hectare ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - verwevingsgebied GV of de aanduiding reconstructiewetzone - verwevingsgebied V waarbij de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - buurtvergister' wordt gelegd op maximaal 1 hectare van het vergrote bouwvlak;
    • b. tot maximaal het bestaande bouwvlak plus 1,5 hectare ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied, waarbij de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - buurtvergister' wordt gelegd op maximaal 1,5 hectare van het vergrote bouwvlak;

mits:

      • wordt aangetoond dat gebruik kan worden gemaakt van lokale aanvoer van mest uit een brongebied van in principe 1.300 hectare;
      • de afstand tot een andere buurtvergister tenminste 200 m bedraagt;
      • de capaciteit van de installatie niet meer dan 36.000 ton per jaar bedraagt;
      • het aandeel co-substraten dat wordt toegevoegd maximaal 50% bedraagt;
      • aannemelijk is gemaakt dat geen onevenredige verkeersaantrekkende werking optreedt;
      • de belangen van gebruikers en/of eigenaren van nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
      • geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de milieusituatie;
      • geen significante aantasting plaatsvindt van ecologische waarden;
      • geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de aanwezige landschapswaarden, tenzij hieraan door het nemen van maatregelen voldoende tegemoet kan worden gekomen.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen de uitbreiding van een bestaande niet-agrarische nevenactiviteit of vestiging van een nieuwe niet-agrarische nevenactiviteit toestaan, de bestemming wijzigen in Groen en voorwaardelijke verplichtingen in de regels opnemen, mits :
    • a. aannemelijk is gemaakt dat de nevenactiviteit ondergeschikt is aan de agrarische functie;
    • b. de nevenactiviteit wordt uitgeoefend door degene die het agrarisch bedrijf uitoefent;
    • c. maximaal 25% van het bebouwde vloeroppervlak van de bedrijfsgebouwen wordt gebruikt voor de nevenactiviteit, tot ten hoogste:
      • 500 m2 voor nevenactiviteiten in het kader van recreatie en zorg;
      • 350 m2 voor overige nevenactiviteiten;
        waarbij geldt dat:
      • in geval van cumulatie van meerdere vormen van nevenactiviteiten de totale vloeroppervlakte niet meer mag bedragen dan 25% van het bebouwde oppervlak tot een maximum van 500 m2;
      • ondergeschikte en onzelfstandige horeca ten dienste van de activiteit is toegestaan op een vloeroppervlakte van niet meer dan 50 m2;
      • aannemelijk is gemaakt dat geen onevenredige verkeersaantrekkende werking optreedt;
    • d. de belangen van gebruikers en/of eigenaren van nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
    • e. geen detailhandel plaatsvindt, met uitzondering van detailhandel als onzelfstandig en ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop dan wel levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
    • f. geen buitenopslag plaatsvindt;
    • g. de nevenactiviteit plaatsvindt binnen het bouwvlak, tenzij de aard en de omvang van de nevenactiviteit buiten het bouwvlak toelaatbaar worden geacht;
    • h. landschappelijke inpassing plaatsvindt op basis van een overgelegd landschapsplan.

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch ter plaatse van een bouwvlak wijzigen in de bestemming Wonen, met inachtneming van het volgende:(ongewijzigd)

  • 6. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch ter plaatse van een bouwvlak wijzigen in de bestemming Wonen om de bouw van maximaal twee extra woningen (ten opzichte van het bestaande aantal bedrijfswoningen en/of kleine woningen) mogelijk te maken, daarbij de aanduiding 'aantal woningen' en/of aanduidingen over de oppervlakte aan bijgebouwen opnemen, de bestemming wijzigen in Groen en voorwaardelijke verplichtingen in de regels opnemen, met inachtneming van het volgende :
    • a. ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied is de wijziging naar de bestemming wonen niet toegestaan;
    • b. bij het nieuw te bouwen woongebouw mag maximaal 80 m2 bijgebouw per woning worden gebouwd;
    • c. het nieuwe bestemmingsvlak kan kleiner zijn dan het agrarische bouwvlak, dat geheel wordt verwijderd;
    • d. indien het nieuwe bestemmingsvlak kleiner is dan het verwijderde agrarische bouwvlak, kunnen op gronden met de bestemming 'Agrarisch' dubbelbestemmingen en/of gebiedsaanduidingen worden gelegd indien en voor zover deze op aangrenzende gronden met de bestemming Agrarisch liggen;
    • e. het terrein dient te worden voorzien van een goede landschappelijke inpassing;
    • f. er moet sprake zijn van een clustering van gebouwen, waarbij de vorm van het nieuwe bestemmingsvlak is afgestemd op zowel het omringende landschap als de belangen van derden;
    • g. de belangen van gebruikers en/of eigenaren van nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
    • h. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de milieusituatie;
    • i. er dient sprake te zijn van hetzij een combinatie van sloop en hergebruik van bestaande gebouwen, hetzij een combinatie van sloop en nieuwbouw, waarbij de te slopen oppervlakte gebouwen wordt bepaald op basis van de staffeling die in de onderstaande tabel is genoemd:

Minimaal te slopen oppervlakte gebouwen   Maximaal te realiseren woonbebouwing  
tenminste 1.000 m2   één woning met een inhoud van maximaal 600 m3  
tenminste 2.000 m2   één woongebouw met een inhoud van maximaal 800 m3 met daarin maximaal twee woningen  
tenminste 3.000 m2   twee vrijstaande woningen met elk een inhoud van maximaal 600 m3  

met dien verstande dat:

      • alle bedrijfsbebouwing dient te worden gesloopt, tenzij het een gebouw(en) betreft welke met toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid wordt ingezet voor hergebruik;
      • de oppervlakte van gesloopte gebouwen ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied V of de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied GV voor 125% meetelt in de berekening van de in het kader van deze wijzigingsbevoegdheid in te zetten sloopoppervlakte;
      • uitsluitend indien de sloopmogelijkheden op het betreffende perceel volledig zijn benut, mag de sloopoppervlakte van meerdere locaties worden meegerekend om aan de vereiste sloopoppervlakte te komen;
      • bij de berekening van de sloopoppervlakte de bestaande bedrijfswoning (inclusief minimaal 80 m2 aan bijgebouwen) en indien aanwezig de 'kleine woning' (inclusief de bijgebouwen als aangegeven in de artikel Bijgebouwen bij kleine woning) buiten beschouwing wordt gelaten;
      • monumentale gebouwen wel meetellen in de bepaling van de sloopoppervlakte, maar niet mogen worden gesloopt;
      • de te slopen gebouwen moeten zijn gelegen binnen het buitengebied van de gemeente Barneveld, dan wel binnen het reconstructiegebied Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, opgenomen in het Reconstructieplan Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, vastgesteld door Provinciale Staten van Gelderland op 22 december 2004 en 26 januari 2005, voor zover dit reconstructiegebied is gelegen binnen de provincie Gelderland;
      • verzekerd is dat herbouw van de gesloopte gebouwen niet mogelijk is.

  • 7. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch ter plaatse van een bouwvlak wijzigen in de bestemming Bedrijf – Niet agrarisch of Groen en voorwaardelijke verplichtingen in de regels opnemen, met inachtneming van het volgende :
    • a. de vloeroppervlakte van de bebouwing ten behoeve van de nieuwe bestemming mag maximaal 1.000 m2 bedragen, met dien verstande dat de vloeroppervlakte maximaal 750 m2 mag bedragen ter plaatse van:
      • de aanduiding overig - ecologische hoofdstructuur;
      • de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied GV;
      • de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied V;
      • de dubbelbestemming 'Waarde – openheid en reliëf'
    • b. het nieuwe bestemmingsvlak kan kleiner zijn dan het agrarische bouwvlak, dat geheel wordt verwijderd;
    • c. indien het nieuwe bestemmingsvlak kleiner is dan het verwijderde agrarische bouwvlak, kunnen op gronden met de bestemming 'Agrarisch' dubbelbestemmingen en/of gebiedsaanduidingen worden gelegd indien en voor zover deze op aangrenzende gronden met de bestemming 'Agrarisch' liggen;
    • d. het terrein dient te worden voorzien van een goede landschappelijke inpassing;
    • e. er mag geen sprake zijn van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
    • f. detailhandel is niet toegestaan, met uitzondering van detailhandel als onzelfstandig en ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop dan wel levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
    • g. de belangen van gebruikers en/of eigenaren van nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
    • h. de milieusituatie niet onevenredig mag worden aangetast;
    • i. bij een wijziging naar de bestemming 'Bedrijf - Niet agrarisch' zijn uitsluitend bedrijven toegestaan die genoemd worden in bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten onder categorie 1 en 2, mits het geen Wgh-inrichtingen of Bevi-inrichtingen betreft.
    • j. om een bepaalde vloeroppervlakte te hergebruiken of nieuw te bouwen ten behoeve van de nieuwe bestemming dient sprake te zijn van sloop van gebouwen, waarbij de te slopen oppervlakte gebouwen wordt bepaald op basis van de staffeling die in de onderstaande tabel is genoemd:

hergebruik of nieuwbouw   te slopen bij hergebruik   te slopen bij nieuwbouw  
tot 500 m²   dezelfde oppervlakte   tweemaal zoveel  
501 – 750 m²   tweemaal zoveel   driemaal zoveel  
751 – 1.000 m²   driemaal zoveel   viermaal zoveel  

met dien verstande dat:

      • alle bedrijfsbebouwing dient te worden gesloopt, tenzij het een gebouw(en) betreft welke met toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid wordt ingezet voor hergebruik;
      • de oppervlakte van gesloopte gebouwen ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied V of de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied GV voor 125% meetelt in de berekening van de in het kader van deze wijzigingsbevoegdheid in te zetten sloopoppervlakte;
      • uitsluitend indien de sloopmogelijkheden op het betreffende perceel volledig zijn benut, mag de sloopoppervlakte van meerdere locaties worden meegerekend om aan de vereiste sloopoppervlakte te komen;
      • bij de berekening van de sloopoppervlakte de bestaande bedrijfswoning (inclusief minimaal 80 m2 aan bijgebouwen) en indien aanwezig de 'kleine woning' (inclusief de bijgebouwen als aangegeven in artikel Bijgebouwen bij kleine woning) buiten beschouwing wordt gelaten;
      • monumentale gebouwen wel meetellen in de bepaling van de sloopoppervlakte, maar niet mogen worden gesloopt;
      • de te slopen gebouwen moeten zijn gelegen binnen het buitengebied van de gemeente Barneveld, dan wel binnen het reconstructiegebied Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, opgenomen in het Reconstructieplan Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, vastgesteld door Provinciale Staten van Gelderland op 22 december 2004 en 26 januari 2005, voor zover dit reconstructiegebied is gelegen binnen de provincie Gelderland;
      • verzekerd is dat herbouw van de gesloopte gebouwen niet mogelijk is.

