direct naar inhoud van 5.1 Archeologie
Plan: Noordelijke Rondweg Voorthuizen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0203.1054-0003

5.1 Archeologie

In het kader van de Wet op de archeologische monumentenzorg is de gemeente beslissingsbevoegd om ruimtelijke planvorming te toetsen op archeologische waarden. Indien potentiële archeologische waarden worden verstoord, dient hier nader onderzoek naar te worden verricht.

Uitgangspunten in de monumentenwet zijn op hoofdzaken:

  • archeologische waarden zoveel mogelijk (in situ) in de bodem bewaren;
  • vroeg in de ruimtelijke ordening al rekening houden met archeologie (vooronderzoek);
  • bodemverstoorders betalen archeologisch vooronderzoek en mogelijke opgravingen.

Ten behoeve van de voorbereiding van de aanleg van de noordelijke rondweg om Voorthuizen is een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd, zie bijlage 2. Onderstaand worden de onderzoeksresultaten verwoord.

Resultaten onderzoek

Het onderzoeksgebied ligt in het dekzandlandschap van de Gelderse Vallei dat gekenmerkt wordt door dekzandruggen en -laagten. Het huidige landschap is grotendeels gevormd door de geologische processen gedurende het midden en laat Pleistoceen.

Voor het onderzoeksgebied geldt dat op de hoger gelegen dekzandruggen vaak een goed ontwikkelde enkeerdgrond (esdek) is ontstaan. Op de plekken waar esdekken aanwezig zijn is de kans groot dat archeologische resten voorkomen uit alle archeologische perioden. De archeologische resten kunnen voorkomen onder het esdek tot in de top van de oorspronkelijke C-horizont. Door afdekking met een esdek zijn de archeologische resten doorgaans bovendien beschermd en goed bewaard gebleven.

Voor het onderzoeksgebied is een gemeentelijke archeologische verwachtingskaart en een beleidskaart opgesteld. De archeologische verwachtingskaart is gebaseerd een grote hoeveelheid onderzoeksgegevens waardoor deze kaart veel nauwkeuriger is dan de landelijke IKAW (1:50.000). Voor het bepalen van de verwachtingswaarde in het onderzoeksgebied is de gemeentelijke archeologische verwachtingskaart leidend.

Binnen het plangebied liggen geen AMK-terreinen. Wel bevinden zich drie vindplaatsen binnen het onderzoeksgebied. Direct ten zuiden van het plangebied ligt een vindplaats dat twee boerenerven betreft uit de Middeleeuwen. Aan de zuidkant loopt het plangebied langs een vindplaats met een nederzetting uit de IJzertijd/Romeinse Tijd. Binnen het plangebied zijn meerdere archeologische resten te verwachten.

Binnen het onderzoeksgebied ligt één gebouwd monument, deze wordt echter niet door het tracé geraakt.

Conclusie voor de noordelijke rondweg om Voorthuizen

De resultaten van het bureauonderzoek wijzen erop dat het gehele plangebied in aanmerking komt voor archeologisch vervolgonderzoek. Gezien de omvang van het plangebied wordt geadviseerd eerst een verkennend booronderzoek uit te voeren. Het doel van dit onderzoek is om te bepalen in hoeverre de bodemprofielen intact zijn om zo eventueel verstoorde zones voor vervolgonderzoek te kunnen uitsluiten.

Het verkennend booronderzoek in combinatie met een nauwkeurige analyse van het AHN moet bovendien leiden tot een gedetailleerd landschaps-/verwachtingenmodel op basis waarvan een weloverwogen keuze kan worden gemaakt voor de locatie van de proefsleuven.

Voor de gebieden waarvoor op grond van de landschappelijke ligging een middel tot hoge archeolgische verwachting geldt en uit het verkennend onderzoek blijkt dat de bodem niet verstoord is, wordt geadviseerd tot het uitvoeren van een proefsleuvenonderzoek (IVO-P). Een en ander wordt vastgelegd op basis van het verkennend booronderzoek.