direct naar inhoud van Artikel 16 Recreatie - Verblijfsrecreatie
Plan: Buitengebied 2012
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0203.1056-0003

Artikel 16 Recreatie - Verblijfsrecreatie

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - verblijfsrecreatieterrein' recreatief verblijf in uitsluitend stacaravans en/of recreatiewoningen;
  • b. ter plaatse van de aanduifing 'specifieke vorm van recreatie - recreatiebedrijf 1' uitsluitend één recreatiebedrijf per verblijfsrecreatieterrein, dat gelegenheid biedt tot recreatief verblijf in uitsluitend kampeermiddelen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - recreatiebedrijf 2' uitsluitend één recreatiebedrijf per verblijfsrecreatieterrein, dat gelegenheid biedt tot recreatief verblijf in uitsluitend recreatiewoningen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - recreatiebedrijf 3' uitsluitend één recreatiebedrijf per verblijfsrecreatieterrein, dat gelegenheid biedt tot recreatief verblijf in uitsluitend kampeermiddelen en stacaravans;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - recreatiebedrijf 4' uitsluitend één recreatiebedrijf per verblijfsrecreatieterrein, dat gelegenheid biedt tot recreatief verblijf in kampeermiddelen, stacaravans, boomhutten en recreatiewoningen;

waarbij voor de onder b tot en met e genoemde recreatiebedrijven geldt dat:

      • ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' de gronden uitsluitend mogen worden gebruikt voor recreatief verblijf in kampeermiddelen en voor sanitaire voorzieningen;
      • ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening' de gronden uitsluitend mogen worden gebruikt voor sport en spel;
      • ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' de gronden uitsluitend mogen worden gebruikt voor parkeervoorzieningen.

  • f. één groepsaccommodatie per recreatiebedrijf tenzij in de tabel in artikel 16.2.2 een ander aantal is genoemd;
  • g. per recreatiebedrijf maximaal 5 trekkershutten, tenzij het bestaande toegestane aantal groter is, want dan geldt dit bestaande toegestane grotere aantal als maximum;
  • h. centrale voorzieningen en sanitaire voorzieningen op recreatiebedrijven, met dien verstande dat:
    • 1. op de verblijfsrecreatieterreinen in de onderstaande tabel uitsluitend sanitaire voorzieningen zijn toegestaan en overige centrale voorzieningen zijn uitgesloten:

Straat   huisnummer   Naam verblijfsrecreatieterrein  
Meeuwenveenseweg   5   Amsterdamse speeltuin  
Barneveldsestraat   49   De Lucht  
Heideweg   21   Bunt's Camping  
Asselseweg   35   Dennekamp – vd Hoorn  
Oud Milligenseweg   39   Peerdse Barg  
Noorderheideweg   -   Zanderdennen  

    • 1. op het verblijfsrecreatieterrein in de onderstaande tabel geen kantine of dagverblijf is toegestaan:

Straat   huisnummer   Naam verblijfsrecreatieterrein  
Zevenbergjesweg   15   Zandhave  

    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - verblijfsrecreatieterrein' geen centrale voorzieningen zijn toegestaan;

  • i. het gebruik als omschreven in 16.5.1;

met daaraan ondergeschikt:

  • j. sloten, beken en daarmee gelijk te stellen waterlopen;
  • k. waterhuishoudkundige voorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • l. bedrijfswoning(en) op recreatiebedrijven met bijbehorende bijgebouwen, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' en/of de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - verblijfsrecreatieterrein', want daar zijn geen bedrijfswoningen toegestaan;
  • m. gebouwen;
  • n. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • o. werken, geen bouwwerken zijnde;
  • p. tuinen en erven;
  • q. sport- en speelvoorzieningen;
  • r. parkeervoorzieningen waarbij geldt dat als parkeernorm minimaal 1,3 parkeerplaats per toeristische standplaats, stacaravan en/of recreatiewoning aanwezig dient te zijn binnen het recreatieterrein;
  • s. groenvoorzieningen en landschapselementen;
  • t. paden.