  • 8. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch ter plaatse van een bouwvlak wijzigen in de bestemming Bedrijf – Landelijk, Cultuur en ontspanning, Maatschappelijk, Recreatie, Recreatie – Verblijfsrecreatie of Groen en voorwaardelijke verplichtingen in de regels opnemen, met inachtneming van het volgende :
    • a. de vloeroppervlakte van de bebouwing ten behoeve van de nieuwe bestemming mag maximaal 1.000 m2 bedragen, met dien verstande dat de vloeroppervlakte maximaal 750 m2 mag bedragen ter plaatse van:
      • de aanduiding overig - ecologische hoofdstructuur;
      • de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied GV;
      • de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied V;
      • de dubbelbestemming 'Waarde - Openheid en Reliëf.
    • b. het nieuwe bestemmingsvlak kan kleiner zijn dan het agrarische bouwvlak, dat geheel wordt verwijderd;
    • c. indien het nieuwe bestemmingsvlak kleiner is dan het verwijderde agrarische bouwvlak, kunnen op gronden met de bestemming 'Agrarisch' dubbelbestemmingen en/of gebiedsaanduidingen worden gelegd indien en voor zover deze op aangrenzende gronden met de bestemming 'Agrarisch' liggen;
    • d. het terrein dient te worden voorzien van een goede landschappelijke inpassing;
    • e. er mag geen sprake zijn van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
    • f. detailhandel is niet toegestaan, met uitzondering van detailhandel als onzelfstandig en ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop dan wel levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
    • g. de belangen van gebruikers en/of eigenaren van nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
    • h. de milieusituatie niet onevenredig mag worden aangetast;
    • i. bij een wijziging naar de bestemming Bedrijf - Landelijk zijn uitsluitend bedrijven toegestaan die genoemd worden in bijlage 2 Staat van bedrijfsactiviteiten onder categorie 1 en 2, mits het geen Wgh-inrichtingen of Bevi-inrichtingen betreft.
    • j. om een bepaalde vloeroppervlakte te hergebruiken of nieuw te bouwen ten behoeve van de nieuwe bestemming dient sprake te zijn van sloop van sloop van gebouwen, waarbij de te slopen oppervlakte gebouwen wordt bepaald op basis van de staffeling die in de onderstaande tabel is genoemd:

te slopen bij hergebruik   te slopen bij nieuwbouw  
dezelfde oppervlakte   tweemaal zoveel  

met dien verstande dat:

      • alle bedrijfsbebouwing dient te worden gesloopt, tenzij het een gebouw(en) betreft welke met toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid wordt ingezet voor hergebruik;
      • de oppervlakte van gesloopte gebouwen ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied V of de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied GV voor 125% meetelt in de berekening van de in het kader van deze wijzigingsbevoegdheid in te zetten sloopoppervlakte;
      • uitsluitend indien de sloopmogelijkheden op het betreffende perceel volledig zijn benut, mag de sloopoppervlakte van meerdere locaties worden meegerekend om aan de vereiste sloopoppervlakte te komen;
      • bij de berekening van de sloopoppervlakte de bestaande bedrijfswoning (inclusief minimaal 80 m2 aan bijgebouwen) en indien aanwezig de 'kleine woning' (inclusief de bijgebouwen als aangegeven in artikel Bijgebouwen bij kleine woning) buiten beschouwing wordt gelaten;
      • monumentale gebouwen wel meetellen in de bepaling van de sloopoppervlakte, maar niet mogen worden gesloopt;
      • de te slopen gebouwen moeten zijn gelegen binnen het buitengebied van de gemeente Barneveld, dan wel binnen het reconstructiegebied Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, opgenomen in het Reconstructieplan Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, vastgesteld door Provinciale Staten van Gelderland op 22 december 2004 en 26 januari 2005, voor zover dit reconstructiegebied is gelegen binnen de provincie Gelderland;
      • verzekerd is dat herbouw van de gesloopte gebouwen niet mogelijk is.

  • 9. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch wijzigen in de bestemming Agrarisch - Paardenhouderij en daarbij de aanduiding 'maximum oppervlakte (m2)' opnemen, mits: (ongewijzigd)

  • 10. Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van de omschakeling van een grondgebonden veehouderij naar een intensieve veehouderij, binnen de bestemming Agrarisch een bouwvlak zonder de aanduiding 'intensieve veehouderij' wijzigen in een bouwvlak met de aanduiding 'intensieve veehouderij', mits het bouwvlak ligt ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied, dan wel dat het bouwvlak ligt ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - verwevingsgebied GV of reconstructiewetzone - verwevingsgebied V, de bestemming wijzigen in Groen en voorwaardelijke verplichtingen opnemen in de regels, met dien verstande dat :
      • belangen van gebruikers en/of eigenaren van nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
      • dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de milieusituatie;
      • dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de aanwezige landschapswaarden;
      • omschakeling naar intensieve veehouderij niet kan plaatsvinden ter plaatse van de aanduiding overig - kernrandzone;
      • geen significante aantasting plaatsvindt van ecologische waarden;
      • er mag geen sprake zijn van een onevenredige verkeersaantrekkende werking.
      • aannemelijk is gemaakt dat na omschakeling een volwaardig agrarisch bedrijf ontstaat;
      • landschappelijke inpassing plaatsvindt op basis van een overgelegd landschapsplan.
      • ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - verwevingsgebied GV mag bij het bouwen voor intensieve veehouderij het bouwvlak niet meer dan 130% bedragen van het op 17 maart 2005 geldende bouwvlak met aan absoluut maximum van 1,5 hectare, met dien verstande dat het geldende bouwvlak omvat het op genoemde datum geldende bouwvlak conform het toen geldende bestemmingsplan plus 200% van de oppervlakte van de op dat moment legaal aanwezige agrarische bedrijfsbebouwing die aansluitend, doch buiten het bouwvlak was gerealiseerd;
      • ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - verwevingsgebied V mag het bouwvlak dat ten behoeve van intensieve veehouderij wordt gebruikt, niet groter worden dan 1,0 hectare.

  • 11. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch wijzigen in de bestemming Natuur, mits: (ongewijzigd)

  • 12. Burgemeester en wethouders kunnende bestemming Agrarisch wijzigen in de bestemming Groen, mits:(ongewijzigd)

  • 13. Burgemeester en wethouders kunnen één bouwvlak splitsen in twee bouwvlakken, mits: (ongewijzigd)

Artikel 4 Agrarisch - Paardenhouderij

4.1 Bestemmingsomschrijving

(ongewijzigd)

4.2 Bouwregels

(ongewijzigd)

4.3 Nadere eisen

(ongewijzigd)

4.4 Afwijken van de bouwregels

(ongewijzigd)

4.5 Specifieke gebruiksregels

(ongewijzigd)

4.6 Afwijken van de gebruiksregels

(ongewijzigd)

4.7 Wijzigingsbevoegdheid
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen een bouwvlak en/of bestemmingsvlak vergroten tot maximaal 1,5 hectare ten behoeve van de paardenhouderij, de bestemming wijzigen in Groen en voorwaardelijke verplichtingen in de regels opnemen, mits :
    • a. de vergroting noodzakelijk is in het kader van een doelmatige bedrijfsvoering;
    • b. er wordt gestreefd naar een compacte bouwvlakvorm;
    • c. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de aanwezige landschapswaarden, tenzij hieraan door het nemen van maatregelen voldoende tegemoet kan worden gekomen;
    • d. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de milieusituatie.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch - Paardenhouderij ter plaatse van een bouwvlak wijzigen in de bestemming Wonen om de bouw van maximaal twee extra woningen (ten opzichte van het bestaande aantal bedrijfswoningen en/of kleine woningen) mogelijk te maken en daarbij de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - woongebouw', de aanduiding 'aantal woningen' en/of aanduidingen over de oppervlakte aan bijgebouwen opnemen, de bestemming wijzigen in Groen en voorwaardelijke verplichtingen opnemen in de regels, met inachtneming van het volgende :
    • a. ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied is de wijziging naar de bestemming wonen niet toegestaan;
    • b. bij het nieuw te bouwen woongebouw mag maximaal 80 m2 bijgebouw per woning worden gebouwd;
    • c. het nieuwe bestemmingsvlak kan kleiner zijn dan het agrarische bouwvlak, dat geheel wordt verwijderd;
    • d. indien het nieuwe bestemmingsvlak kleiner is dan het verwijderde agrarische bouwvlak, kunnen op gronden met de bestemming 'Agrarisch' dubbelbestemmingen en/of gebiedsaanduidingen worden gelegd indien en voor zover deze op aangrenzende gronden met de bestemming Agrarisch liggen;
    • e. het terrein dient te worden voorzien van een goede landschappelijke inpassing;
    • f. er moet sprake zijn van een clustering van gebouwen, waarbij de vorm van het nieuwe bestemmingsvlak is afgestemd op zowel het omringende landschap als de belangen van derden;
    • g. de belangen van gebruikers en/of eigenaren van nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
    • h. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de milieusituatie;
    • i. er dient sprake te zijn van hetzij een combinatie van sloop en hergebruik van bestaande gebouwen, hetzij een combinatie van sloop en nieuwbouw, waarbij de te slopen oppervlakte gebouwen wordt bepaald op basis van de staffeling die in de onderstaande tabel is genoemd:

