direct naar inhoud van 3.1 Demografie en wonen
Plan: Structuurvisie kernen Barneveld 2022
Status: vastgesteld
Plantype: gemeentelijke structuurvisie
IMRO-idn: NL.IMRO.0203.1003-0002

3.1 Demografie en wonen

Beleidsuitgangspunten:

  • Barneveld bereidt zich voor op een groei van de bevolking tot 65.000 a 70.000 inwoners in 2030;
  • Barneveld zet in op gemengde wijken met een gedifferentieerd woningaanbod;
  • De gemeente zet duidelijke accenten op woningbouwlocaties om doelgroepen te huisvesten. Nabij voorzieningen ligt een accent op ouderen. Daarnaast blijft Barneveld zich inzetten voor lagere inkomensgroepen en worden bijzondere woonmilieus gecreëerd voor kapitaalkrachtige ouderen;
  • De gemeente kiest voor een sterkere gerichtheid op inbreidingslocaties.

De gemeente Barneveld heeft een relatief jonge bevolking. Vergrijzing en verdunning spelen in Barneveld minder dan gemiddeld in Nederland. Zoals gezegd kan dit worden verklaard vanuit het relatief hoge geboorte overschot en de sterke binding van de eigen bewoners (strategische visie 2009). Er is nog geen sprake van een vestigingsoverschot vanuit de randstad, maar wel wordt uitgegaan van een zgn. potentiële 'overloop' uit de Randstad. Om deze redenen sprak de strategische visie al de verwachting uit dat de bevolking van Barneveld net als de afgelopen jaren zal blijven toenemen.

Conform het 'bundelingsbeleid' uit de strategische visie kiest de gemeente voor het accommoderen van de autonome bevolkingsaanwas in de afzonderlijke woonkernen. De keuze om de verdere verstedelijking (de 'plus') te bundelen in en rondom de grotere kernen is in de strategische visie verwoord (en in hoofdstuk 2 beschreven). De gemeente wil de afstand tot voorzieningen en de aantasting van natuur en landschap zo klein mogelijk te houden. Bovendien kan zo de mobiliteit zoveel mogelijk beperkt worden. Dit biedt kansen om gerichte investeringen op bijvoorbeeld het vlak van de infrastructuur en voorzieningen te doen.

In navolging op de strategische visie is het uitgangspunt voor deze structuurvisie dat de (extra) groei bovenop de autonome bevolkingsaanwas in het bundelingsgebied (Barneveld – Harselaar – Voorthuizen) opgevangen moet worden.

De gemeente wil de komende jaren een goed evenwicht tussen inbreiding en uitbreiding. Het benutten van inbreidingslocaties biedt kansen voor efficiënt ruimtegebruik, het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit en het bouwen voor doelgroepen. Daarnaast zal gebruik gemaakt moeten worden van uitbreidingslocaties. In de structuurvisie 2009 zijn hiertoe al zoekgebieden aangewezen. In 2009 werd nog rekening gehouden met een kleinere groei van de bevolking in de gemeente Barneveld. De grootte van de zoekgebieden was ruim voldoende om de gewenste woningbouw te kunnen plegen. De begrenzing was zo gekozen, dat het gebied ongeveer tweemaal zo groot was als de geraamde behoefte voor stedelijke ontwikkeling.

In de structuurvisie 2011-2022 is een aantal woningbouwlocaties aangewezen als 'woongebied in voorbereiding' als het bouwen of het bestemmingsplan al in voorbereiding zijn. De overige woningbouwlocaties zijn aangewezen als 'zoekgebied wonen (lange termijn)'. Hieronder wordt op de driedeling in woningbouwlocaties ingegaan.

Aandacht voor inbreiding

Onder inbreiding wordt het volgende verstaan:

  • Intensiveren; de ruimte wordt intensiever benut;
  • Combineren; de ruimte wordt voor verschillende functies ingericht en gebruikt;
  • Revitaliseren; het opknappen en/of opnieuw inrichten van verouderde woongebieden of bedrijventerreinen.

De gemeente zal de komende jaren blijven werken aan inbreidingslocaties. Dit is een voortzetting van het huidige beleid. Bij inbreiding gaat aandacht uit naar het realiseren van woningen voor ouderen. Een voorbeeld hiervan is het bouwen van nultredenwoningen - dit zijn woningen waarin de algemene voorzieningen en ten minste één slaapkamer zonder traplopen bereikbaar zijn - nabij voorzieningen en openbaarvervoerhaltes worden gebouwd. Behoefte aan nultredenwoningen (zie tabel 2) varieert van 1.000 tot ruim 1.300 tot 2020 en 1.800 tot 2.640 in 2030. Dat is een forse toename. In het middenscenario, waarmee in de Visie op wonen is gerekend, wordt uitgegaan van de realisatie van 1.100 nultreden woningen. Als dit allemaal nieuwbouw zou zijn, dan betreft het 34% van het totale aantal nieuw te bouwen woningen (deels grondgebonden).

Het bouwen op inbreidingslocaties is van belang voor een kwalitatieve ontwikkeling van de kernen. Door de groeiende bevolking kan woningbouw een motor zijn achter lastige herstructureringen. In de tweede plaats liggen meerdere inbreidingslocaties gunstig ten opzichte van voorzieningen, waarmee door woningbouw een belangrijke doelgroep kan worden bediend (ouderen). Tenslotte kan de herinvulling van inbreidingslocaties bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit en herkenbaarheid van de dorpse structuur (zie paragraaf 3.6).

