direct naar inhoud van 5.1 Bodem
Plan: Essenerweg VIII
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0203.1134-0003

5.1 Bodem

In het kader van de ontwikkeling van het gebied dient te worden beoordeeld of de uiteindelijke bodemkwaliteit binnen dit gebied uit oogpunt van volksgezondheid en milieu aan zekere kwaliteitsnormen voldoet om te voorkomen dat op verontreinigde grond wordt gebouwd.

In december 2006 is op het perceel nabij de Essenerweg, op het perceel waar verpleeghuis Norschoten wordt gevestigd (kadastraal bekend, gemeente Garderen, sectie G nr. 3525) te Kootwijkerbroek, een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (Vink Milieutechnisch Adviesbureau, proj.nr. M06-291).

Op basis van de resultaten van het onderzoek wordt geconcludeerd dat in het grondwater een geringe overschrijding van de streefwaarde geconstateerd is van chroom en minerale olie. Ondanks deze overschrijding bestaat er geen aanleiding om te veronderstellen dat de bodem van de onderzoekslocatie van een zondanige kwaliteit is, dat er sprake is van reële risico's voor de volksgezondheid en milieu. In dit kader zijn geen belemmeringen aanwezig voor het vastleggen van de nieuwe bestemming t.b.v verpleeghuis Norschoten en voor de afgifte van de omgevingsvergunning. Het bodemonderzoek is als bijlage 1 toegevoegd.

In juni 2007 is op de percelen ter plaatse van de Rehobothschool en de sportzaal door PJ Milieuservices een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (kenmerk 0733101A). Dit bodemonderzoek is als bijlage 2 toegevoegd.

Op basis van de resultaten van het onderzoek kan worden geconcludeerd dat plaatselijk in de bovenlaag (0-0,5m-mv) van de vaste bodem een geringe overschrijding van de achtergrondwaarde is geconstateerd van kwik en PAK. In de ondergrond (0,5-2m-mv) zijn geen overschrijdingen geconstateerd.

In het grondwater is een geringe overschrijding van de streefwaarde geconstateerd van cadmium, chroom en nikkel.

De geconstateerde verontreinigingen zijn hoogst waarschijnlijk van antropogene en natuurlijke oorsprong en geven geen aanleiding tot nader bodemonderzoek.

Conclusie
Ondanks de aangetroffen verontreiniging in de vaste bodem en in het grondwater bestaat er geen aanleiding om te veronderstellen dat de bodem van de onderzoekslocatie van een zodanige kwaliteit is dat sprake is van reële risico's voor de volksgezondheid en het milieu.

De milieuhygiënische bodemkwaliteit vormt geen belemmering voor transactie, bestemmingsplan- en omgevingsvergunningprocedures.