Minimaal te slopen oppervlakte gebouwen   Maximaal te realiseren woonbebouwing  
tenminste 1.000 m2   één woning met een inhoud van maximaal 600 m3  
tenminste 2.000 m2   één woongebouw met een inhoud van maximaal 800 m3 met daarin maximaal twee woningen  
tenminste 3.000 m2   twee vrijstaande woningen met elk een inhoud van maximaal 600 m3  

met dien verstande dat:

      • alle bedrijfsbebouwing dient te worden gesloopt, tenzij het een gebouw(en) betreft welke met toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid wordt ingezet voor hergebruik;
      • de oppervlakte van gesloopte gebouwen ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied V of de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied GV voor 125% meetelt in de berekening van de in het kader van deze wijzigingsbevoegdheid in te zetten sloopoppervlakte;
      • uitsluitend indien de sloopmogelijkheden op het betreffende perceel volledig zijn benut, mag de sloopoppervlakte van meerdere locaties worden meegerekend om aan de vereiste sloopoppervlakte te komen;
      • bij de berekening van de sloopoppervlakte de bestaande bedrijfswoning (inclusief minimaal 80 m2 aan bijgebouwen) en indien aanwezig de 'kleine woning' (inclusief de bijgebouwen als aangegeven in artikel Bijgebouwen bij kleine woning) buiten beschouwing wordt gelaten;
      • monumentale gebouwen wel meetellen in de bepaling van de sloopoppervlakte, maar niet mogen worden gesloopt;
      • de te slopen gebouwen moeten zijn gelegen binnen het buitengebied van de gemeente Barneveld, dan wel binnen het reconstructiegebied Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, opgenomen in het Reconstructieplan Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, vastgesteld door Provinciale Staten van Gelderland op 22 december 2004 en 26 januari 2005, voor zover dit reconstructiegebied is gelegen binnen de provincie Gelderland;
      • verzekerd is dat herbouw van de gesloopte gebouwen niet mogelijk is.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch - Paardenhouderij ter plaatse van een bouwvlak wijzigen in de bestemming Bedrijf - Niet agrarisch of Groen en voorwaardelijke verplichtingen opnemen in de regels, met inachtneming van het volgende :
    • a. de vloeroppervlakte van de bebouwing ten behoeve van de nieuwe bestemming mag maximaal 1.000 m2 bedragen, met dien verstande dat de vloeroppervlakte maximaal 750 m2 mag bedragen ter plaatse van:
      • de aanduiding overig - ecologische hoofdstructuur;
      • de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied GV;
      • de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied V;
      • de dubbelbestemming 'Waarde – openheid en reliëf'
    • b. het nieuwe bestemmingsvlak kan kleiner zijn dan het agrarische bouwvlak, dat geheel wordt verwijderd;
    • c. indien het nieuwe bestemmingsvlak kleiner is dan het verwijderde agrarische bouwvlak, kunnen op gronden met de bestemming 'Agrarisch' dubbelbestemmingen en/of gebiedsaanduidingen worden gelegd indien en voor zover deze op aangrenzende gronden met de bestemming 'Agrarisch' liggen;
    • d. het terrein dient te worden voorzien van een goede landschappelijke inpassing;
    • e. er mag geen sprake zijn van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
    • f. detailhandel is niet toegestaan, met uitzondering van detailhandel als onzelfstandig en ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop dan wel levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
    • g. de belangen van gebruikers en/of eigenaren van nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
    • h. de milieusituatie niet onevenredig mag worden aangetast;
    • i. bij een wijziging naar de bestemming 'Bedrijf - niet agrarisch' zijn uitsluitend bedrijven toegestaan die genoemd worden in bijlage 2 Staat van bedrijfsactiviteiten onder categorie 1 en 2, mits het geen Wgh-inrichtingen of Bevi-inrichtingen betreft.
    • j. om een bepaalde vloeroppervlakte te hergebruiken of nieuw te bouwen ten behoeve van de nieuwe bestemming dient sprake te zijn van sloop van gebouwen, waarbij de te slopen oppervlakte gebouwen wordt bepaald op basis van de staffeling die in de onderstaande tabel is genoemd:

hergebruik of nieuwbouw   te slopen bij hergebruik   te slopen bij nieuwbouw  
tot 500 m²   dezelfde oppervlakte   tweemaal zoveel  
501 – 750 m²   tweemaal zoveel   driemaal zoveel  
751 – 1.000 m²   driemaal zoveel   viermaal zoveel  

met dien verstande dat:

      • alle bedrijfsbebouwing dient te worden gesloopt, tenzij het een gebouw(en) betreft welke met toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid wordt ingezet voor hergebruik;
      • de oppervlakte van gesloopte gebouwen ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied V of de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied GV voor 125% meetelt in de berekening van de in het kader van deze wijzigingsbevoegdheid in te zetten sloopoppervlakte;
      • uitsluitend indien de sloopmogelijkheden op het betreffende perceel volledig zijn benut, mag de sloopoppervlakte van meerdere locaties worden meegerekend om aan de vereiste sloopoppervlakte te komen;
      • bij de berekening van de sloopoppervlakte de bestaande bedrijfswoning (inclusief minimaal 80 m2 aan bijgebouwen) en indien aanwezig de 'kleine woning' (inclusief de bijgebouwen als aangegeven in de artikel Bijgebouwen bij kleine woning) buiten beschouwing wordt gelaten;
      • monumentale gebouwen wel meetellen in de bepaling van de sloopoppervlakte, maar niet mogen worden gesloopt;
      • de te slopen gebouwen moeten zijn gelegen binnen het buitengebied van de gemeente Barneveld, dan wel binnen het reconstructiegebied Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, opgenomen in het Reconstructieplan Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, vastgesteld door Provinciale Staten van Gelderland op 22 december 2004 en 26 januari 2005, voor zover dit reconstructiegebied is gelegen binnen de provincie Gelderland;
      • verzekerd is dat herbouw van de gesloopte gebouwen niet mogelijk is.

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch - Paardenhouderij ter plaatse van een bouwvlak wijzigen in de bestemming Bedrijf - Landelijk, Cultuur en ontspanning, Maatschappelijk, Recreatie, Recreatie - Verblijfsrecreatie of Groen en voorwaardelijke verplichtingen opnemen in de regels, met inachtneming van het volgende :
    • a. de vloeroppervlakte van de bebouwing ten behoeve van de nieuwe bestemming mag maximaal 1.000 m2 bedragen, met dien verstande dat de vloeroppervlakte maximaal 750 m2 mag bedragen ter plaatse van:
      • de aanduiding overig - ecologische hoofdstructuur;
      • de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied GV;
      • de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied V;
      • de dubbelbestemming 'Waarde - Openheid en Reliëf.
    • b. het nieuwe bestemmingsvlak kan kleiner zijn dan het agrarische bouwvlak, dat geheel wordt verwijderd;
    • c. indien het nieuwe bestemmingsvlak kleiner is dan het verwijderde agrarische bouwvlak, kunnen op gronden met de bestemming 'Agrarisch' dubbelbestemmingen en/of gebiedsaanduidingen worden gelegd indien en voor zover deze op aangrenzende gronden met de bestemming 'Agrarisch' liggen;
    • d. het terrein dient te worden voorzien van een goede landschappelijke inpassing;
    • e. er mag geen sprake zijn van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
    • f. detailhandel is niet toegestaan, met uitzondering van detailhandel als onzelfstandig en ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop dan wel levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
    • g. de belangen van gebruikers en/of eigenaren van nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
    • h. de milieusituatie niet onevenredig mag worden aangetast;
    • i. bij een wijziging naar de bestemming 'Bedrijf - niet agrarisch' zijn uitsluitend bedrijven toegestaan die genoemd worden in bijlage 2 Staat van bedrijfsactiviteiten onder categorie 1 en 2, mits het geen Wgh-inrichtingen of Bevi-inrichtingen betreft.
    • j. om een bepaalde vloeroppervlakte te hergebruiken of nieuw te bouwen ten behoeve van de nieuwe bestemming dient sprake te zijn van sloop van sloop van gebouwen, waarbij de te slopen oppervlakte gebouwen wordt bepaald op basis van de staffeling die in de onderstaande tabel is genoemd:

te slopen bij hergebruik   te slopen bij nieuwbouw  
dezelfde oppervlakte   tweemaal zoveel  

met dien verstande dat:

