direct naar inhoud van 4.2 Beschermd stadsgezicht
Plan: Bestemmingsplan Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.766-0302

4.2 Beschermd stadsgezicht

Een groot deel van het gebied Burgemeesterwijk en de hele Transvaalbuurt wordt door het Rijk aangewezen als beschermd stadsgezicht op grond van de Monumentenwet 1988. De begrenzing van dit gebied is op afbeelding 11 weergegeven.

 afbeelding "i_NL.IMRO.0202.766-0302_0011.jpg"

Afbeelding 11. gebied Rijks beschermd stadsgezicht 


Nadere informatie over het beschermd stadsgezicht is terug te vinden in de toelichting die is opgesteld bij de voorbereiding van het besluit tot aanwijzing van het beschermd stadsgezicht Sonsbeekpark e.o. Dit stadsgezicht omvat het Sonsbeekpark en de deelgebieden Burgemeesterswijk en Transvaalbuurt. De bij het stadsgezicht behorende toelichting is als separate bijlage bij het bestemmingsplan gevoegd (bijlage 2).

Een eerste basis voor deze toelichting is een redengevende beschrijving die was opgenomen in een rapport van het Gelders Genootschap. Dat rapport dateert van januari 1998. In verband met een nieuwe aanvraag die nodig is om het gebied aangewezen te krijgen als beschermd stadsgezicht (zie ook 4.2.1) is in overleg met en in samenwerking met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (hierna RCE) een nieuwe toelichting (versie 28 juni 2013) opgesteld. Deze houdt grotendeels een actualisatie in van de toelichting die in 2005 is opgesteld. De toelichting uit 2005 die als bijlage 2 van de toelichting van het ontwerp-bestemmingsplan ter inzage heeft gelegen is inmiddels door de nieuwe toelichting vervangen.

4.2.1 Procedure

Al in december 1998 heeft de raad besloten dat een groot deel van het gebied Burgemeesterswijk, het hele gebied Transvaalbuurt en de parken Sonsbeek als één van de zeven gebieden in aanmerking kwam om door het Rijk te worden aangewezen als beschermd stadsgezicht. Dat dit tot op heden niet is gevolgd door een concreet verzoek tot aanwijzing kwam door de eerder geschetste problematiek rond de bestemming van de middenberm van de Apeldoornseweg die speelde in 2005. Het behoud van de middenberm was voorwaarde om voor de aanwijzing in aanmerking te kunnen komen.

Er is nu duidelijkheid over deze middenberm. Daarom is besloten om de procedure tot aanwijzing te vervolgen.

De aanwijzing betekent dat dit de gemeenteraad verplicht tot het vaststellen van een beschermend bestemmingsplan. Indien echter voor het gebied al een bestemmingsplan van kracht is danwel al in procedure is gebracht voordat de aanwijzing een feit is dan kan de RCE bepalen dat dit plan ook als beschermend plan kan worden aangemerkt.

Naar aanleiding van het vooroverleg dat met de RCE over het plan is gevoerd (zie hoofdstuk 7 procedure) heeft de RCE al aangegeven het bestemmingsplan Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013 als voldoende beschermend te zien. Eerder heeft de RCE deze uitspraak ook al gedaan ten aanzien van het bestemmingsplan dat al geldt voor het andere deel van het aan te wijzen gebied (voor de parken Sonsbeek Zijpendaal Gulden bodem 2010).

Op 13 november 2013 is door het Rijk het aanwijzingsbesluit genomen om Burgemeesterswijk en Transvaalbuurt te benoemen als Rijksbeschermd Stadsgezicht. Dit besluit is uiteindelijk eerder genomen dan de vaststelling van het bestemmingsplan door de raad. Dit betekent dat voor een korte periode, die ligt tussen dit aanwijzingsbesluit en de vaststelling van het bestemmingsplan er sprake was van een aanhoudingsplicht voor aanvragen voor een omgevingsvergunning.

4.2.2 Gevolgen aanwijzing beschermd stadsgezicht

Nu het gebied door de RCE als beschermd stadsgezicht is aangewezen betekent dit dat in dit gebied zo min mogelijk aantastingen plaats mogen vinden. Behoud van het aanwezige historische karakter is uitgangspunt. De cultuurhistorische waarde mag niet vernietigd of anderszins onherkenbaar gemaakt worden. Waardevolle objecten en complexen binnen deze gebieden dienen beschermd en duurzaam beheerd te worden.

Daarnaast bevinden zich in het te beschermen gebied (historische) objecten en complexen, die geen kwalificatie hebben gekregen. Sloop en vervangende nieuwbouw zijn bij deze laatste categorie mogelijk, maar hieraan zullen in het kader van de bescherming duidelijk omschreven voorwaarden verbonden worden.