16.2 Bouwregels
16.2.1 Bebouwing

Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende bepalingen:

  • a. Uitsluitend de bebouwing die zijn grondslag vindt in artikel 16.2 is toegestaan;
  • b. Voor het bouwen van gebouwen geldt dat de afstand tot de bestemmingsgrens niet minder dan 10 m mag bedragen, met dien verstande dat ter plaatse van aan elkaar grenzende verblijfsrecreatieterreinen de afstand van recreatiewoningen en stacaravans tot de bestemmingsgrens niet minder dan 5 mag bedragen.

16.2.2 Gebouwen voor recreatief verblijf

Voor het bouwen van gebouwen voor recreatief verblijf gelden de volgende bepalingen:

  • a. Het maximum aantal stacaravans en/of kampeermiddelen per recreatiebedrijf wordt berekend met behulp van de volgende formule: (n1 x 200) + (n2 x 300) + (n3 x 500) < of = X, waarbij geldt:
      • n1 = aantal toeristische standplaatsen,
      • n2 = aantal stacaravans,
      • n3 = aantal recreatiewoningen,
      • X = totale bestemde oppervlakte van het verblijfsrecreatieterrein in m2;

met dien verstande dat op de recreatieterreinen in de onderstaande tabel het aantal recreatiewoningen en stacaravans niet meer mag bedragen dan in onderstaande tabel is weergegeven:

Straat   Huisnummer   Naam recreatieterrein   Maximum aantal recreatie-woningen   Maximum aantal stacaravans   Maximum aantal groeps-
accomodaties  
Apeldoornsestraat   38   De Raat   22   0   0  
De Laak   50   -   0   4   0  
Garderbroekerweg   50   Panorama   0   4   2  
Harremaatweg   38   Blauwe huis   7   0   0  
Lange Zuiderweg   27   Kieftveen   28   2   0  
Lange Zuiderweg   134   Zuiderlandpark   68   0   0  
Lange Zuiderweg   150   Kamphorstheem   36   0   0  
OudMilligenseweg   38   Wildekamp   44   0   0  
Oud Milligenseweg   62   De Talmahoeve   50   0   1  
Putterweg   74   Klein Grindhorst   23   0   0  
Putterweg   82   Kerkeland   41   0   0  
Stroeerweg   62   Westeneng   46   0   0  
Zevenbergjesweg   1   Zonneheuvel   55   21   0  
Zevenbergjesweg   13   Park Boeschoten   74   0   0  

  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - recreatiebedrijf 2' mag het aantal recreatiewoningen niet meer bedragen dan in onderstaande tabel is aangegeven:

Straat   Huisnummer   Naam recreatieterrein   Maximum aantal
recreatiewoningen  
Kerkendelweg   30   Berkenhorst   120  
Putterweg   76   Bok's bungalowpark   50  
Hoge Boeschoterweg   88   Eendracht   18  

  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - recreatiebedrijf 3' mag het aantal stacaravans en/of kampeermiddelen niet meer bedragen dan met behulp van de formule in artikel in 16.2.2 onder a kan worden berekend, tenzij in onderstaande tabel een ander aantal is aangegeven:

Straat   Huisnummer   Naam recreatieterrein   Maximum aantal
stacaravans  
Heetkamperweg   21   Bokkesprong   126  

  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - recreatiebedrijf 4' geldt dat:
      • Het aantal recreatiewoningen, boomhutten en groepsaccomodaties mag niet meer bedragen dan in onderstaande tabel is aangegeven;
      • Het aantal stacaravans mag niet meer mag bedragen dan met behulp van de formule in artikel 16.2.2 onder a kan worden berekend, tenzij in onderstaande tabel een ander aantal is aangegeven:

Straat   Huis-
nummer  
Naam recreatieterrein   Maximum aantal
recreatie- woningen  
Maximum aantal sta- caravans   Maximum aantal boom- hutten   Maximum aantal groeps- accomo- daties  
Apeldoornsestraat   48   De Vier jaargetijden   74   -   0   1  
Apeldoornsestraat   50   Horizon   21   -   0   1  
Apeldoornsestraat   64   Tolnegen   33   -   0   1  
Apeldoornsestraat   42   Wulpenveen   59   -   0   1  
Asselseweg   35   Dennenkamp/vd Hoorn   5   17   0   1  
Harremaatweg   48   Beertjeshoeve   5   -   0   1  
Harremaatweg   26   Ackersate/Berkenrode   18   -   0   1  
Harremaatweg   34   Boshoek   75   -   0   1  
Harremaatweg   44   Florinata en Grijze Veen   5   -   0   1  
Harremaatweg   30   Jachthoorn   16   -   0   1  
Heideweg   16   Instuif   8   -   0   1  
Heideweg   20   Ruimzicht   40   -   0   1  
Heideweg   14   Stellingwerf VOF   7   -   0   1  
Hoge Boeschoterweg   96   Zanderij   5   -   0   1  
Hooiweg   29   Zonneland   34   -   0   1  
Kieftveen   11   The Hap   11   -   0   1  
Kieftveen   15   Huifkar   11   -   0   1  
Kieftveen   18   Kieftveen de IJsvogel/Gooyer   226   -   8   5  
Kieftveen   37   Vredeoord   2   -   0   1  
Kiefveen   30   Pondorosa/Euroase   91   -   0   1  
Lange Zuiderweg   126   Gerrit Jan's hoeve/Runa   92   -   0   1  
Lange Zuiderweg   130   Tussenlanding   2   -   0   1  
Nieuw Milligenseweg   53   Kootwijkerduin   24   -   0   1  
Oud Milligenseweg   47   Wervelwind   55   -   0   1  
Oude Milligenseweg   50   Goed kamp   93   -   0   1  
Paalhoeveweg   2   Paalhoeve   7   -   0   1  
Putterweg   64   Klaverveld   28   -   0   1  
Putterweg   66   Wijde Blik   8   -   0   1  
Rubensstraat   71   Bos en Weide   16   -   0   1  
Speulderbosweg   55   Speulderbos   9   -   0   1  
Tolnegenweg   53   Jacobus Hoeve   14   -   0   1  
Zevembergjesweg   8   Hunnenbos   7   -   0   1  
Zevenbergjesweg   27   Dennenhorst   104   -   0   1  
Zevenbergjesweg   29   Heidekamp   49   -   0   1  
Zevenbergjesweg   15   Zandhave   2   -   0   1  

  • e. voor het bouwen van gebouwen voor recreatief verblijf gelden de maten en afstanden zoals weergegeven in de onderstaande tabel:

Type gebouw   Maximale
goothoogte (m)  
Maximale bouwhoogte (m)   Maximale oppervlakte (m2)   Maximale inhoud (m3)   Minimale onderlinge afstand (m)  
Recreatiewoning   3   4,5   70   262,5   7,5  
Bijgebouw bij recreatiewoning   -   3,0   6   15,0   -  
Stacaravan   -   3,5   50   150,0   5,0  
Bijgebouw bij stacaravan   -   2,5   6   15,0   -  
Trekkershut   3   4,5   20   90,0   5,0  
Recreatiewoning - stacaravan   -   -   -   -   7,5  
Groepsaccomodatie   3   4,5   300   -   7,5  
Boomhut   -   -   10   30   -  

  • f. voor recreatiewoningen en trekkershutten geldt voorts dat zij uit maximaal 1 bouwlaag mogen bestaan.

16.2.3 Gebouwen voor centrale en sanitaire voorzieningen

Voor het bouwen van centrale voorzieningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de goothoogte van een gebouw voor een centrale en/of sanitaire voorzieningen mag niet meer bedragen dan 3,5 m;
  • b. de bouwhoogte van een gebouw voor een centrale voorziening en/of sanitaire voorzieningen mag niet meer bedragen dan 6,5 m;
  • c. de totale bebouwde oppervlakte van de centrale mag per recreatiebedrijf niet meer bedragen dan de in onderstaande lijst aangegeven oppervlakte:

Type gebouw   Maximale oppervlakte (m2)  
Kantine   300  
Kantoren ten behoeve van de bedrijfsvoering   300  
Overdekte sport-, spel, wellness- en zwemvoorziening   850  
Kampwinkels   300  
Bergingen   150  

  • d. onderbouwen zijn uitsluitend toegestaan onder gebouwen ten behoeve van centrale voorzieningen met een totale oppervlakte van niet meer dan 150 m2 per recreatiebedrijf.