      • alle bedrijfsbebouwing dient te worden gesloopt, tenzij het een gebouw(en) betreft welke met toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid wordt ingezet voor hergebruik;
      • de oppervlakte van gesloopte gebouwen ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied V of de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied GV voor 125% meetelt in de berekening van de in het kader van deze wijzigingsbevoegdheid in te zetten sloopoppervlakte;
      • uitsluitend indien de sloopmogelijkheden op het betreffende perceel volledig zijn benut, mag de sloopoppervlakte van meerdere locaties worden meegerekend om aan de vereiste sloopoppervlakte te komen;
      • bij de berekening van de sloopoppervlakte de bestaande bedrijfswoning (inclusief minimaal 80 m2 aan bijgebouwen) en indien aanwezig de 'kleine woning' (inclusief de bijgebouwen als aangegeven in artikel Bijgebouwen bij kleine woning) buiten beschouwing wordt gelaten;
      • monumentale gebouwen wel meetellen in de bepaling van de sloopoppervlakte, maar niet mogen worden gesloopt;
      • de te slopen gebouwen moeten zijn gelegen binnen het buitengebied van de gemeente Barneveld, dan wel binnen het reconstructiegebied Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, opgenomen in het Reconstructieplan Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, vastgesteld door Provinciale Staten van Gelderland op 22 december 2004 en 26 januari 2005, voor zover dit reconstructiegebied is gelegen binnen de provincie Gelderland;
      • verzekerd is dat herbouw van de gesloopte gebouwen niet mogelijk is.

  • 6. Burgemeester en wethouders kunnen de uitbreiding van een bestaande niet-agrarische nevenactiviteit of vestiging van een nieuwe niet-agrarische nevenactiviteit toe staan, de bestemming wijzigen in Groen en voorwaardelijke verplichtingen opnemen in de regels, mits :
    • a. aannemelijk is gemaakt dat de nevenactiviteit ondergeschikt is aan de paardenhouderij;
    • b. de nevenactiviteit wordt uitgeoefend door degene die de paardenhouderij uitoefent;
    • c. maximaal 25% van het bebouwde vloeroppervlak van de bedrijfsgebouwen wordt gebruikt voor de nevenactiviteit, tot ten hoogste:
      • 500 m2 voor nevenactiviteiten in het kader van recreatie en zorg;
      • 350 m2 voor overige nevenactiviteiten;
        waarbij geldt dat:
      • in geval van cumulatie van meerdere vormen van nevenactiviteiten de totale vloeroppervlakte niet meer mag bedragen dan 25% van het bebouwde oppervlak tot een maximum van 500 m2;
      • ondergeschikte en onzelfstandige horeca ten dienste van de activiteit is toegestaan op een vloeroppervlakte van niet meer dan 50 m2;
        aannemelijk is gemaakt dat geen onevenredige verkeersaantrekkende werking optreedt;
    • d. de belangen van gebruikers en/of eigenaren van nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
    • e. geen detailhandel plaatsvindt, met uitzondering van detailhandel als onzelfstandig en ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop dan wel levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
    • f. geen buitenopslag plaatsvindt;
    • g. de nevenactiviteit plaatsvindt binnen het bouwvlak, tenzij de aard en de omvang van de nevenactiviteit buiten het bouwvlak toelaatbaar worden geacht;
    • h. landschappelijke inpassing plaatsvindt op basis van een overgelegd landschapsplan.

Artikel 5 Bedrijf - Landelijk

5.1 Bestemmingsomschrijving

(ongewijzigd)

5.2 Bouwregels

(ongewijzigd)

5.3 Nadere eisen

(ongewijzigd)

5.4 Afwijken van de bouwregels

(ongewijzigd)

5.5 Specifieke gebruiksregels

(ongewijzigd)

5.6 Afwijken van de gebruiksregels

(ongewijzigd)

5.7 Wijzigingsbevoegdheid
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Bedrijf - Landelijk wijzigen in de bestemming Wonen, met inachtneming van het volgende: (ongewijzigd)

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de maximaal toegestane bebouwde oppervlakte zoals opgenomen in artikel Bedrijfsgebouwen lid d wijzigen, de bestemming wijzigen in Groen en voorwaardelijke verplichtingen opnemen in de regels, met inachtneming van het volgende :
    • a. De totale oppervlakte in het totaal maximaal 1.000 m2 bedraagt per bestemmingsvlak, met dien verstande dat de oppervlakte maximaal 750 m2 mag bedragen ter plaatse van:
      • de aanduiding overig - ecologische hoofdstructuur;
      • de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied GV;
      • de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied V;
      • de dubbelbestemming Waarde - Openheid en Reliëf;
    • b. het terrein dient te worden voorzien van een goede landschappelijke inpassing;
    • c. er mag geen sprake zijn van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
    • d. de belangen van gebruikers en/of eigenaren van nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
    • e. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de milieusituatie;
    • f. er mag geen significante aantasting plaatsvinden van ecologische waarden;
    • g. om een bepaalde oppervlakte nieuw te bouwen aanvullend op de bestaande oppervlakte genoemd in artikel Bedrijfsgebouwen onder d, dient sprake te zijn van de sloop van gebouwen waarbij voor iedere 1 m2 2 m2 sloop moet plaatsvinden, met dien verstande dat:
      • de oppervlakte van gesloopte gebouwen ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied V of de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied GV voor 125% meetelt in de berekening van de in het kader van deze wijzigingsbevoegdheid in te zetten sloopoppervlakte;
      • uitsluitend indien de sloopmogelijkheden op het betreffende perceel volledig zijn benut, mag de sloopoppervlakte van meerdere locaties worden meegerekend om aan de vereiste sloopoppervlakte te komen;
      • monumentale gebouwen wel meetellen in de bepaling van de sloopoppervlakte, maar niet mogen worden gesloopt;
      • de te slopen gebouwen moeten zijn gelegen binnen het buitengebied van de gemeente Barneveld, dan wel binnen het reconstructiegebied Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, opgenomen in het Reconstructieplan Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, vastgesteld door Provinciale Staten van Gelderland op 22 december 2004 en 26 januari 2005, voor zover dit reconstructiegebied is gelegen binnen de provincie Gelderland;
      • verzekerd is dat herbouw van de gesloopte gebouwen niet mogelijk is.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Bedrijf - Landelijk wijzigen in de bestemming Bedrijf - Niet agrarisch of Groen en voorwaardelijke verplichtingen opnemen in de regels, met inachtneming van het volgende :
    • a. De totale vloeroppervlakte bebouwing ten behoeve van de bestemming Bedrijf - Niet agrarisch in het totaal maximaal 1.000 m2 bedraagt per bestemmingsvlak, met dien verstande dat de vloeroppervlakte maximaal 750 m2 mag bedragen ter plaatse van:
      • de aanduiding overig - ecologische hoofdstructuur;
      • de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied GV;
      • de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied V;
      • de dubbelbestemming Waarde - Openheid en Reliëf;
    • b. de belangen van eigenaren/gebruikers van de nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
    • c. er geen aantasting plaatsvindt van de milieusituatie;
    • d. het te vestigen bedrijf moet genoemd worden in categorie 1 en 2 van Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten, mits het geen Wgh-inrichtingen of Bevi-inrichtingen betreft;
    • e. er mag geen afbreuk worden gedaan aan ecologische en landschappelijke waarden;
    • f. er aangetoond wordt dat er geen sprake zal zijn van een onevenredige verkeersaantrekkende werking en dat het parkeren binnen het bestemmingsvlak plaatsvindt;
    • g. uitsluitend het bestaande aantal bedrijfswoningen mag worden gebruikt voor als bedrijfswoning ten behoeve van de nieuwe bestemming;
    • h. er dient sprake te zijn van hetzij een combinatie van sloop en hergebruik van bestaande gebouwen, hetzij een combinatie van sloop en nieuwbouw, waarbij de te slopen oppervlakte gebouwen wordt bepaald op basis van de staffeling die in de onderstaande tabel is genoemd:

Oppervlakte hergebruik of nieuwbouw   Te slopen oppervlakte bij hergebruik   Te slopen oppervlakte bij nieuwbouw  
tot 500 m2   geen sloopeis   zelfde oppervlak  
501 - 750 m2   zelfde oppervlak   tweemaal zoveel  
751 - 1.000 m2   tweemaal zoveel   driemaal zoveel  

met dien verstande dat in het kader van het toepassen van deze wijzigingsbevoegdheid voor hergebruik of sloop uitsluitend gebouwen kunnen worden gebruikt of gesloopt die binnen de toegestane oppervlakte voor de bestemming Bedrijf - Landelijk op het perceel aanwezig zijn waarop deze wijzigingsbevoegdheid wordt toegepast.