4.2.3 Beschrijving en vertaling in het bestemmingsplan

Hieronder wordt in hoofdlijnen een beschrijving van de als beschermd stadsgezicht aangewezen gronden gegeven en de bedoelingen hiervan voor het bestemmingsplan. Uitgangspunt daarbij is de toelichting, die is opgesteld bij het besluit tot aanwijzing van het beschermd stadsgezicht Sonsbeekpark e.o., en de redengevende beschrijving beschermd stadsgezicht Sonsbeek, Zijpendaal, de Gulden Bodem, Burgemeesterswijk en Transvaalbuurt.

De beschrijving is neergelegd in een ruimtelijke typering (zie onder 4.2.3.1) en aangegeven in de cultuurhistorische waarden (zie onder 4.2.3.2) die aan de gronden zijn toegekend.

De bedoeling is dat de typering en de waarden op een wijze worden gehandhaafd en versterkt zoals in de instructies (zie onder 4.2.3.3) zijn beschreven. De bedoeling is als volgt naar het bestemmingsplan toe vertaald:

- opname van de bestemming "waarde-cultuurhistorie". 

Zoals in paragraaf 1.3 al is aangegeven is ter bescherming van de cultuurhistorische waarden een aparte bestemming "waarde-cultuurhistorie" opgenomen. Dit betekent dat op de plankaart door de "grens beschermd stadsgezicht" begrensde gronden, naast de daaraan in de regels (artikel 21) en op de plankaart gegeven bestemmingen, mede zijn bestemd voor de instandhouding van de ter plaatse aanwezige cultuurhistorische waarden.

- opname van een cultuurhistorische waardenkaart. 

Daarnaast zijn de te beschermen waarden op een cultuurhistorische waardenkaart aangegeven. Bouwplannen gelegen in het beschermd stadsgezicht worden naast de plankaart ook aan deze cultuurhistorische waardenkaart getoetst. De cultuurhistorische waardenkaart is als bijlage 2 bij de regels van het bestemmingsplan gevoegd.

- opname van een bestemming tuin met toegevoegd (voor specifieke gevallen) een tijdelijk parkeergebruik waaraan een uitsterfregeling is verbonden.

Waar sprake is van een strijdig parkeergebruik in de voortuinen is in de regels toegevoegd dat dit parkeergebruik tijdelijk is toegestaan. Dit tijdelijk gebruik is voorts verbonden aan een uitsterfregeling. Via dit middel worden enerzijds bestaande rechten gerespecteerd, anderzijds kan hierdoor op termijn het strijdig parkeergebruik in de voortuin beëindigd worden.

4.2.3.1 Ruimtelijke typering

Het beschermd stadsgezicht van het gebied Burgemeesterwijk/ Transvaalbuurt is opgebouwd uit verschillende historische elementen. Deze elementen hebben betrekking op de structuur van het ruimtelijke beeld en op de verschijningsvormen ruimtelijk structureel en ruimtelijk visueel.

Tot de ruimtelijk structurele elementen van het stadsgezicht horen:

  • het natuurlijk bodemreliëf;
  • de ruimtelijke hoofdstructuur van het gebied;
  • het verkavelingpatroon en grote groene binnengebieden;
  • het gebruik van de bouwblokken;
  • de schaal van de bouwblokken;
  • de visuele en functionele relatie van het gebied met de directe omgeving en afronding naar buiten toe.

Tot de ruimtelijk visuele elementen van het stadsgezicht behoren:

  • het karakter van de bebouwing bepaald door het type (functionele aanduiding), de breedte en de diepte, de opbouw van de verdiepingen en de bekapping, gevelindeling en materiaalgebruik;
  • de aard en de indeling van de openbare ruimte;
  • overgang openbaar/ privé door middel van karakteristieke erfafscheidingen;
  • de aard en de indeling van de prive-openbare ruimte, waaronder de binnenterreinen;
  • het groen van de voortuinen alsmede de beplanting, de hekken, de aard en de inrichting van het aangrenzende landschap;
  • de monumentale en waardevolle bomen in het gebied.
4.2.3.2 Cultuurhistorische waarden

Tot de cultuurhistorische waarden die voor bescherming op basis van het beschermd stadsgezicht in aanmerking komen behoort in de eerste plaats:

a) Het totale karakter van het gebied.

Daarbij gaat het om de bescherming van een groot aaneengesloten, reliëfrijk, park- en bosachtig gebied met daaromheen woonwijken met villa's en herenhuizen. Verder is de samenhang tussen het parkgebied en omringende bebouwing beschermenswaardig. Deze samenhang ontstaat vooral dankzij de zichtrelaties die bestaan tussen park en bebouwing, de profielen van de wegen die het parkgebied direct omringen en een aantal plaatsen waar de straten in de omringende wijken zich wijd naar het park openen.

Daarnaast komen de volgende cultuurhistorische waarden in aanmerking om beschermd te worden.

Voor een nadere typering van deze waarden wordt verwezen naar de toelichting bij het besluit tot aanwijzing van het beschermd stadsgezicht Sonsbeekpark e.o.

b) Apeldoornseweg, Sonsbeekweg en Zijpendaalseweg.