16.2.4 Bedrijfswoning

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. per recreatiebedrijf is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden', want daar geldt als maximum aantal bedrijfswoningen het aantal zoals op de verbeelding is weergegeven;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' is geen bedrijfswoning toegestaan;
  • c. de goothoogte van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 3,5 m en de bouwhoogte niet meer dan 10 m, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' want daar gelden de maten zoals op de verbeelding zijn weergegeven;
  • d. de inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer dan 750 m³ bedragen;
  • e. onder een bedrijfswoning is een onderbouw toegestaan, waarbij geldt dat de ruimte tussen de onderzijde van de begane grondvloer en maaiveld meetelt voor de inhoud van de bedrijfswoning.

16.2.5 Bijgebouwen bij bedrijfswoning

Voor het bouwen van bijgebouwen bij een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:

  • a. de goothoogte mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer dan 6 m bedragen;
  • c. de totale oppervlakte van bijgebouwen die horen bij de bedrijfswoning mag niet meer dan 80 m² bedragen.

16.2.6 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van palen en masten mag niet meer dan 12 m bedragen;
  • b. de oppervlakte van overkappingen telt mee bij de berekening van de totale oppervlakte van een gebouw of gebouwen als bedoeld in 16.2.2 en 16.2.3 waar de overkapping bij behoort voor zover deze meer dan 10 m2 bedraagt per stacaravan, recreatiewoning, trekkershut of kampeermiddel;
  • c. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 6 m bedragen.

16.3 Nadere eisen
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
    • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
    • b. de verkeersveiligheid;
    • c. de milieusituatie;
    • d. de bereikbaarheid voor hulpdiensten;
    • e. de brandveiligheid;
    • f. de gebruiksmogelijkheden van de nabijgelegen gronden;
    • g. de landschappelijke inpassing van de bebouwing;
    • h. architectonische en/of cultuurhistorische waarde van andere bebouwing.

  • 2. Bij het stellen van nadere eisen is de procedure zoals weergegeven in artikel 36.1 van toepassing.

16.4 Afwijken van de bouwregels
  • 1. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 16.2.3 aanhef en onder c voor wat betreft de maximale oppervlakte van de centrale voorzieningen en toestaan dat de oppervlakte wordt vergroot, mits:
    • a. de vergroting niet meer bedraagt dan 50% van de in 16.2.3 aanhef en onder c genoemde oppervlakte;
    • b. de bedrijfseconomische noodzaak daartoe is aangetoond.

  • 2. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 16.2.1 aanhef en onder b voor wat betreft de minimale afstand tot de bestemmingsgrens en toestaan dat een gebouw wordt gebouwd op een kleinere afstand tot de bestemmingsgrens, mits:
    • a. de afstand niet minder bedraagt dan 7,5 m;
    • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de aanwezige landschapswaarden, tenzij hieraan door het nemen van maatregelen voldoende tegemoet kan worden gekomen.

  • 3. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 16.2.3 aanhef en onder a voor wat betreft de maximale goothoogte van gebouwen voor centrale voorzieningen en toestaan dat de goothoogte van een gebouw niet meer dan 6 m bedraagt mits:
    • a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van landschap en beeldkwaliteit;
    • b. de verhoging bedrijfstechnisch noodzakelijk is;
    • c. het aantal bouwlagen niet toeneemt.

  • 4. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 16.2.4 aanhef en onder c voor wat betreft de maximale goothoogte van een bedrijfswoning en toestaan dat de goothoogte van een bedrijfswoning niet meer dan 6 m bedraagt, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van landschap en beeldkwaliteit.

  • 5. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 16.2.2 aanhef en onder e voor wat betreft de minimale onderlinge afstand van recreatiewoningen en toestaan dat recreatiewoningen maximaal per 4 aan elkaar worden gebouwd, met dien verstande dat elke aaneen gebouwde recreatiewoning afzonderlijk bruikbaar blijft.