Artikel 6 Bedrijf - Niet agrarisch

6.1 Bestemmingsomschrijving

(ongewijzigd)

6.2 Bouwregels

(ongewijzigd)

6.3 Nadere eisen

(ongewijzigd)

6.4 Afwijken van de bouwregels

(ongewijzigd)

6.5 Specifieke gebruiksregels

(ongewijzigd)

6.6 Afwijken van de gebruiksregels

(ongewijzigd)

6.7 Wijzigingsbevoegdheid
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen de maximaal toegestane bebouwde oppervlakte zoals opgenomen in artikel Bedrijfsgebouwen onder c wijzigen, de bestemming wijzigen in Groen en voorwaardelijke verplichtingen opnemen in de regels, met inachtneming van de volgende bepalingen :
    • a. De totale oppervlakte in het totaal maximaal 1.000 m2 bedraagt per bestemmingsvlak, met dien verstande dat de oppervlakte maximaal 750 m2 mag bedragen ter plaatse van:
      • de aanduiding overig - ecologische hoofdstructuur;
      • de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied GV;
      • de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied V;
      • de dubbelbestemming Waarde - Openheid en Reliëf;
    • b. het terrein dient te worden voorzien van een goede landschappelijke inpassing;
    • c. er mag geen sprake zijn van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
    • d. de belangen van gebruikers en/of eigenaren van nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
    • e. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de milieusituatie;
    • f. er mag geen significante aantasting plaatsvinden van ecologische waarden;
    • g. om een bepaalde oppervlakte nieuw te bouwen aanvullend op de bestaande oppervlakte genoemd in artikel Bedrijfsgebouwen onder c, dient sprake te zijn van de sloop van gebouwen op basis van de in de onderstaande tabel genoemde staffeling:

hergebruik of nieuwbouw   te slopen bij hergebruik   te slopen bij nieuwbouw  
tot 500 m²   dezelfde oppervlakte   tweemaal zoveel  
501 – 750 m²   tweemaal zoveel   driemaal zoveel  
751 – 1.000 m²   driemaal zoveel   viermaal zoveel  

met dien verstande dat:

      • de staffeling is gebaseerd op de in totaal na de wijziging toegestane oppervlakte aan gebouwen, waarbij de sloopeis geldt voor de oppervlakte aan gebouwen doe wordt toegevoegd aan de oppervlakte die op grond van artikel Bedrijfsgebouwen onder c reeds is toegestaan, gerelateerd aan de plaats die deze toe te voegen oppervlakte in de in de bovenstaande tabel genoemde staffeling inneemt;
      • de oppervlakte van gesloopte gebouwen ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied V of de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied GV voor 125% meetelt in de berekening van de in het kader van deze wijzigingsbevoegdheid in te zetten sloopoppervlakte;
      • uitsluitend indien de sloopmogelijkheden op het betreffende perceel volledig zijn benut, mag de sloopoppervlakte van meerdere locaties worden meegerekend om aan de vereiste sloopoppervlakte te komen;
      • monumentale gebouwen wel meetellen in de bepaling van de sloopoppervlakte, maar niet mogen worden gesloopt;
      • de te slopen gebouwen moeten zijn gelegen binnen het buitengebied van de gemeente Barneveld, dan wel binnen het reconstructiegebied Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, opgenomen in het Reconstructieplan Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, vastgesteld door Provinciale Staten van Gelderland op 22 december 2004 en 26 januari 2005, voor zover dit reconstructiegebied is gelegen binnen de provincie Gelderland;
      • verzekerd is dat herbouw van de gesloopte gebouwen niet mogelijk is.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Bedrijf - Niet agrarisch wijzigen in de bestemming Wonen, met inachtname van de volgende bepalingen: (ongewijzigd)

 

Artikel 7 Cultuur en ontspanning

7.1 Bestemmingsomschrijving

(ongewijzigd)

7.2 Bouwregels

(ongewijzigd)

7.3 Nadere eisen

(ongewijzigd)

7.4 Afwijken van de bouwregels

(ongewijzigd)

7.5 Specifieke gebruiksregels

(ongewijzigd)

7.6 Afwijken van de gebruiksregels

(ongewijzigd)

7.7 Wijzigingsbevoegdheid
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Cultuur en ontspanning' wijzigen in de bestemming 'Wonen', met inachtneming van het volgende: (ongewijzigd)

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de maximaal toegestane bebouwde oppervlakte zoals opgenomen in artikel Bedrijfsgebouwen onder d wijzigen, de bestemming wijzigen in Groen en voorwaardelijke verplichtingen opnemen in de regels, met inachtneming van het volgende :
    • a. De totale oppervlakte in het totaal maximaal 1.000 m2 bedraagt per bestemmingsvlak, met dien verstande dat de oppervlakte maximaal 750 m2 mag bedragen ter plaatse van:
      • de aanduiding overig - ecologische hoofdstructuur;
      • de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied GV;
      • de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied V;
      • de dubbelbestemming Waarde - Openheid en Reliëf;
    • b. het terrein dient te worden voorzien van een goede landschappelijke inpassing;
    • c. er mag geen sprake zijn van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
    • d. de belangen van gebruikers en/of eigenaren van nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
    • e. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de milieusituatie;
    • f. er mag geen significante aantasting plaatsvinden van ecologische waarden;
    • g. om een bepaalde oppervlakte nieuw te bouwen aanvullend op de bestaande oppervlakte genoemd in artikel Bedrijfsgebouwen onder d, dient sprake te zijn van de sloop van gebouwen op basis van de in de onderstaande tabel genoemde staffeling:

hergebruik of nieuwbouw   te slopen bij hergebruik   te slopen bij nieuwbouw  
tot 500 m²   dezelfde oppervlakte   tweemaal zoveel  
501 – 750 m²   tweemaal zoveel   driemaal zoveel  
751 – 1.000 m²   driemaal zoveel   viermaal zoveel  

met dien verstande dat:

      • de oppervlakte van gesloopte gebouwen ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied V of de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied GV voor 125% meetelt in de berekening van de in het kader van deze wijzigingsbevoegdheid in te zetten sloopoppervlakte;
      • uitsluitend indien de sloopmogelijkheden op het betreffende perceel volledig zijn benut, mag de sloopoppervlakte van meerdere locaties worden meegerekend om aan de vereiste sloopoppervlakte te komen;
      • monumentale gebouwen wel meetellen in de bepaling van de sloopoppervlakte, maar niet mogen worden gesloopt;
      • de te slopen gebouwen moeten zijn gelegen binnen het buitengebied van de gemeente Barneveld, dan wel binnen het reconstructiegebied Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, opgenomen in het Reconstructieplan Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, vastgesteld door Provinciale Staten van Gelderland op 22 december 2004 en 26 januari 2005, voor zover dit reconstructiegebied is gelegen binnen de provincie Gelderland;
      • verzekerd is dat herbouw van de gesloopte gebouwen niet mogelijk is.

Artikel 8 Detailhandel

(ongewijzigd)

Artikel 9 Groen

(ongewijzigd)

Artikel 10 Horeca

(ongewijzigd)

Artikel 11 Maatschappelijk

11.1 Bestemmingsomschrijving

(ongewijzigd)

11.2 Bouwregels

(ongewijzigd)

11.3 Nadere eisen

(ongewijzigd)

11.4 Afwijken van de bouwregels

(ongewijzigd)

11.5 Specifieke gebruiksregels

(ongewijzigd)

11.6 Afwijken van de gebruiksregels

(ongewijzigd)

11.7 Wijzigingsbevoegdheid
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Maatschappelijk wijzigen in de bestemming Wonen, met inachtneming van het volgende:(ongewijzigd)

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de maximaal toegestane bebouwde oppervlakte zoals opgenomen in artikel Bedrijfsgebouwen onder c wijzigen, de bestemming wijzigen in Groen en voorwaardelijke verplichtingen opnemen in de regels, met inachtneming van het volgende:
    • a. De totale oppervlakte in het totaal maximaal 1.000 m2 bedraagt per bestemmingsvlak, met dien verstande dat de oppervlakte maximaal 750 m2 mag bedragen ter plaatse van:
      • de aanduiding overig - ecologische hoofdstructuur;
      • de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied GV;
      • de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied V;
      • de dubbelbestemming Waarde - Openheid en Reliëf;
    • b. het terrein dient te worden voorzien van een goede landschappelijke inpassing;
    • c. er mag geen sprake zijn van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
    • d. de belangen van gebruikers en/of eigenaren van nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
    • e. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de milieusituatie;
    • f. er mag geen significante aantasting plaatsvinden van ecologische waarden;
    • g. om een bepaalde oppervlakte nieuw te bouwen aanvullend op de bestaande oppervlakte genoemd in artikel Bedrijfsgebouwen onder c, dient sprake te zijn van de sloop van gebouwen op basis van de in de onderstaande tabel genoemde staffeling:

hergebruik of nieuwbouw   te slopen bij hergebruik   te slopen bij nieuwbouw  
tot 500 m²   dezelfde oppervlakte   tweemaal zoveel  
501 – 750 m²   tweemaal zoveel   driemaal zoveel  
751 – 1.000 m²   driemaal zoveel   viermaal zoveel  

met dien verstande dat:

      • de oppervlakte gesloopte gebouwen ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied V of de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied GV voor 125% meetelt in de berekening van de in het kader van deze wijzigingsbevoegdheid in te zetten sloopoppervlakte;
      • uitsluitend indien de sloopmogelijkheden op het betreffende perceel volledig zijn benut, mag de sloopoppervlakte van meerdere locaties worden meegerekend om aan de vereiste sloopoppervlakte te komen;
      • monumentale gebouwen wel meetellen in de bepaling van de sloopoppervlakte, maar niet mogen worden gesloopt;
      • de te slopen gebouwen moeten zijn gelegen binnen het buitengebied van de gemeente Barneveld, dan wel binnen het reconstructiegebied Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, opgenomen in het Reconstructieplan Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, vastgesteld door Provinciale Staten van Gelderland op 22 december 2004 en 26 januari 2005, voor zover dit reconstructiegebied is gelegen binnen de provincie Gelderland;
      • verzekerd is dat herbouw van de gesloopte gebouwen niet mogelijk is.

