direct naar inhoud van 3.10 Sport- en recreatiebeleid
Plan: Bestemmingsplan Arnhem Zuid-Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.748-0301

3.10 Sport- en recreatiebeleid

In 2005 is de Sportnota Sport over de breedte vastgesteld. Het sportbeleid concentreert zich rond vijf thema's:

  • 1. Samenhang tussen bewegingsonderwijs, sportbuurwerk en sportverenigingen met het doel meer mensen in beweging te krijgen;
  • 2. Verbeteren van de kwaliteit van sportverenigingen, uitgaande van de cruciale rol van sterke sportverenigingen voor het sportaanbod in Arnhem;
  • 3. Voldoende en kwalitatief goede sportaccommodaties: bestaande accomodaties aanpassen aan de huidige kwaliteitsnormen, goede spreiding van voorzieningen over de stad en nieuwe voorzieningen waar dat wenselijk is;
  • 4. Topsport in de stad als het evenementen betreft;
  • 5. Dienstverlening in de sport: ondersteuning van verenigingen, informatie en advies en belangenbehartiging.

In het plangebied ligt het sportpark Rijkerswoerd. Het sportpark bevat een sporthal en diverse sportvelden welke gebruikt worden voor handbal en voetbal. Op het sportpark zijn lichtmasten aanwezig. Eventuele nieuwe lichtmasten moeten voldoen aan de eisen die het gemeentelijke beleid op dit gebied, te vinden in de Beleidsregels lichtmasten bij sportvelden, vastgesteld door de gemeenteraad op 20 augustus 2002.

3.10.1 Nota Ruimte voor de Jeugd (Spelennota)

Het belangrijkste startpunt voor deze nota is dat de gemeente Arnhem het belang van het

spel en speelruimte onderstreept. Spelen is voor kinderen van groot belang voor hun lichamelijke en geestelijke ontwikkeling. Wanneer we kinderen de mogelijkheden tot spelen onthouden, doen we ze ernstig te kort. De gemeente beschouwt daarbij de gehele openbare woonomgeving als terrein van speelruimtebeleid. Kinderen spelen overal, niet alleen op formele speelterreinen, maar ook op informele speelplekken als trottoirs, pleinen, tuinen, enz. Binnen stedenbouwkundige plannen en bestemmingsplannen zal rekening gehouden worden met ruimte voor 0 – 25 jarigen. Daarnaast wordt het natuurlijk spelen zoveel mogelijk bevorderd.

In deze nota zijn beleidsuitgangspunten en actiepunten geformuleerd, die het kader scheppen om speelruimtebeleid verder vorm te geven. De beleidsuitgangspunten en actiepunten zijn hieronder per hoofdstuk van de nota aangegeven. Eén van de actiepunten behelst het opstellen van een uitvoeringsplan spelen per wijk. In een uitvoeringsplan wordt in kaart gebracht welke speelplekken er precies zijn, hoe deze gebruikt worden, welke (extra) behoeftes er zijn op het gebied van spelen en vervolgens zal in kaart gebracht worden welke investeringen in de betreffende wijk nodig zijn om de geformuleerde ambities in deze nota te realiseren.

Beleidsuitgangspunten Visie op spelen

  • De gemeente Arnhem onderkent het recht en het belang van speelruimte voor 0 tot 25 jarigen;
  • De gemeente Arnhem wil voldoende veilige formele en informele speel- en ontmoetingsruimte aanbieden aan kinderen, jeugdigen, jongeren en jong volwassenen. Hierbij staan kwaliteit en tevredenheid van bewoners centraal;
  • De gemeente streeft er naar, volgens de richtlijnen van de NUSO, per hectare netto woongebied 300m2 (= 3%) te reserveren voor speelruimte (formeel en informeel);
  • Informele en formele speelruimte moeten voldoen aan de normen van het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen (WAS);
  • Informele en formele speelruimte voldoen aan de landelijke richtlijnen tenzij met minder ruimte voldoende kwaliteit en tevredenheid van bewoners te realiseren is. Bij reeds lopende projecten worden de gemaakte afspraken over speelruimte gerespecteerd

Beleidsuitgangspunten Doelgroepen en ruimtebehoeften

  • Bij (her)inrichting van de woonomgeving en speelvoorzieningen wordt rekening gehouden met de behoefte, het gebruik, het ruimtebeslag van de verschillende doelgroepen en de bereikbaarheid van speelruimte in de omgeving;
  • Voor de drie doelgroepen (0 t/m 6 jaar, 7 t/m 12 jaar en 13 jaar en ouder) worden loopafstanden tot aan de speel- en ontmoetingsplekken aangehouden;
  • Bij het ontwerpen en realiseren van speelplekken wordt rekening gehouden met medegebruik van de doelgroep met een beperking;
  • Binnen de looptijd van dit beleidskader wordt minimaal één aangepaste speelvoorziening per wijk gerealiseerd voor kinderen met een beperking

Beleidsuitgangspunten Samen werken aan Spelen

  • Openbaar toegankelijke schoolterreinen van basisscholen zullen, met instemming van schoolbesturen en oudercommissies, bij voorkeur worden betrokken in het speelplan voor de wijk;
  • Bij de (her-)ontwikkeling van nieuwe (brede) scholen is het uitgangspunt (dat het wenselijk is) dat het schoolplein openbaar toegankelijk wordt en dat hier vanuit de gemeente in geïnvesteerd wordt;
  • Stedenbouwkundige plannen worden m.b.t. speelruimte getoetst aan de nota ruimte voor de jeugd (spelennota);
  • In bestemmingsplannen voldoende vrijheid creëren om op nieuwe ontwikkelingen en behoeften in te spelen zonder dat hiervoor bestemmingsplannen moeten worden herzien;
  • Omliggende groenstroken van sportvelden die kunnen voorzien in de behoefte aan (in)formele speelruimte worden in overleg met de vereniging bespeelbaar gemaakt;
  • Daarnaast wordt bekeken of de sportvelden zelf mede gebruikt kunnen worden door kinderen en jongeren uit de omgeving;
  • Naast het aanleggen van kleine(re) speelplekken in de speelcirkels grotere plekken aanleggen die centraal in de wijk liggen en die aantrekkelijk genoeg zijn om kinderen, jeugdigen en jongeren uit de hele wijk te trekken;
  • Bouwspeelplaatsen, Cruyf Courts, Krajicekvelden, verharde en onverharde (trap)velden worden in het openbare speelvoorzieningenniveau bij de speelplannen per wijk betrokken;
  • Bij iedere formele speelplek worden een bankje en een prullenbak geplaatst;
  • Er worden afspraken gemaakt met toezichthouders en handhavers van de gemeente Arnhem over hun mogelijke rollen en verantwoordelijkheden in toezicht op speelplekken;
  • Voor de rol- en taakverdeling binnen de gemeentelijke organisatie wordt een schema opgesteld. Bij dit schema wordt een stappenplan ontwikkeld met daarin verwoord wie voor welke stap verantwoordelijk is en wie betrokken zijn;
  • Met de gemeentelijke partners worden jaarlijks in de opdrachtformuleringen afspraken gemaakt over de betrokkenheid bij het ontwikkelen van speel- en ontmoetingsplekken en m.b.t. toezicht op speel- en ontmoetingsplekken;

Beleidsuitgangspunten Speelruimte in Arnhem

  • Bij de aanleg van speel- en ontmoetingsplekken in bestaande wijken wordt bewonersparticipatie en jeugdparticipatie ingezet

Actiepunten Speelruimte in Arnhem

  • Indien het behoefteonderzoek in Kronenburg/Vredenburg m.b.t. spelen positieve bevindingen oplevert, wordt onderzocht of voor alle speelplannen per wijk een dergelijk onderzoek opgezet kan worden;
  • Het ontwerp voor park Paasberg dient als pilot voor het ontwerpen en inrichten van (grote) centrale (natuurlijke) speelplekken;
  • Een inventarisatie over het daadwerkelijke aantal speeltoestellen, de leeftijd, vervangingstermijn en datum vindt plaats als nul-meting;
  • Logboeken worden opgesteld en bijgehouden waarin onder andere de datum van plaatsing, de leeftijd, de staat van onderhoud en veiligheid, vervangingsduur en vervangingsdatum van de speeltoestellen zijn opgenomen;
  • Bekijken hoe groenstroken beplant en gemaaid moeten worden, zodat zij interessant zijn voor kinderen

Actiepunten Uitvoering en routes

  • Voor iedere wijk wordt een uitvoeringsplan spelen opgesteld,waarbij o.a. in kaart wordt gebracht:

- het daadwerkelijke gebruik van speelplekken;

- de huidige staat van de speelplekken en speeltoestellen;

- de behoeften die leven m.b.t. speelruimte;

- de bevolkingsprognose;

- het huidige en gewenste groenbeheer;

- de daadwerkelijk beschikbare budgetten en de eventuele tekorten.

  • Bij de programmering in een uitvoeringsplan spelen wordt bekeken of een eventuele bijplaatsing, verwijdering of omvorming van speelplekken van toepassing is.
  • Jaarlijks opstellen en actualiseren van het beheerplan spelen

Routes

De hoofddoelstelling van deze nota is het mogelijk maken te komen tot een evenwichtige verdeling van veilige bespeelbare ruimte in spreiding en kwaliteit voor de verschillende doelgroepen. Deze doelstelling is ambitieus en dit betekent dat er tijd nodig zal zijn om 'de stip aan de horizon' te bereiken. Er zal via 2 lijnen gewerkt worden om deze doelstelling te bereiken. Bij deze lijnen is uitgegaan van het huidige financiële kader. Dit houdt in dat er voldoende budget beschikbaar is om een begin te kunnen maken met het bereiken van de geformuleerde ambities. Daarnaast zal worden meegelift op bestaande stedelijke projecten en programma's en zal worden geprobeerd subsidies binnen te halen om de geformuleerde ambities te verwezenlijken. Bij het opstellen van de uitvoeringsplannen spelen zal blijken wat daadwerkelijk haalbaar is. De 2 te volgen lijnen zijn:

  • 1. Het aanbod van speelplekken dat blijft bestaan na het vaststellen van de uitvoeringsplannen spelen wordt op basisniveau gebracht en gehouden;
  • 2. Investeren in nieuw aanbod na vaststelling van de uitvoeringsplannen spelen.