  • 6. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 16.2.2 aanhef en onder e voor wat betreft de minimale afstand van recreatiewoningen ten opzichte van elkaar of ten opzichte van stacaravans en toestaan dat deze worden gebouwd op een kleinere afstand, met inachtneming van het volgende:
    • a. de onderlinge afstand mag niet minder dan 5 m bedragen;
    • b. er mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de aanwezige landschapswaarden, tenzij door het nemen van maatregelen hieraan voldoende tegemoet kan worden gekomen.

  • 7. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 16.2.2 aanhef en onder e voor wat betreft de maximale oppervlakte en inhoud van recreatiewoningen en toestaan dat recreatiewoningen worden gebouwd met een grotere oppervlakte en inhoud, met inachtneming van het volgende:
    • a. de oppervlakte van de recreatiewoning mag niet meer dan 75 m2 bedragen en de inhoud niet meer dan 300 m3;
    • b. vergroting van de oppervlakte is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - recreatiebedrijf 2' of de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - recreatiebedrijf 4';
    • c. vergroting van de oppervlakte is uitsluitend toegestaan als is aangetoond dat de recreatiewoningen worden gebruikt voor wisselende verhuur.

  • 8. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 16.2.2 aanhef en onder e voor wat betreft de bouw van bijzondere recreatiewoningen, stacaravans of trekkershutten en toestaan dat een recreatiewoning, stacaravan of trekkershut wordt gebouwd met een grotere goothoogte en/of bouwhoogte, met inachtneming van het volgende:
    • a. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de aanwezige landschapswaarden en beeldkwaliteit;
    • b. het aantal bouwlagen niet toeneemt;
    • c. de goothoogte maximaal 8 meter bedraagt;
    • d. de bouwhoogte maximaal 10 meter bedraagt;
    • e. de maximale inhoudsmaten zoals genoemd in artikel 16.2.2 aanhef en onder e blijven onverkort van kracht.

  • 9. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 16.2.2 voor de bouw van een bijzonder recreatieverblijf in de vorm van een boomhut met in achtneming van het volgende:
    • a. de oppervlakte maximaal 10 m2 bedraagt;
    • b. de inhoud maximaal 30 m3 bedraagt;
    • c. het aantal boomhutten per recreatieterrein maximaal 8 bedraagt.

  • 10. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 16.1 onder g voor wat betreft het aantal trekkershutten en toestaan dat een groter aantal trekkershutten wordt gerealiseerd, met inachtneming van de volgende regels:
    • a. per recreatieterrein zijn maximaal 13 trekkershutten toegestaan;
    • b. de afstand tot de bestemmingsgrens bedraagt minimaal 15 m;
    • c. de onderlinge afstand tussen de trekkershutten bedraagt minimaal 5 m.

  • 11. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 16.2.6 onder a en toestaan dat er een antennemast ten behoeve van de verblijfsrecreatie wordt gebouwd, met inachtneming van de volgende regels:
    • a. per recreatieterrein is maximaal één antennemast toegestaan;
    • b. er mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de aanwezige landschapswaarden;
    • c. de hoogte van de antennemast bedraagt maximaal 35 m.