Artikel 12 Maatschappelijk - Militair terrein

(ongewijzigd)

Artikel 13 Natuur

(ongewijzigd)

Artikel 14 Recreatie

(ongewijzigd)

Artikel 15 Recreatie - Recreatiewoning

(ongewijzigd)

Artikel 16 Recreatie - Verblijfsrecreatie

16.1 Bestemmingsomschrijving

(ongewijzigd)

16.2 Bouwregels
16.2.1 Bebouwing

(ongewijzigd)

16.2.2 Gebouwen voor recreatief verblijf

Voor het bouwen van gebouwen voor recreatief verblijf gelden de volgende bepalingen:

  • a. Het maximum aantal stacaravans en/of kampeermiddelen per recreatiebedrijf wordt berekend met behulp van de volgende formule: (n1 x 200) + (n2 x 300) + (n3 x 500) < of = X, waarbij geldt:
      • n1 = aantal toeristische standplaatsen,
      • n2 = aantal stacaravans,
      • n3 = aantal recreatiewoningen,
      • X = totale bestemde oppervlakte van het verblijfsrecreatieterrein in m2;

met dien verstande dat op de recreatieterreinen in de onderstaande tabel het aantal recreatiewoningen en stacaravans niet meer mag bedragen dan in onderstaande tabel is weergegeven:

Straat   Huisnummer   Naam recreatieterrein   Maximum aantal recreatie-woningen   Maximum aantal stacaravans   Maximum aantal groeps-
accomodaties  
Apeldoornsestraat   38   De Raat   22   0   0  
De Laak   50   -   0   4   0  
Garderbroekerweg   50   Panorama   0   4   2  
Harremaatweg   38   Blauwe huis   7   0   0  
Lange Zuiderweg   27   Kieftveen   28   2   0  
Lange Zuiderweg   134   Zuiderlandpark   68   0   0  
Lange Zuiderweg   150   Kamphorstheem   36   0   0  
OudMilligenseweg   38   Wildekamp   44   0   0  
Oud Milligenseweg   62   De Talmahoeve   50   0   1  
Putterweg   74   Klein Grindhorst   23   0   0  
Putterweg   82   Kerkeland   41   0   0  
Stroeerweg   62   Westeneng   46   0   0  
Zevenbergjesweg   1   Zonneheuvel   55   21   0  
Zevenbergjesweg   13   Park Boeschoten   74   0   0  

  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - recreatiebedrijf 2' mag het aantal recreatiewoningen niet meer bedragen dan in onderstaande tabel is aangegeven:

Straat   Huisnummer   Naam recreatieterrein   Maximum aantal
recreatiewoningen  
Kerkendelweg   30   Berkenhorst   120  
Putterweg   76   Bok's bungalowpark   50  
Hoge Boeschoterweg   88   Eendracht   18  

  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - recreatiebedrijf 3' mag het aantal stacaravans en/of kampeermiddelen niet meer bedragen dan met behulp van de formule in artikel in Gebouwen voor recreatief verblijf onder a kan worden berekend;

  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - recreatiebedrijf 4' geldt dat:
      • Het aantal recreatiewoningen, boomhutten en groepsaccomodaties mag niet meer bedragen dan in onderstaande tabel is aangegeven;
      • Het aantal stacaravans mag niet meer mag bedragen dan met behulp van de formule in artikel 16.2.2 onder a kan worden berekend, tenzij in onderstaande tabel een ander aantal is aangegeven:

Straat   Huis-
nummer  
Naam recreatieterrein   Maximum aantal
recreatie- woningen  
Maximum aantal sta- caravans   Maximum aantal boom- hutten   Maximum aantal groeps- accomo- daties  
Apeldoornsestraat   48   De Vier jaargetijden   74   -   0   1  
Apeldoornsestraat   50   Horizon   21   -   0   1  
Apeldoornsestraat   64   Tolnegen   33   -   0   1  
Apeldoornsestraat   42   Wulpenveen   59   -   0   1  
Asselseweg   35   Dennenkamp/vd Hoorn   5   17   0   1  
Harremaatweg   48   Beertjeshoeve   5   -   0   1  
Harremaatweg   26   Ackersate/Berkenrode   18   -   0   1  
Harremaatweg   34   Boshoek   75   -   0   1  
Harremaatweg   44   Florinata en Grijze Veen   5   -   0   1  
Harremaatweg   30   Jachthoorn   16   -   0   1  
Heideweg   16   Instuif   8   -   0   1  
Heideweg   20   Ruimzicht   40   -   0   1  
Heideweg   14   Stellingwerf VOF   7   -   0   1  
Hoge Boeschoterweg   96   Zanderij   5   -   0   1  
Hooiweg   29   Zonneland   34   -   0   1  
Kieftveen   11   The Hap   11   -   0   1  
Kieftveen   15   Huifkar   11   -   0   1  
Kieftveen   18   Kieftveen de IJsvogel/Gooyer   226   -   8   5  
Kieftveen   37   Vredeoord   2   -   0   1  
Kiefveen   30   Pondorosa/Euroase   91   -   0   1  
Lange Zuiderweg   126   Gerrit Jan's hoeve/Runa   92   -   0   1  
Lange Zuiderweg   130   Tussenlanding   2   -   0   1  
Nieuw Milligenseweg   53   Kootwijkerduin   24   -   0   1  
Oud Milligenseweg   47   Wervelwind   55   -   0   1  
Oude Milligenseweg   50   Goed kamp   93   -   0   1  
Paalhoeveweg   2   Paalhoeve   7   -   0   1  
Putterweg   64   Klaverveld   28   -   0   1  
Putterweg   66   Wijde Blik   8   -   0   1  
Rubensstraat   71   Bos en Weide   16   -   0   1  
Speulderbosweg   55   Speulderbos   9   -   0   1  
Tolnegenweg   53   Jacobus Hoeve   14   -   0   1  
Zevembergjesweg   8   Hunnenbos   7   -   0   1  
Zevenbergjesweg   27   Dennenhorst   104   -   0   1  
Zevenbergjesweg   29   Heidekamp   49   -   0   1  
Zevenbergjesweg   15   Zandhave   2   -   0   1  

  • e. voor het bouwen van gebouwen voor recreatief verblijf gelden de maten en afstanden zoals weergegeven in de onderstaande tabel:

Type gebouw   Maximale
goothoogte (m)  
Maximale bouwhoogte (m)   Maximale oppervlakte (m2)   Maximale inhoud (m3)   Minimale onderlinge afstand (m)  
Recreatiewoning   3   4,5   70   262,5   7,5  
Bijgebouw bij recreatiewoning   -   3,0   6   15,0   -  
Stacaravan   -   3,5   50   150,0   5,0  
Bijgebouw bij stacaravan   -   2,5   6   15,0   -  
Trekkershut   3   4,5   20   90,0   5,0  
Recreatiewoning - stacaravan   -   -   -   -   7,5  
Groepsaccomodatie   3   4,5   300   -   7,5  
Boomhut   -   -   10   30   -  

  • f. voor recreatiewoningen en trekkershutten geldt voorts dat zij uit maximaal 1 bouwlaag mogen bestaan.

16.2.3 Gebouwen voor centrale en sanitaire voorzieningen

(ongewijzigd)

16.2.4 Bedrijfswoning

(ongewijzigd)

16.2.5 Bijgebouwen bij bedrijfswoning

(ongewijzigd)

16.2.6 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

(ongewijzigd)

16.3 Nadere eisen

(ongewijzigd)

16.4 Afwijken van de bouwregels

(ongewijzigd)

16.5 Specifieke gebruiksregels

(ongewijzigd)

16.6 Wijzigingsbevoegdheid
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor wat betreft het toestaan van recreatiewoningen ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van recreatie - recreatiebedrijf 2', 'specifieke vorm van recreatie - recreatiebedrijf 3' en/of 'specifieke vorm van recreatie - recreatiebedrijf 4', de bestemming wijzigen in Groen en voorwaardelijke verplichtingen opnemen in de regels, met inachtneming van het volgende:
    • a. het maximaal aantal toegestane recreatiewoningen wordt berekend met behulp van de volgende formule: (n1 x 200) + (n2 x 300) + (n3 x 500) < of = X, waarbij geldt:
      • n1 = aantal toeristische standplaatsen;
      • n2 = aantal stacaravans;
      • n3 = aantal recreatiewoningen;
      • X =totale bestemde oppervlakte van het verblijfsrecreatieterrein in m2;

met dien verstande dat toeristisch kamperen niet mag worden omgezet naar recreatiewoningen en maximaal 50% van de bestemde oppervlakte van het terrein mag worden gebruikt voor recreatiewoningen.

