Plan: | Bestemmingsplan Parken Sonsbeek, Zijpendaal en Gulden Bodem 2011 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0202.744-0301 |
De voor Bos aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. het behoud of herstel en ontwikkeling van het bos;
b. het behoud of herstel van de op deze gronden voorkomende, dan wel daaraan eigen natuur- , ecologische- , landschappelijke- en cultuurhistorische waarden;
c. vormen van extensieve recreatie, welke niet in strijd zijn met het behoud of herstel van de bovengenoemde waarden;
d. wandelpaden;
f. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
g. waterpartijen;
h. ontsluitingswegen voor langzaam verkeer;
i. scouting ter plaatse van aanduiding verenigingsleven (vl);
j. horeca-a ter plaatse van de aanduiding horeca=A(H=A).
Op deze gronden mag slechts worden gebouwd ten behoeve van:
- de in lid 1, sub i. bedoelde doeleinden met een maximum bouwhoogte van 3 meter en een maximum vloeroppervlak van 75 m2;
- de in lid 1, sub j. bedoelde doeleinden met een maximum bouwhoogte van 3 meter en een maximum vloeroppervlak van 25 m2.
Onder gebruik van de gronden in strijd met de bestemming wordt in ieder geval begrepen gebruik van gronden:
- als standplaats voor onderkomens en stacaravans of voor enige andere vorm van kamperen;
- voor het aanbrengen van afbeeldingen of tekens voor commerciƫle doeleinden;
- voor het opstellen, opslaan, lozen c.q. storten, al dan niet ten verkoop, van onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen, producten, voer- of vaartuigen of machines.
De hierboven genoemde gebruiksvormen zijn niet verboden, indien en voor zover deze onlosmakelijk verbonden zijn met werken en werkzaamheden, waarvoor een aanlegvergunning is verleend.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
- het vellen, rooien, beschadigen en aanplanten van houtgewassen;
- het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse leidingen, constructies, installaties of apparatuur;
- het aanbrengen van recreatievoorzieningen;
- het ophogen, verlagen, afgraven, egaliseren of ontginnen van de bodem;
- het graven, dichten, verdiepen, dempen, verbreden en afdammen van sloten, greppels, beken of andere waterpartijen;
- het aanbrengen van verhardingen;
- het aanleggen van parkeerplaatsen;
- het aanleggen of aanbrengen van beschoeiingen en puinstortingen.
4.4.1 Uitzonderingen op het vereiste van een omgevingsvergunning
Het in lid 4.4. vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van;
- werken of werkzaamheden die van geringe omvang zijn, danwel het normale onderhoud betreffen
- werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt in uitvoering zijn.
4.4.2. Toelaatbaarheid van werken en werkzaamheden
Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 4.4. zijn slechts toelaatbaar, indien:
- deze verband houden met de doeleinden, die aan de desbetreffende bestemmingen zijn toegekend;
- hierdoor, danwel door daarvan, hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de cultuurhistorische waarden natuurwaarden en landschapswaarden en kwaliteiten van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind;
- daardoor, danwel door daarvan, hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de waterhuishoudkundige functie van deze gebieden niet of slechts in geringe mate zou worden aangetast.