direct naar inhoud van Artikel 5 Groen - Park
Plan: Bestemmingsplan Parken Sonsbeek, Zijpendaal en Gulden Bodem 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.744-0301

Artikel 5 Groen - Park

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Groen - Park aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud of herstel van de op deze gronden voorkomende dan wel daaraan eigen landschappelijke-, ecologische-, cultuurhistorische- en natuurwaarden.
  • b. park- en groenvoorzieningen, waaronder speelvoorzieningen;
  • c. watergangen, waterpartijen, waterinfiltratievoorzieningen en andere voorzieningen voor de waterhuishouding;
  • d. beneden peil maatschappelijke doeleinden ter plaatse van de aanduiding maatschappelijk (m);
  • e. een hertenkamp ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van groen-1 (sg-1);
  • f. een kiosk ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van groen-2 (sg-2), mits toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 5.3;
  • g. parkeervoorzieningen ter plaatse van de aanduiding parkeren (p) met dien verstande dat het aantal parkeerplaatsen dat is toegestaan bij het Nederlands Watermuseum niet meer mag bedragen dan 23 en mits het karakter van het park niet meer wordt aangetast dan voor het gebruik van de parkeervoorzieningen noodzakelijk is.
5.2 Bouwregels

a. Ter plaatse van de aanduiding maatschappelijk mogen beneden peil en binnen de bouwgrens met inachtneming van een bebouwingspercentage van 40 en tot een diepte van maximaal 10 meter uitsluitend bouwwerken die passen in de in artikel 7.1 genoemde bestemming, worden gebouwd.

b. Ter plaatse van de aanduiding maatschappelijk mogen vanaf peil en binnen de bouwgrens uitsluitend toegangsconstructies ten behoeve van de ondergrondse bouwwerken alsmede licht- en luchtinlaten tot een maximumoppervlakte van 10 m² en een hoogte van maximaal 1 meter worden gebouwd.

c. Voor het overige mag op deze gronden niet worden gebouwd.

5.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 15 lid 1 ten behoeve van het oprichten van een kiosk, als bedoeld in artikel 1 onder 1.39 van de begripsbepalingen, met in achtneming van de volgende regels:

- er mag slechts gebouwd worden ter plaatse van de aanduiding (sg-2);

- het bouwoppervlak mag maximaal 25 m2 bedragen;

- de bouwhoogte mag maximaal 3,5 meter bedragen;

- de bebouwing dient te passen binnen de doeleinden als bedoeld in lid 5.1 van dit artikel en binnen de cultuurhistorische waarden zoals omschreven in artikel 1 onder 1.49 van de begripsbepalingen.

5.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Onder gebruik van de gronden in strijd met de bestemming, wordt in ieder geval begrepen gebruik van gronden:
    • 1. als standplaats voor onderkomens en stacaravans of voor enige andere vorm van kamperen;
    • 2. voor het aanbrengen van afbeeldingen of tekens voor commerciële doeleinden;
    • 3. voor het opstellen, opslaan, lozen c.q. storten, al dan niet ten verkoop, van onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen, producten, voer- of vaartuigen of machines.
  • b. De in dit lid onder a. genoemde gebruiksvormen zijn niet verboden, indien en voor zover deze onlosmakelijk verbonden zijn met werken en werkzaamheden, waarvoor een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden is verleend.

5.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het vellen, rooien en beschadigen van houtgewassen;
  • b. het aanplanten van houtgewassen;
  • c. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse leidingen, constructies, installaties of het apparatuur; andere apparatuur;
  • d. het aanleggen of aanbrengen van beschoeiingen en puinstortingen;
  • e. het graven, dichten, verdiepen of verbreden van greppels, sloten, vijvers, beken en andere watergangen;
  • f. het verlagen van de bodem of het afgraven van gronden waarvoor geen ontgrondingsvergunning is vereist;
  • g. het ophogen van gronden;
  • h. het ophogen van de gronden;
  • i. het verlagen van het waterpeil;
  • j. het aanleggen, verbreden of verharden van voet- en rijwielpaden.
  • k. het aanleggen van parkeervoorzieningen;
  • l. het aanbrengen van recreatie- en speelvoorzieningen;
5.5.1 Uitzonderingen op het vereiste van een omgevingsvergunning

Het in lid 5.5 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van:

  • a. werken of werkzaamheden ter realisering van de bestemming, zoals aangegeven in lid 5.1;
  • b. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn;
  • c. werken of werkzaamheden die van geringe omvang zijn, dan wel het normale onderhoud betreffen.
5.5.2 Toelaatbaarheid van werken en werkzaamheden

Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 5.5 zijn slechts toelaatbaar, indien:

  • a. deze verband houden met de doeleinden, die aan de desbetreffende bestemming zijn toegekend;
  • b. hierdoor dan wel door daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de landschappelijke-, cultuurhistorische- en natuurwaarden en kwaliteiten van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast;