direct naar inhoud van 4.2 Ruimtelijke inkadering en hoofdopzet
Plan: Saksen Weimar 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.778-0301

4.2 Ruimtelijke inkadering en hoofdopzet

4.2.1 De Groene Treden

Schakel tussen waardevolle landschappen

De landschappelijke context van de locatie op de heuvelrijke bosachtige noordrand van Arnhem is zeer bepalend voor het ontwerp van de Groene Treden. De ligging op de overgang van de stad naar de Veluwe, op een noordhelling gericht op het dal van Valkenhuizen, geven de locatie karakteristieken die in Nederland maar weinig voorkomen. De locatie is omringd door landschappelijk waardevolle eenheden als: de Veluwe, Klarenbeek, begraafplaats Moscowa, Angerenstein en Sonsbeek en kan daarin een belangrijke ecologische en recreatieve schakel worden. Dit samen met de niveauverschillen in het gebied maken de locatie Saksen Weimar de Groene Trede tussen de Veluwe en de Stad. Groene Treden is daarbij een bosachtig woonlandschap dat karakteristiek is voor deze omgeving.

Voor de transformatie van de locatie in Groene Treden is het van belang om in het plangebied groenstructuren te verbinden en aan te sluiten op bestaande recreatieve routes (verlengde Beukenlaan, Klarenbeek, Valkenhuizenpad). Daarnaast moet het gebied ook een eigen gezicht krijgen. Hiervoor bieden de (cultuur)historische karakteristieken van de Saksen Weimar kazerne een bijzondere kans. Het kazernecomplex verandert, gedeeltelijk door reconstructie (exercitieterrein, logiesgebouwen) en gedeeltelijk door transformatie (nieuwe bebouwing en functies rond het exercitieterrein), in het icoon van dit gebied. Hier wordt met een mix van wonen, cultuur en kleinschalige voorzieningen een zeer gedifferentieerd milieu gecreëerd. Woonlandschap en kazernecomplex zijn niet geïntegreerd in één (gebouwde) structuur. Ze worden door het landschap bijeengehouden en contrasteren door de verschillen in karakteristieken en kwaliteiten. Op die manier wordt er een woon-/werk-/recreatie milieu gecreëerd dat in de gemiddelde woonwijk niet voorkomt.

Nadat Groene Treden in 2006 als winnend ontwerp is gekozen is er achtereenvolgens een Voorlopig concept Definitief Ontwerp Inrichtings- en Stedenbouwkundig Plan (DOISP mei 2010) voor fase 1 Kazerne Saksen Weimar gemaakt. Hierna heeft de ontwikkeling enige tijd stil gelegen. De financiële crisis en de daarop volgende crisis op de woningmarkt leiden tot vertraging en tot nieuwe inzichten met name op het gebied van woningtypologieën. Begin 2011 wordt begonnen aan een doorstart. Om flexibeler om te kunnen gaan met onzekerheden in de toekomst wordt er voor gekozen om de essentie van het plan Groene Treden vast te leggen in een vijftal lagen, voorzien van kernuitgangspunten. De uitwerking van de woongebieden vindt plaats op basis van de kernuitgangspunten en steeds aansluitend op de maatschappelijke en economische context van dat moment (met name omstandigheden als vraag, prijs, doelgroep).

Het plan Groene Treden bevat de landschappelijke kaders om deze locatie te transformeren in een hedendaagse, duurzame en betekenisvolle plek voor Arnhem. Het plan bestaat uit een vijftal lagen die tevens de stedenbouwkundige en landschappelijke en kernuitgangspunten vormen:

  • Landschappelijke onderlegger;
  • Landschappelijk raamwerk;
  • Openbare ruimte;
  • Woongebieden;
  • Kazerne Saksen Weimar.

Landschappelijke onderlegger

De niveauverschillen in het gebied bieden kansen voor het ontwikkelen van een woonlandschap en een openbare ruimte die uniek zijn in Nederland. De belangrijkste drager van Groene Treden is het geplooide landschap. In het bestaande landschap zijn zeven terrassen te onderscheiden (incl. kazerneterrein) die elk afzonderlijk waterpas liggen. De terrassen lopen in hoogte af richting het noorden en oosten. Van de oorspronkelijke hoogtelijnen in het gebied is maar weinig terug te vinden. Om de dramatiek van het landschap te versterken voorziet het plan Groene Treden in het afgraven van de terrassen aan de zuidzijde en het ophogen aan de noordzijde. De relatief steile zuidhellingen die ontstaan bieden unieke mogelijkheden voor de realisatie van bijzondere woonmilieus met een gunstige (duurzame)oriëntatie op de zon en zorgen tevens voor meer variatie in het boslandschap.