  • 12. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 16.2.4 voor wat betreft het toestaan dat binnen de inhoud van een bedrijfswoning een tweede zelfstandige wooneenheid wordt gerealiseerd, mits:
    • a. de tweede wooneenheid rechtstreeks ten dienste staat van een situatie waarin mantelzorg verleend wordt binnen de bedrijfswoning dan wel dat er sprake is van een zodanige relatie tussen de bewoners van de beide wooneenheden en van zodanige omstandigheden, dat in redelijkheid aannemelijk is dat men om reden van het mogelijk in de toekomst kunnen verlenen van mantelzorg in dezelfde woning wil wonen;
    • b. schriftelijke verklaringen worden overgelegd van de (hoofd)bewoners van beide wooneenheden waaruit blijkt dat er sprake is, of zo nodig zal zijn, van mantelzorg;
    • c. maximaal 35% van de totale vloeroppervlakte van de bedrijfswoning, tot ten hoogste 65 m2, wordt benut voor de tweede wooneenheid;
    • d. de bedrijfswoning waarin de tweede wooneenheid wordt gerealiseerd in visueel opzicht de uitstraling van één woning behoudt;
    • e. de bedrijfswoning waarin de tweede wooneenheid wordt gerealiseerd een toegelaten minimale inhoud heeft van meer dan 350 m3;
    • f. er sprake is van sloop van gebouwen, met een oppervlakte van ten minste 300 m2, met dien verstande dat:
      • de oppervlakte gesloopte gebouwen ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied V of de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied GV voor 125% meetelt in de berekening van de in het kader van deze afwijkingsbevoegdheid in te zetten sloopoppervlakte;
      • uitsluitend indien de sloopmogelijkheden op het betreffende perceel volledig zijn benut, mag de sloopoppervlakte van meerdere locaties worden meegerekend om aan de vereiste sloopoppervlakte te komen;
      • monumentale gebouwen wel meetellen in de bepaling van de sloopoppervlakte, maar niet mogen worden gesloopt;
      • de te slopen gebouwen moeten zijn gelegen binnen het buitengebied van de gemeente Barneveld, dan wel binnen het reconstructiegebied Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, opgenomen in het Reconstructieplan Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, vastgesteld door Provinciale Staten van Gelderland op 22 december 2004 en 26 januari 2005, voor zover dit reconstructiegebied is gelegen binnen de provincie Gelderland;
      • verzekerd is dat herbouw van de gesloopte gebouwen niet mogelijk is.

  • 13. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 16.2.4 onder d voor wat betreft de maximale inhoud van de 'bedrijfswoning' en toestaan dat een 'bedrijfswoning' wordt gebouwd met een grotere inhoud, mits:
    • a. de inhoud niet meer bedraagt dan 1.500 m3;
    • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van landschap en beeldkwaliteit en mits de architectonische en/of cultuurhistorische waarden van de bebouwing niet in onevenredige mate worden geschaad;
    • c. sprake is van vermindering (door sloop) van gebouwen volgens de staffeling in de onderstaande tabel:

Inhoud woning   Sloopeis  
Tot 1000 m3   2 m2 sloop voor iedere m3 vergroting  
Vanaf 1000 m3   4 m2 sloop voor iedere m3 vergroting  

Met dien verstande dat:

      • de oppervlakte van gesloopte gebouwen ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied V of de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied GV voor 125% meetelt in de berekening van de in het kader van deze afwijkingsbevoegdheid in te zetten sloopoppervlakte;
      • uitsluitend indien de sloopmogelijkheden op het betreffende perceel volledig zijn benut, mag de sloopoppervlakte van meerdere locaties worden meegerekend om aan de vereiste sloopoppervlakte te komen;
      • monumentale gebouwen wel meetellen in de bepaling van de sloopoppervlakte, maar niet mogen worden gesloopt;
      • de te slopen gebouwen moeten zijn gelegen binnen het buitengebied van de gemeente Barneveld, dan wel binnen het reconstructiegebied Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, opgenomen in het Reconstructieplan Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, vastgesteld door Provinciale Staten van Gelderland op 22 december 2004 en 26 januari 2005, voor zover dit reconstructiegebied is gelegen binnen de provincie Gelderland;
      • verzekerd is dat herbouw van de gesloopte gebouwen niet mogelijk is.

16.5 Specifieke gebruiksregels

16.5.1 Gebruik overeenkomstig de bestemming

Als gebruik overeenkomstig de bestemming wordt aangemerkt:

  • a. de verkoop van mobiele kampeermiddelen en stacaravans op recreatiebedrijven als aangegeven in artikel 16.1 aanhef en onder b, d en e mits deze detailhandel beperkt blijft tot ten hoogste 5 mobiele kampeermiddelen en stacaravans die op enig moment per recreatiebedrijf ter verkoop worden aangeboden;
  • b. het open stellen van centrale voorzieningen voor bezoekers die hun recreatieve nachtverblijf niet op het betreffende recreatieterrein hebben.