Voor de cultuurhistorische waarde zijn met betrekking tot deze wegen de hoofdkenmerken van de profielen in aanmerking genomen, inclusief soort en wijze van beplanting. De aan deze wegen grenzende voortuinen dienen zoveel mogelijk overeenkomstig het oorspronkelijke concept door ijzeren hekwerken van deze wegen gescheiden te blijven, evenals in de rest van de wijk. Meer in het bijzonder is het voor de Apeldoornseweg vooral van belang dat de middenberm mét een dubbele rij bomen gehandhaafd blijft. Vanaf de Sonsbeekweg moet het vrije zicht over de Grote Weide van het Sonsbeekpark in stand worden gehouden.

De Zijpendaalseweg dient haar gevarieerde karakter te behouden. Verder is het van belang dat de bestaande bebouwingskarakteristiek in stand blijft.

c) Burgemeesterswijk.

Van grote cultuurhistorische waarde in deze wijk zijn:

  • de stedenbouwkundige opzet met afgeronde bouwblokken, min of meer driehoekige (groene) pleinen en enkele wijde straatopeningen naar de Zijpendaalseweg en het Sonsbeekpark;

afbeelding "i_NL.IMRO.0202.766-0302_0012.jpg"

Afbeelding 12. Voorbeeld van een driehoekig plein: Burgemeestersplein

  • het type bebouwing: dicht op- en aaneengebouwde herenhuizen van twee tot drie bouwlagen in het zuidelijke deel en vrijstaande villa's op ruimere kavels in het noordelijke deel;
  • in het zuidelijke deel: de wijze van erfafscheiding naar de straat en de voortuinen van de belendende percelen (ijzeren hekwerken);

afbeelding "i_NL.IMRO.0202.766-0302_0013.jpg"

Afbeelding 13. Voorbeeld van de gietijzeren erfafscheidingen in de Burgemeesterswijk

  • in het zuidelijke deel: het groene en open karakter van de voortuinen;
  • de groene gebieden in het midden van de bouwblokken.

d) Transvaalbuurt.

Van grote cultuurhistorische waarde in deze wijk zijn:

  • het stratenpatroon;
  • de St. Jansbeek met bruggen en beplanting, mede als een (visuele) verbinding met het Sonsbeekpark;

afbeelding "i_NL.IMRO.0202.766-0302_0014.jpg"

Afbeelding 14. Uitzicht vanaf De la Reijstraat over de Sint Jansbeek richting Park Sonsbeek

  • het type bebouwing: voornamelijk dicht op- en aaneengebouwde herenhuizen van twee tot drie bouwlagen;
  • de wijze van erfafscheiding naar de straat en de voortuinen van de belendende percelen (ijzeren hekwerken);
  • het groene en open karakter van de voortuinen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0202.766-0302_0015.jpg"

Afbeelding 15. Voorbeeld van de gietijzeren erfafscheidingen in de Transvaalbuurt

4.2.3.3 Instructies

Met als uitgangspunt bovengenoemde ruimtelijke typering, de beschreven cultuurhistorische waarden is het beleid gericht op het handhaven en versterken van de cultuurhistorische waarden, de ruimtelijk waardevolle bebouwingspatronen en op het behoud van karakteristieke bebouwing.

Daartoe gelden de volgende instructies waar in artikel 21.2 van de regels naar wordt verwezen:

  • bouwinitiatieven en aanleg van werken in het openbaar gebied moeten passen in en bijdragen aan de karakteristieken van het beschermd stadsgezicht zoals beschreven in de toelichting en de redengevende beschrijving beschermd stadsgezicht Sonsbeek, Zijpendaal, de Gulden Bodem, Burgemeesterswijk en Transvaalbuurt;
  • bij bouwinitiatieven is handhaving van de bestaande bouw- en kapvorm uitgangspunt;
  • behalve met dit bestemmingsplan zal ook door middel van het welstandstoezicht een goede beeldkwaliteit worden nagestreefd. Waar het betreft de bebouwing en het bebouwingsbeeld worden extra eisen gesteld aan de situering, vormgeving, materiaal gebruik en kleurstelling.
  • voor zover bij de toetsing aan dit bestemmingsplan met deze eisen geen rekening gehouden kan worden, zal door welstandsbeoordeling gestreefd worden naar de naleving van deze eisen. Dit geldt ook voor het aanbrengen of weghalen van karakteristiek hekwerk en voor het aanbrengen van uithangborden, reclame-uitingen, gevelborden en rolluiken (omvang en uitstraling);
  • bij de beoordeling van bouwplannen zal in acht worden genomen dat geen evenredige afbreuk wordt gedaan aan de bij ruimtelijke typering genoemde ruimtelijk structurele- en ruimtelijk visuele elementen. Deze laatste instructie geldt alleen voor bouwplannen ten aanzien waarvan burgemeesters en wethouders nadere eisen kunnen stellen en voor bouwplannen die slechts kunnen worden toegestaan nadat door burgemeesters en wethouders een omgevingsvergunning is verleend.