Ten gevolg van de nieuwe niveauverschillen ontstaat er een omdraaiing van de hemelwaterafvoer in het gebied. In plaats van een beektracé naar het laagste punt in het noorden ontstaan er meerdere tracés die afwateren naar de laagste plekken onderaan de zuidhellingen. Hier kan het water worden opgevangen in poelen waar andere vegetatie ontstaat en spannende plekken kunnen worden gecreëerd.

Kernuitgangspunt:

Het principe van afgraven en ophogen van terrassen (met uitzondering van het kazerneterrein).

Landschappelijk raamwerk

Over het geplooide landschap liggen een aantal landschappelijke dragers. Ze vormen samen het landschappelijk raamwerk. Het ruimtelijk kader waarbinnen in de tijd invullingen kunnen plaatsvinden. Op deze manier worden de belangrijkste landschappelijke kwaliteiten vastgelegd en kan met enige flexibiliteit op toekomstige onzekerheden worden ingespeeld.

De landschappelijke dragers bestaan uit een aantal groenzones, een drietal recreatieve langzaamverkeersroutes en de ontsluiting voor gemotoriseerd verkeer.

De zone langs de Apeldoornseweg is bij uitstek geschikt om verder te bebossen om zo de groene (ecologische) schakel meer maat te geven. Een deel van deze zone blijft vrij van woonbebouwing in verband met het geluid van de Apeldoornseweg. De groene zone sluit aan op de bestaande beboste stijlrand die het plangebied in oostwest richting doorsnijdt en op de bestaande beboste (stijl)rand langs De Weg Achter Het Bos. Aan de noordzijde van het kazerne terrein ligt een (brinkachtige) centrale groene ruimte waarin de bunkerheuvel ligt. De groene rand rond Groene Treden wordt gesloten door een smalle groenzone langs de Monnikensteeg die het bosachtige beeld van de Groene Treden langs de weg moet waarborgen.

Drie langzaamverkeersroutes spelen elk op een andere manier in op de beleving van het landschap. De verlengde Beukenlaan, wordt vanuit de aangrenzende woonwijk Geitenkamp de Groene Treden ingetrokken en sluit aan op de route naar het park Klarenbeek. Doordat de verlengde Beukenlaan vanaf de Monnikensteeg haaks op de nieuwe hoogtelijnen omhoog loopt is het glooiende landschap aan beide zijden van de Beukenlaan goed waarneembaar. Het Valkenhuizenpad doorsnijdt het plangebied in de noordzuid richting. De route sluit aan op de weg naar de Stenen Tafel aan de zuidzijde en het pad door het dal van Valkenhuizen aan de noordzijde. In het plangebied volgt deze route de stijlranden zodat de beleving van het reliëf optimaal is. Een nieuwe geënsceneerde route door de beboste zone aan langs de Apeldoornseweg geeft een optimale beleving van het landschap. Deze “trapjesroute” daalt af van de zuidhellingen en klimt met trapjes tegen de stijlranden. De route loopt door het bos langs diverse poelen.

De ontsluiting voor gemotoriseerd verkeer sluit aan de noordzijde aan op de Monnikensteeg en aan de zuidzijde op de Weg achter het Bos. De route wordt ingeplant met Amerikaanse eik. en volgt ook zoveel mogelijk de stijlranden. De hoofdontsluiting is geknipt zodat het bestaande beboste talud niet doorsneden wordt. Haaks op de hoofdontsluiting zijn de aftakkingen naar de woonstraten en de kazerne gesitueerd.

De verschillende woongebieden in Groene Treden worden van elkaar gescheiden door (minimaal 30 meter) brede boszones die in oostwest richting tussen de zone langs de Apeldoornseweg, de hoofdontsluitingslaan en de groene rand langs de Monnikensteeg zijn opgespannen.

Het landschappelijk raamwerk wordt bebost met afwisselende boomsoorten zoals die nu in de omgeving van Saksen Weimar voorkomen. Een gemengd bos van wintereik, beuk, pinus, robinia en berk ligt als een deken over het woonlandschap. Uit dit bos zijn als het ware de woongebieden en open plekken uitgesneden. De onderbegroeiing van het bos bestaat uit een kruidenvegetatie die varieert doordat er meer of minder licht kan toetreden (bos, open plekken, noordhellingen, zuidhellingen).