16.5.2 Gebruik strijdig met de bestemming

Als gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval aangemerkt:

  • a. het gebruik van centrale voorzieningen, recreatiewoningen, stacaravans, kampeermiddelen en groepsaccommodatie voor permanente bewoning;
  • b. het gebruik van gebouwen voor een bardancing, een nachtclub of een discotheek;
  • c. het plaatsen van kampeermiddelen op verblijfsrecreatieterreinen die niet door een recreatiebedrijf worden geëxploiteerd.

16.6 Wijzigingsbevoegdheid
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor wat betreft het toestaan van recreatiewoningen ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van recreatie - recreatiebedrijf 2', 'specifieke vorm van recreatie - recreatiebedrijf 3' en/of 'specifieke vorm van recreatie - recreatiebedrijf 4', met inachtneming van het volgende:
    • a. het maximaal aantal toegestane recreatiewoningen wordt berekend met behulp van de volgende formule: (n1 x 200) + (n2 x 300) + (n3 x 500) < of = X, waarbij geldt:
      • n1 = aantal toeristische standplaatsen;
      • n2 = aantal stacaravans;
      • n3 = aantal recreatiewoningen;
      • X =totale bestemde oppervlakte van het verblijfsrecreatieterrein in m2;

met dien verstande dat toeristisch kamperen niet mag worden omgezet naar recreatiewoningen en maximaal 50% van de bestemde oppervlakte van het terrein mag worden gebruikt voor recreatiewoningen.

    • a. aangetoond dient te zijn dat de bouw van recreatiewoningen plaatsvindt in het kader van op continuïteit gerichte bedrijfsmatige exploitatie van het verblijfsrecreatieterrein;
    • b. aangetoond dient te worden dat de bouw van recreatiewoningen uit bedrijfseconomisch oogpunt een belangrijke bijdrage levert aan het exploitabel houden van het verblijfsrecreatieterrein;
    • c. aangetoond dient te worden dat de recreatiewoningen uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van recreatief verblijf;
    • d. het terrein dient te worden voorzien van een goede landschappelijke inpassing;
    • e. aangetoond dient te worden dat er geen significante aantasting plaatsvindt van ecologische waarden;
    • f. aangetoond dient te zijn dat er een kwaliteitsverbetering van het totale terrein plaatsvindt;
    • g. aangetoond dient te zijn dat de bouw van recreatiewoningen een toegevoegde waarde heeft ten opzichte van het bestaande recreatieve product en dat hieraan een reële behoefte bestaat in de regio;
    • h. de wijzigingsbevoegdheid niet geldt voor het verblijfsrecreatieterrein in de onderstaande tabel:

Straat   Huisnummer   Naam recreatieterrein  
Asselseweg   35   Dennekamp – vd Hoorn  

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen om het vergroten van de afmetingen van recreatiewoningen mogelijk te maken, met inachtneming van het volgende:
    • a. de oppervlakte van een recreatiewoning mag niet meer dan 85 m2 bedragen, de goothoogte mag niet meer dan 3 m bedragen, de bouwhoogte mag niet meer dan 4,5 m bedragen, het aantal bouwlagen mag niet meer dan 2 bedragen en de inhoud mag niet meer dan 400 m3;
    • b. aangetoond dient te zijn dat de bouw van recreatiewoningen plaatsvindt in het kader van op continuïteit gerichte bedrijfsmatige exploitatie van het verblijfsrecreatieterrein;
    • c. aangetoond dient te worden dat de bouw van recreatiewoningen uit bedrijfseconomisch oogpunt een belangrijke bijdrage levert aan het exploitabel houden van het verblijfsrecreatieterrein;
    • d. het terrein dient te worden voorzien van een goede landschappelijke inpassing;
    • e. aangetoond dient te zijn dat er een kwaliteitsverbetering van het totale terrein plaatsvindt;
    • f. aangetoond dient te zijn dat de bouw van recreatiewoningen een toegevoegde waarde heeft ten opzichte van het bestaande recreatieve product en dat hieraan een reële behoefte bestaat in de regio.