direct naar inhoud van 6.4 Vergelijking vigerende bestemmingsplannen
Plan: Bestemmingsplan Arnhem Zuid-Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.748-0301

6.4 Vergelijking vigerende bestemmingsplannen

In 2008 is een landelijke standaard voor bestemmingsplannen ingevoerd. De vigerende bestemmingsplan die worden herzien met dit bestemmingsplan zijn voor 2008 opgesteld en in werking getreden. Hierdoor kan het voorkomen dat noodzakelijkerwijs aanpassingen of wijzigingen zijn gedaan ten opzichte van de huidige plannen. Deze wijzigingen hebben niet zozeer betrekking op de juridische (gebruiks- en bouw)mogelijkheden maar meer op de naamgeving en verbeelding van de bestemmingen. Naast de wijzigingen vanuit de standaardisering is in de loop der jaren ook de methodiek van bestemmen binnen de gemeente Arnhem op kleine onderdelen gewijzigd. Dit geldt o.a. voor de woonstraten en verblijfsgebieden. Standaard was om deze woonstraten/verblijfsgebieden samen met de voortuinen en kleine groenstroken te bestemmen als 'woondoeleinden-onbebouwd'. In de huidige systematiek is hier een onderscheid in gemaakt en zijn de voortuinen bestemd als 'wonen' en heeft het openbaar gebied (woonstraten, groenstookjes en verblijfsgebieden) een bestemming 'Verkeer-verblijfsgebied'.

Hieronder volgt een opsomming van de overige wijzigingen die zijn doorgevoerd in dit bestemmingsplan ten opzichte van de vigerende bestemmingsplannen:

  • Na de in werking treding van de vigerende bestemmingsplannen zijn verschillende ontwikkelingen met een vrijstelling van deze bestemmingsplannen (ex artikel 19.2 Wro) mogelijk gemaakt. Deze ontwikkelingen zijn hiermee planologische mogelijk en daarom vertaald in dit bestemmingsplan. Het gaat dan o.a. om het knuppelpad tussen de stadsboerderij en de Erasmussingel, uitbreiding van de sportschool Rijkerswoerd, de bouw van een woning aan de Peppelenwei 2a, de bouw van een antennemast bij een bedrijf aan De Overmaat, de realisatie van een MFC tussen de Mooieweg en de Emily Brontesingel en het realiseren van appartementen in de voormalige boerderij Mooieweg 220.
  • Voor bedrijventerrein Rijkerswoerd was per kadastraal perceel een afzonderlijk bouwvlak opgenomen. Dit geeft weinig flexibiliteit. Om deze flexibiliteit te vergroten is, net als bij bedrijventerrein De Overmaat, gekozen voor grotere bouwvlakken.
  • De bedrijvenlijst voor de bedrijventerrein De Overmaat en Rijkerswoerd is iets gewijzigd. Bepaalde functies die niet wenselijk zijn op een bedrijventerrein maar toch waren toegestaan zijn geschrapt. Voor de autosloperijen, kappers en tankstations geldt dat deze ook in de bedrijvenlijst waren opgenomen. Om verschillende redenen was dit niet gewenst. De aanwezige bedrijven zijn middels een aanduiding positief bestemd.
    In De Overmaat was een kantoor en autorijschool gevestigd tijdens de procedure van het vigerende bestemmingsplan. Hiermee zijn deze bedrijven onder het overgangsrecht geplaatst. In dit bestemmingsplan zijn deze bedrijven ook middels een aanduiding positief bestemd.
  • Op de hoek van de Marga Klompelaan en het bedrijventerrein Rijkerswoerd zijn het CBR en de Poli-Zuid gevestigd. Deze bedrijven hebben behoefte aan meer parkeerruimte. Om tegemoet te komen aan deze wens maakt het bestemmingsplan aan de achterzijde van deze gebouwen een parkeerdek mogelijk.
    De bestaande hoogte van de panden van het CBR en de Poli-Zuid is 19,50 respectievelijk 17,50 meter. In het vigerende bestemmingsplan Rijkerswoerd is een maximumbouwhoogte opgenomen van 9 meter. Er is dus een groot verschil tussen de feitelijke hoogte van deze panden en de toegestane hoogte volgens het bestemmingsplan. Voordat het bestemmingsplan 'Rijkerswoerd' vigerend was, gold voor het bedrijventerrein hetbestemmingsplan 'Rijkerswoerd II'. Dit bestemmingsplan maakte een bouwhoogte van 20 meter voor deze panden mogelijk. Er is gekozen om deze 'oudere' maximumbouwhoogte van 20 meter in het nieuwe bestemmingsplan over te nemen.
  • De bebouwingsmogelijkheden aan meerdere woningen in Rijkerswoerd zijn iets aangepast. Deze wijziging betreft voornamelijk het beperken van de bouwmogelijkheden aan de voorzijde om de stedenbouwkundige uitstraling van bepaalde straten te behouden. Deze beperking is gecompenseerd door aan de achterzijde meer bebouwing toe te staan.
  • De tuinen van de woningen aan de Mooieweg hadden in de vigerende bestemmingsplannen een woonbestemming (onbebouwbaar). Gezien de landschappelijke uitstraling van de Mooieweg is gekozen om de voortuinen in het nieuwe bestemmingsplan als tuin te bestemmen.
  • Het natuureducatiecentrum aan de Huissensedijk viel in het vigerende bestemmingsplan 'De Maten' in de bestemming 'groen met landschappelijke waarden'. Er is nu gekozen om deze functie een specifieke recreatieve bestemming te geven.
  • Een bestaande woning gelegen in de tweede lijn achter de Mooieweg (huisnummer:136) was in het vigerende bestemmingsplan 'Rijkerswoerd' niet bestemd. Deze woning is echter al jaren als woning in gebruik en is daarom ook positief bestemd.
  • Binnen de gemeente Arnhem is nieuw beleid op het gebied van archeologie vastgesteld. Het beleid houdt o.a. in dat voor het gehele grondgebied in kaart is gebracht wat de archeologische verwachting is. De gebieden waar de kans op archeologische vondsten hoog is, zijn op de plankaart aangegeven. Voor deze gebieden is voor grote bodemingrepen een omgevingsvergunning voor werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden noodzakelijk. Dit was niet geregeld in de vigerende bestemmingsplannen.
  • In dit bestemmingsplannen hebben alle watergangen met een functie voor de waterhuishouding van de wijk (A-watergangen) een bestemming 'water'. In de vigerende bestemmingsplannen waren deze watergangen nog bestemd als 'Groen'.
  • In de wijk Vredenburg waren veel kleinere groenstroken bestemd als 'woondoeleinden - onbebouwbaar'. In dit bestemmingsplan is, te bescherming, gekozen voor een groenbestemming.