Kernuitgangspunten:

  • De groene zone evenwijdig aan de Apeldoornseweg;
  • De beboste stijlrand die het plangebied in de oost-west richting door midden snijdt;
  • De groene randen langs de Weg achter het Bos en de Monnikensteeg;
  • De groene (brinkachtige) ruimte ten noorden van de Saksen Weimar kazerne;
  • De recreatieve route van Klarenbeek naar het Dal van Valkenhuizen;
  • De verlengde Beukenlaan die vanuit Geitenkamp het plangebied wordt ingetrokken;
  • Hoofdontsluiting van het gebied met laanbeplanting (noord-zuid as);
  • Dooradering oostwest lopende boszones als onderdeel van het raamwerk;
  • (Aanvullende) beplanting van onderdelen van het raamwerk met wintereiken-beukenbos.

Openbare ruimte

Het bijzondere karakter van Groene Treden komt vooral tot uiting in de openbare ruimte. Naast de onderdelen van het landschappelijke raamwerk en de verblijfsplekken en recreatieve routes die zich hierin bevinden moet ook de inrichten van de woonstraten aansluiten op het karakter van Groene Treden. Met name de niveauverschillen zowel in noordzuid- als oostwest richting moeten zichtbaar worden. De inrichting van de straat aflopend naar het oosten en de niveauverschillen tussen privé naar openbaar zijn daarvoor belangrijke ontwerpmiddelen. De inrichting van de openbare ruimte is hierbij hoogwaardig maar “low profile” passend bij het bosachtige karakter. Parkeren in het openbaar gebied wordt zorgvuldig ingepast tussen plantvakken met bosplantsoen.

Kernuitgangspunten:

  • Het reliëf moet voelbaar en zichtbaar zijn in het openbaar gebied;
  • Er moet in en tussen de verschillende fasen samenhang ontstaan tussen de inrichtingselementen van het openbaar gebied, aansluitend op het bosachtige karakter.

Woongebieden (exclusief Kazerneterrein)

De woongebieden zijn als het ware gestanst uit de groene deken van wintereikenbeukenbos die over het woonlandschap van Groene Treden ligt. Ze reageren, met name in de openbare ruimte maar indien gewenst/mogelijk ook met woningtypologieën, optimaal op het geaccidenteerde landschap en het landschappelijk raamwerk. Doordat het aantal en de positie van de oostwest lopende boszones nog niet vast ligt kunnen de woongebieden per bouwfase nog worden gemoduleerd om optimaal aan te sluiten op woonprogramma en woontypologieën die op dat moment gewenst zijn.

Kernuitgangspunten:

  • De woongebieden reageren op het landschappelijke raamwerk;
  • Binnen het raamwerk (en de landschappelijke onderlegger) vinden de woongebieden met de bijbehorende openbare ruimte hun plek. In de woongebieden wordt met als basis de kernuitgangspunten steeds aansluitend op de maatschappelijke en economische context (met name omstandigheden als vraag, prijs, doelgroep) van dat moment invulling gegeven aan woningen, tuinen en openbaar gebied.

Saksen Weimar kazerne

De historische bebouwing van de Saksen Weimar Kazerne moet zoals gezegd het gezicht (de icoon) van het gebied worden. De monumentale gebouwen en de tussenliggende opeenvolging van ruimtes bieden mogelijkheden om hier een unieke mix van wonen, werken en kleinschalige voorzieningen te creëren. Uitgangspunt hierbij zijn de historisch waardevolle kazernegebouwen (monumenten) en het exercitieterrein. Echter het kazernecomplex is nooit helemaal voltooid waardoor het ensemble niet goed tot zijn recht komt. Om het kazerne complex te voltooien wordt aan de historische kazernegebouwen nieuwe bebouwing toegevoegd waardoor er een prettige pleinruimte ontstaat. De inrichting van de openbare ruimte tussen de kazerne gebouwen is hierbij het bindmiddel. De openbare ruimte moet uitnodigen om te verblijven en flexibel genoeg zijn om allerlei activiteiten te kunnen ontplooien.

Het Plan Saksen Weimar 2012 volgt deze landschappelijke benadering. De stedenbouwkundige uitwerking wat woningtypologie betreft; een meer traditioneel woningtype van rijenwoningen, twee onder één kap en vrijstaande woningen, vraagt echter om een andere stedenbouwkundige figuratie.