    • a. aangetoond dient te zijn dat de bouw van recreatiewoningen plaatsvindt in het kader van op continuïteit gerichte bedrijfsmatige exploitatie van het verblijfsrecreatieterrein;
    • b. aangetoond dient te worden dat de bouw van recreatiewoningen uit bedrijfseconomisch oogpunt een belangrijke bijdrage levert aan het exploitabel houden van het verblijfsrecreatieterrein;
    • c. aangetoond dient te worden dat de recreatiewoningen uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van recreatief verblijf;
    • d. het terrein dient te worden voorzien van een goede landschappelijke inpassing;
    • e. aangetoond dient te worden dat er geen significante aantasting plaatsvindt van ecologische waarden;
    • f. aangetoond dient te zijn dat er een kwaliteitsverbetering van het totale terrein plaatsvindt;
    • g. aangetoond dient te zijn dat de bouw van recreatiewoningen een toegevoegde waarde heeft ten opzichte van het bestaande recreatieve product en dat hieraan een reële behoefte bestaat in de regio;
    • h. de wijzigingsbevoegdheid niet geldt voor het verblijfsrecreatieterrein in de onderstaande tabel:

Straat   Huisnummer   Naam recreatieterrein  
Asselseweg   35   Dennekamp – vd Hoorn  

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen om het vergroten van de afmetingen van recreatiewoningen mogelijk te maken, de bestemming wijzigen in Groen en voorwaardelijke verplichtingen opnemen in de regels, met inachtneming van het volgende :
    • a. de oppervlakte van een recreatiewoning mag niet meer dan 85 m2 bedragen, de goothoogte mag niet meer dan 3 m bedragen, de bouwhoogte mag niet meer dan 4,5 m bedragen, het aantal bouwlagen mag niet meer dan 2 bedragen en de inhoud mag niet meer dan 400 m3;
    • b. aangetoond dient te zijn dat de bouw van recreatiewoningen plaatsvindt in het kader van op continuïteit gerichte bedrijfsmatige exploitatie van het verblijfsrecreatieterrein;
    • c. aangetoond dient te worden dat de bouw van recreatiewoningen uit bedrijfseconomisch oogpunt een belangrijke bijdrage levert aan het exploitabel houden van het verblijfsrecreatieterrein;
    • d. het terrein dient te worden voorzien van een goede landschappelijke inpassing;
    • e. aangetoond dient te zijn dat er een kwaliteitsverbetering van het totale terrein plaatsvindt;
    • f. aangetoond dient te zijn dat de bouw van recreatiewoningen een toegevoegde waarde heeft ten opzichte van het bestaande recreatieve product en dat hieraan een reële behoefte bestaat in de regio.

Artikel 17 Sport

(ongewijzigd)

Artikel 18 Verkeer

(ongewijzigd)

Artikel 19 Water

(ongewijzigd)

Artikel 20 Wonen

20.1 Bestemmingsomschrijving

(ongewijzigd)

20.2 Bouwregels

(ongewijzigd)

20.3 Nadere eisen

(ongewijzigd)

20.4 Afwijken van de bouwregels

(ongewijzigd)

20.5 Specifieke gebruiksregels

(ongewijzigd)

20.6 Afwijken van de gebruiksregels

(ongewijzigd)

20.7 Wijzigingsbevoegdheid
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - woongebouw' en 'maximum volume' opnemen ten behoeve van de bouw van twee woningen in één monumentaal gebouw, met inachtneming van het volgende:(ongewijzigd)

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - woongebouw' en 'maximum volume' opnemen ten behoeve van de bouw van twee woningen in één gebouw, de bestemming wijzigen in Groen en voorwaardelijke verplichtingen opnemen in de regels, met inachtneming van het volgende :
    • a. het realiseren van een tweede woning in één gebouw mag uitsluitend plaatsvinden wanneer in het verlengde van eerder verleende gemeentelijke medewerking voor inwoning feitelijk een situatie is ontstaan die in belangrijke mate vergelijkbaar is met twee (nagenoeg) zelfstandige woningen;
    • b. er moet sprake zijn van de sloop van gebouwen met een oppervlakte van ten minste 300 m2 ten behoeve van het recht op de tweede woning, vermeerderd met:
      • 2 m2 per 1 m3 waarmee de inhoud van het woongebouw mag worden vergroot ten opzichte van de op grond van dit plan toegestane inhoud van de bestaande woning, tot een maximum inhoud van 1.000 m3;
      • 4 m2 per 1 m3 waarmee de inhoud van het woongebouw wordt vergroot boven een inhoud van 1.000 m3, mits het woongebouw geen grotere inhoud krijgt dan 1.500 m3;

met dien verstande dat er geen sloopverplichting van 300 m2 geldt ten behoeve van het recht op een tweede woning, wanneer:

      • in het verlengde van eerder verleende gemeentelijke medewerking voor inwoning feitelijk voor 1 januari 1988 een situatie is ontstaan die in belangrijke mate vergelijkbaar is met twee (nagenoeg) zelfstandige woningen;
      • de inwoning aantoonbaar onafgebroken heeft plaatsgevonden sinds 1 januari 1988;

    • a. de belangen van gebruikers en/of eigenaren van nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - agrarische nevenactiviteit' verwijderen, indien de agrarische nevenactiviteiten zijn beëindigd. (ongewijzigd)

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Wonen wijzigen in de bestemming Agrarisch en daarbij een bouwvlak opnemen ten behoeve van de vestiging van een agrarisch bedrijf, al dan niet met de aanduiding intensieve veehouderij, de bestemming wijzigen in Groen en voorwaardelijke verplichtingen opnemen in de regels, mits :
    • a. de bestemming 'Wonen ligt ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding overig - kernrandzone;
    • b. aannemelijk is gemaakt dat na omschakeling een toekomstbestendig en volwaardig agrarisch bedrijf ontstaat;
    • c. landschappelijke inpassing plaatsvindt op basis van een overgelegd landschapsplan;
    • d. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de aanwezige landschapswaarden, tenzij hieraan door het nemen van maatregelen voldoende tegemoet kan worden gekomen;
    • e. de belangen van gebruikers en/of eigenaren van nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
    • f. geen significante aantasting plaatsvindt van ecologische waarden;
    • g. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de milieusituatie;
    • h. het bouwvlak een oppervlakte heeft die niet meer bedraagt dan 1,5 hectare

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Wonen wijzigen om de bouw van maximaal twee extra woningen (ten opzichte van het bestaande aantal woningen en/of kleine woningen) mogelijk te maken en daarbij de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - woongebouw', de aanduiding 'aantal woningen' en/of aanduidingen opnemen over de oppervlakte aan bijgebouwen, de bestemming wijzigen in Groen en voorwaardelijke verplichtingen opnemen in de regels, met inachtneming van het volgende :
    • a. ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied is deze wijzigingsbevoegdheid niet van toepassing;
    • b. bij het nieuw te bouwen woongebouw mag maximaal 80 m2 bijgebouw per woning worden gebouwd;
    • c. indien het nieuwe bestemmingsvlak kleiner is dan het te wijzigen bestemmingsvlak, kan op een deel van de gronden de bestemming 'Agrarisch' worden gelegd met daarbij dubbelbestemmingen en/of gebiedsaanduidingen indien en voor zover deze ook op aangrenzende gronden met de bestemming Agrarisch liggen;
    • d. het terrein dient te worden voorzien van een goede landschappelijke inpassing;
    • e. er moet sprake zijn van een clustering van gebouwen, waarbij de vorm van het nieuwe bestemmingsvlak is afgestemd op zowel het omringende landschap als de belangen van derden;
    • f. de belangen van gebruikers en/of eigenaren van nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
    • g. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de milieusituatie;
    • h. er dient sprake te zijn van hetzij een combinatie van sloop en hergebruik van bestaande gebouwen, hetzij een combinatie van sloop en nieuwbouw, waarbij de te slopen oppervlakte gebouwen wordt bepaald op basis van de staffeling die in de onderstaande tabel is genoemd:

Minimaal te slopen oppervlakte gebouwen   Maximaal te realiseren woonbebouwing  
tenminste 1.000 m2   één woning met een inhoud van maximaal 600 m3  
tenminste 2.000 m2   één woongebouw met een inhoud van maximaal 800 m3 met daarin maximaal twee woningen  
tenminste 3.000 m2   twee vrijstaande woningen met elk een inhoud van maximaal 600 m3  

met dien verstande dat:

      • van de te slopen oppervlakte minimaal 500 m2 gesloopt moet worden op het perceel waarop deze wijzigingsbevoegdheid wordt toegepast;
      • alle bebouwing dient te worden gesloopt, behoudens de bestaande woning met daarbij behorende bijgebouwen, tenzij het een gebouw(en) betreft welke met toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid wordt ingezet voor hergebruik;
      • de oppervlakte van gesloopte gebouwen ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied V of de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied GV voor 125% meetelt in de berekening van de in het kader van deze wijzigingsbevoegdheid in te zetten sloopoppervlakte;
      • uitsluitend indien de sloopmogelijkheden op het betreffende perceel volledig zijn benut, mag de sloopoppervlakte van meerdere locaties worden meegerekend om aan de vereiste sloopoppervlakte te komen;
      • bij de berekening van de sloopoppervlakte de bestaande woning (inclusief minimaal 80 m2 aan bijgebouwen) en indien aanwezig de 'kleine woning' (inclusief de bijgebouwen als aangegeven in de artikel Bijgebouwen bij kleine woning) buiten beschouwing wordt gelaten;
      • monumentale gebouwen wel meetellen in de bepaling van de sloopoppervlakte, maar niet mogen worden gesloopt;
      • de te slopen gebouwen moeten zijn gelegen binnen het buitengebied van de gemeente Barneveld, dan wel binnen het reconstructiegebied Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, opgenomen in het Reconstructieplan Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, vastgesteld door Provinciale Staten van Gelderland op 22 december 2004 en 26 januari 2005, voor zover dit reconstructiegebied is gelegen binnen de provincie Gelderland;
      • verzekerd is dat herbouw van de gesloopte gebouwen niet mogelijk is.