Woongebieden in voorbereiding

Een deel van de in 2009 aangewezen zoekzones is anno 2011 reeds in voorbereiding. Deze zijn aangeduid op de plankaart. Het betreft de volgende locaties:

  • De Burgt, Veller I en II (Barneveld);
  • Kromme Akker en Blankensgoed I (Voorthuizen);
  • Puurveen en locatie Oost (Kootwijkerbroek);
  • Zuidrand (Garderen);
  • Stroe IV (Stroe);
  • Uitbreidingslocaties Terschuur en Zwartebroek.

Daarnaast zijn er beperkte kleinschalige bouwmogelijkheden in de overige kernen.

Zoekzones Wonen (lange termijn)

Als gevolg van genoemde groeiambitie wordt anno 2011 uitgegaan van een grotere behoefte aan uitbreidingslocaties dan in 2009 werd voorzien. De extra woningbouwbehoefte betreft volgens de strategische visie minimaal 6.900 nieuwe woningen tot 2030. De strategische visie gaat ervan uit dat dit een ruimtebehoefte geeft voor woningbouw van 320 hectare tot 2030. De gezamenlijke zoekzones voor woningbouw zoals opgenomen in de structuurvisie 2009 beslaan een oppervlakte van circa 355 hectare. Aandachtspunt daarbij is wel dat in deze cijfers (nog) niet is uitgegaan van een verdergaande gezinsverdunning.

Aangezien deze structuurvisie een horizon kent tot en met 2022 zijn de zoekzones rondom Voorthuizen en Barneveld voorlopig voldoende om de genoemde extra groei op te kunnen vangen. De zoekzones buiten het bundelingsgebied kunnen volstaan met de oorspronkelijke behoefte. In deze structuurvisie wordt, buiten het faciliteren van de autonome bevolkingsaanwas, geen extra groei voorzien in de kleine kernen buiten het bundelingsgebied.

De groeiverwachting kan tot gevolg hebben dat al na 2015 één of meerdere zoekzones tot ontwikkeling moeten worden gebracht (Meerjaren woningbouwprogramma 2011-2022). De volgende zoekzones staan op de plankaart opgenomen:

  • Barneveld Noord, Veller Oost (Barneveld);
  • Voorthuizen Zuid fase II (Voorthuizen).

Type woningen

De bevolking zal volgens de prognoses de komende 20 jaar nog groeien, maar wel van samenstelling veranderen. In figuur 2 is te zien dat een deel van de bevolking in absolute aantallen gelijk zal blijven, maar ook dat vooral de groep ouderen (65+) fors zal toenemen, met ongeveer een derde (34%) van de totale bevolking tot 2030. In de periode van 1995 en 2030 gaat het om een toename van bijna 60% van deze bevolkingsgroep. Daarom vormt de locatiekeuze voor huisvesting voor ouderen een belangrijke prioriteit voor de komende jaren. Door nu goede locaties te kiezen, waar een accent op ouderen ligt, kan de gemeente de komende decennia de vergrijzing opvangen. Voor ouderen moet er de komende jaren ruimte worden gevonden voor:

  • Nultredenwoningen nabij voorzieningen. Hiertoe wordt vooral gezocht naar inbreidingslocaties in de buurt van het centrum. Daarnaast worden clusters gepland nabij nieuwe voorzieningen in de uitbreidingswijken (zie paragraaf 3.3. voor visie op voorzieningen op wijkniveau);
  • 'Verzorgd wonen'. Dit zijn clusters ouderenwoningen in een straal van 200 tot 300 meter van zorginstellingen;
  • Luxueuzere woningen voor kapitaalkrachtige senioren. Dit leidt tot een meer gedifferentieerd woningaanbod, hetgeen de doorstroming en nieuwvestiging van ouderen kan bevorderen. Het kan gaan om verschillende typen woningen:
  • Ruimere levensloopbestendige woningen in een groene omgeving. De locatie Barneveld Noord is hiervoor zeer geschikt;
  • Ruimere en luxueuzere appartementen op gunstige locaties. Met name locaties in de nabijheid van voorzieningen, maar ook groen en met diverse wandelmogelijkheden, zijn hiervoor geschikt.

In de Visie op wonen heeft de gemeente een kader gesteld aan de woningbouwontwikkelingen voor de komende jaren. De visie op wonen is uitgewerkt in het meerjaren woningbouwprogramma 2011-2022 (vastgesteld door de Raad op 28-6-2011). In de Visie op wonen zelf zijn doelgroepen benoemd en zijn de behoeften van deze doelgroepen kwantitatief benoemd. Deze behoeften zijn benoemd naar categorieën, die het midden houden tussen marktsegmenten en doelgroepen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0203.1003-0002_0002.png"

Figuur 2; Historische ontwikkeling en prognose bevolking naar leeftijd (1995 - 2030).

Op planniveau streeft de gemeente zoveel mogelijk naar een gedifferentieerd palet aan soorten woningen. Onderscheidende criteria zijn prijsklasse1 , woningtypologie, eigendomsvorm, particulier initiatief of projectmatig ontwikkelen en woninggrootte. Doelgroepen waarvoor de gemeente voldoende woningbouw wil garanderen zijn lagere inkomensgroepen, starters en senioren. Daarnaast is het belangrijk om in duurdere segmenten te bouwen om doorstroming te faciliteren. Tenslotte wil de gemeente inzetten op concurrerende woningbouw voor kapitaalkrachtige ouderen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0203.1003-0002_0003.png"

Tabel 1; accenten per type woningbouwlocatie.

afbeelding "i_NL.IMRO.0203.1003-0002_0004.png"

Tabel 2; aantal te bouwen woningen per segment (visie op wonen, 2010).

afbeelding "i_NL.IMRO.0203.1003-0002_0005.png"

Figuur 3; leeftijdsopbouw bevolking gemeente Barneveld.