4.2.2 Duurzaamheid

Ecologie

De ligging van het plangebied binnen Arnhems' stedelijke structuur is zodanig dat er een bijzonder accent op duurzaamheid gelegd wordt. De voorgenomen nieuwbouw goed integreren met de waarden van natuur en landschap zoals die beschreven staan in het Masterplan Saksen Weimar.

Het westelijke deel van het plangebied bestaat uit een ca. 80 m. brede natuurzone, ingericht als bos en kruidenrijk grasland, en struiken (mantel en zoomvegetaties) daartussen; ook het natuurbeheer zal afgestemd zijn op goede leefomstandigheden van planten en dieren en de mogelijkheden voor vestiging en verspreiding daarvan. Zo zijn de nu aanwezige “vleermuis-routes” - via lijnvormige begroeiingen - ingepast en versterkt in het plan. De bestaande bosaanplant zal aangevuld worden met de potentieel natuurlijke vegetatie (wintereiken-beukenbos); waar nodig zal het te éénzijdige bosbestand ook worden omgevormd naar dit type.

De groene inrichting zet zich voort tussen de bebouwingsstroken zodat er een groot aanrakingsvlak is met de nieuwbouwwoningen. Door de toepassing van wadi's - voor de opvang van regenwater - aan het einde van de aldus gevormde groenstroken ontstaan er ook ecologisch interessante overgangen van droog naar meer nat gebied. Qua inrichting zal het accent in deze groenstroken meer liggen op “stadsnatuur”. Dit betekent bijv. dat er vlinder-aantrekkende begroeiing wordt aangeplant en dat de er aan grenzende bebouwing nestelmogelijkheden voor vogels kan bieden.

Zo ontstaan er diverse groenzones met veel natuurlijke variatie en diversiteit

Extensieve recreatie is een belangrijke nevenfunctie van deze groenstroken; de natuurzone dient tevens ter vermindering van het verkeerslawaai en als fijnstoffilter.

In de ontwikkeling van de locatie is het aspect duurzaamheid integraal opgepakt met stedenbouw, architectuur, volkshuisvesting, beheer en milieu waardoor de duurzame kwaliteit in Saksen Weimar hoger is dan de som van deze onderdelen apart. Dit zorgt ervoor dat het niet alleen nu maar ook in de toekomst een prettige omgeving is om in te wonen, werken en recreëren. Uitgangspunt van het plan "De Groene Treden" voor herontwikkeling van de locatie Saksen Weimar is geweest de bestaande kwaliteiten te behouden en door toevoeging van met name groene en rode componenten waar mogelijk te versterken. Een voorwaarde daarbij is dat het nieuwe Saksen Weimar' aansluit bij haar omgeving.

Dit is in de planontwikkeling gewaarborgd doordat het plangebied op elk schaalniveau is geplaatst in de context van die omgeving. Gebouwen en openbaar terrein worden integraal vanuit de schaalniveaus planologie, stedenbouw en architectuur ontworpen, ontwikkeld en gerealiseerd.

Ruimte.

Bij keuzes in de planologische en stedenbouwkundige context bij de herontwikkeling van Saksen Weimar is voortdurend de afweging gemaakt hoe efficiënt gebruik van de beschikbare ruimte kan worden gemaakt.

Eén van de exponenten daarvan is dat door zowel bestaande als nieuwe gebouwen een meervoudige functie te geven (wonen, parkeren, werken en recreëren) minder beslag gelegd wordt op de ruimte waardoor meer plek overblijft voor de toepassing van groen en andere recreatieve invulling.

Door de wijze waarop de wegenstructuur is ontworpen wordt de (auto-)mobiliteit beperkt en de mogelijkheden voor langzaam verkeer (te voet en per fiets) bevorderd. Hiertoe worden langzaam verkeerroutes losgekoppeld van snelverkeer en recreatieve wandel- en fietsroutes gelegd. Met de noord-zuid verbinding voor langzaam verkeer wordt tevens bevorderd dat bewoners / gebruikers per fiets naar het centrum gaan.Tenslotte wordt met de routes aangesloten op halteplaatsen van het openbaar vervoer.

Een invulling met wonen, een grote verscheidenheid aan bedrijven (o.a. kinderdagopvang, medische zorg en kunstateliers) en een vorm van gemeenschapsvoorziening (informatie / educatiecentrum in de toekomst eventueel ingevuld door horeca) zorgt voor een grote sociale en economische diversiteit. De grote variëteit in woningtype en prijsklasse binnen het plangebied draagt daaraan bij.

Energie.

Op dit moment wordt nog onderzoek gedaan naar de toepasbaarheid van alternatieve energie voorzieningen.