  • 6. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Wonen wijzigen in de bestemming Bedrijf - Niet agrarisch of Groen en voorwaardelijke verplichtingen opnemen in de regels, met inachtneming van de volgende regels :
    • a. de vloeroppervlakte van de bebouwing ten behoeve van de nieuwe bestemming mag maximaal 1.000 m2 bedragen, met dien verstande dat de vloeroppervlakte maximaal 750 m2 mag bedragen ter plaatse van:
      • de aanduiding overig - ecologische hoofdstructuur;
      • de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied GV;
      • de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied V;
      • de dubbelbestemming 'Waarde – openheid en reliëf'
    • b. het terrein dient te worden voorzien van een goede landschappelijke inpassing;
    • c. er mag geen sprake zijn van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
    • d. detailhandel is niet toegestaan, met uitzondering van detailhandel als onzelfstandig en ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop dan wel levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
    • e. de belangen van gebruikers en/of eigenaren van nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
    • f. de milieusituatie niet onevenredig mag worden aangetast;
    • g. geen significante aantasting plaatsvindt van ecologische waarden;
    • h. bij een wijziging naar de bestemming 'Bedrijf - niet agrarisch' zijn uitsluitend bedrijven toegestaan die genoemd worden in bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten onder categorie 1 en 2, mits het geen Wgh-inrichtingen of Bevi-inrichtingen betreft.
    • i. om een bepaalde vloeroppervlakte te hergebruiken of nieuw te bouwen ten behoeve van de nieuwe bestemming dient sprake te zijn van sloop van gebouwen, waarbij de te slopen oppervlakte gebouwen wordt bepaald op basis van de staffeling die in de onderstaande tabel is genoemd:

hergebruik of nieuwbouw   te slopen bij hergebruik   te slopen bij nieuwbouw  
tot 500 m²   dezelfde oppervlakte   tweemaal zoveel  
501 – 750 m²   tweemaal zoveel   driemaal zoveel  
751 – 1.000 m²   driemaal zoveel   viermaal zoveel  

met dien verstande dat:

      • indien de oppervlakte van de te realiseren bedrijfsgebouwen meer bedraagt dan 300 m2, van de te slopen oppervlakte minimaal 500 m2 gesloopt moet worden op het perceel waarop deze wijzigingsbevoegdheid wordt toegepast;
      • alle bebouwing dient te worden gesloopt, behoudens de bestaande woning met daarbij behorende bijgebouwen, tenzij het een gebouw(en) betreft welke met toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid wordt ingezet voor hergebruik;
      • de oppervlakte van gesloopte gebouwen ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied V of de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied GV voor 125% meetelt in de berekening van de in het kader van deze wijzigingsbevoegdheid in te zetten sloopoppervlakte;
      • uitsluitend indien de sloopmogelijkheden op het betreffende perceel volledig zijn benut, mag de sloopoppervlakte van meerdere locaties worden meegerekend om aan de vereiste sloopoppervlakte te komen;
      • bij de berekening van de sloopoppervlakte de bestaande woning (inclusief minimaal 80 m2 aan bijgebouwen) en indien aanwezig de 'kleine woning' (inclusief de bijgebouwen als aangegeven in de artikel Bijgebouwen bij kleine woning) buiten beschouwing wordt gelaten;
      • monumentale gebouwen wel meetellen in de bepaling van de sloopoppervlakte, maar niet mogen worden gesloopt;
      • de te slopen gebouwen moeten zijn gelegen binnen het buitengebied van de gemeente Barneveld, dan wel binnen het reconstructiegebied Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, opgenomen in het Reconstructieplan Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, vastgesteld door Provinciale Staten van Gelderland op 22 december 2004 en 26 januari 2005, voor zover dit reconstructiegebied is gelegen binnen de provincie Gelderland;
      • verzekerd is dat herbouw van de gesloopte gebouwen niet mogelijk is.

    • a. De inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer dan 600 m3 bedragen, behoudens het bepaalde in artikel onder b.

  • 7. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Wonen wijzigen in de bestemming Bedrijf - Landelijk, Cultuur en ontspanning, Maatschappelijk, Recreatie, Recreatie - Verblijfsrecreatie of Groen en voorwaardelijke verplichtingen opnemen in de regels, met inachtneming van de volgende regels :
    • a. de vloeroppervlakte van de bebouwing ten behoeve van de nieuwe bestemming mag maximaal 1.000 m2 bedragen, met dien verstande dat de vloeroppervlakte maximaal 750 m2 mag bedragen ter plaatse van:
      • de aanduiding overig - ecologische hoofdstructuur;
      • de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied GV;
      • de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied V;
      • de dubbelbestemming 'Waarde - Openheid en Reliëf.
    • b. het terrein dient te worden voorzien van een goede landschappelijke inpassing;
    • c. er mag geen sprake zijn van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
    • d. detailhandel is niet toegestaan, met uitzondering van detailhandel als onzelfstandig en ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop dan wel levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
    • e. de belangen van gebruikers en/of eigenaren van nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
    • f. de milieusituatie niet onevenredig mag worden aangetast;
    • g. geen significante aantasting plaatsvindt van ecologische waarden;
    • h. bij een wijziging naar de bestemming Bedrijf - Landelijk zijn uitsluitend bedrijven toegestaan die genoemd worden in bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten onder categorie 1 en 2, mits het geen Wgh-inrichtingen of Bevi-inrichtingen betreft.
    • i. om een bepaalde vloeroppervlakte te hergebruiken of nieuw te bouwen ten behoeve van de nieuwe bestemming dient sprake te zijn van sloop van sloop van gebouwen, waarbij de te slopen oppervlakte gebouwen wordt bepaald op basis van de staffeling die in de onderstaande tabel is genoemd:

te slopen bij hergebruik   te slopen bij nieuwbouw  
dezelfde oppervlakte   tweemaal zoveel  

met dien verstande dat:

      • indien de oppervlakte van de te realiseren bedrijfsgebouwen meer bedraagt dan 300 m2, van de te slopen oppervlakte minimaal 500 m2 gesloopt moet worden op het perceel waarop deze wijzigingsbevoegdheid wordt toegepast;
      • alle bebouwing dient te worden gesloopt, behoudens de bestaande woning met daarbij behorende bijgebouwen, tenzij het een gebouw(en) betreft welke met toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid wordt ingezet voor hergebruik;
      • de oppervlakte van gesloopte gebouwen ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied V of de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied GV voor 125% meetelt in de berekening van de in het kader van deze wijzigingsbevoegdheid in te zetten sloopoppervlakte;
      • uitsluitend indien de sloopmogelijkheden op het betreffende perceel volledig zijn benut, mag de sloopoppervlakte van meerdere locaties worden meegerekend om aan de vereiste sloopoppervlakte te komen;
      • bij de berekening van de sloopoppervlakte de bestaande woning (inclusief minimaal 80 m2 aan bijgebouwen) en indien aanwezig de 'kleine woning' (inclusief de bijgebouwen als aangegeven in artikel Bijgebouwen bij kleine woning) buiten beschouwing wordt gelaten;
      • monumentale gebouwen wel meetellen in de bepaling van de sloopoppervlakte, maar niet mogen worden gesloopt;
      • de te slopen gebouwen moeten zijn gelegen binnen het buitengebied van de gemeente Barneveld, dan wel binnen het reconstructiegebied Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, opgenomen in het Reconstructieplan Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, vastgesteld door Provinciale Staten van Gelderland op 22 december 2004 en 26 januari 2005, voor zover dit reconstructiegebied is gelegen binnen de provincie Gelderland;
      • verzekerd is dat herbouw van de gesloopte gebouwen niet mogelijk is.

    • a. De inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer dan 600 m3 bedragen, behoudens het bepaalde in artikel Bestaande maten onder b.

Artikel 21 Wonen - Voormalige recreatiewoning

(ongewijzigd)

Artikel 22 Leiding - Gas

(ongewijzigd)

Artikel 23 Leiding - Hoogspanning

(ongewijzigd)

Artikel 24 Leiding - Riool

(ongewijzigd)

Artikel 25 Waarde - Archeologie 1

(ongewijzigd)

Artikel 26 Waarde - Archeologie 2

(ongewijzigd)

Artikel 27 Waarde - Beplanting en Verkaveling

(ongewijzigd)

Artikel 28 Waarde - Openheid en Reliëf

(ongewijzigd)

Artikel 29 Waterstaat - Waterhuishouding

(ongewijzigd)

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 30 Anti-dubbeltelregel

(ongewijzigd)

Artikel 31 Algemene bouwregels

Artikel 32 Algemene gebruiksregels

32.1 Gebruik strijdig met de bestemming

(ongewijzigd)

32.2 Gebruik overeenkomstig de bestemming

(ongewijzigd)

32.3 Bestaand afwijkend gebruik

(ongewijzigd)

Artikel 33 Algemene aanduidingsregels

(ongewijzigd)

Artikel 34 Algemene afwijkingsregels

34.1 Algemene afwijkingsregels

(ongewijzigd)

Artikel 35 Algemene wijzigingsregels

35.1 Algemeen

(ongewijzigd)

35.2 Wijzigingsbevoegdheid lpg

(ongewijzigd)

35.3 Wijzigingsbevoegdheid Staat van Bedrijfsactiviteiten

(ongewijzigd)

Artikel 36 Algemene procedureregels

36.1 Procedure bij het stellen van nadere eisen

(ongewijzigd)

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 37 Overgangsrecht

37.1 Overgangsrecht bouwwerken

(ongewijzigd)

37.2 Overgangsrecht gebruik

(ongewijzigd)

Artikel 38 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'partiële herziening bestemmingsplan Buitengebied 2012' van de gemeente Barneveld.

Behoort bij het besluit van de raad van de gemeente Barneveld

d.d. tot vaststelling.

Mij bekend,

de griffier.