direct naar inhoud van Artikel 7 Groen - Park
Plan: Malburgen - West 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.741-0301

Artikel 7 Groen - Park

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Groen - Park aangewezen gronden zijn, met in achtname van het bepaalde in artikel15 bestemd voor:

  • a. het behoud of herstel van de op deze gronden voorkomende dan wel daaraan eigen landschappelijke-, ecologische- en natuurwaarden.
  • b. park- en groenvoorzieningen, waaronder speelvoorzieningen;
  • c. watergangen, waterpartijen, waterinfiltratievoorzieningen en andere voorzieningen voor de waterhuishouding;
  • d. buurtontsluitingswegen voor (langzaam) verkeer, met dien verstande dat (buurt)ontsluitingswegen uitsluitend zijn toegestaan ter plaatse van waar de “figuur - relatie” is weergegeven en met dien verstande dat de buurtontsluitingswegen uitsluitend mogen worden gerealiseerd binnen een afstand van maximaal 50 m van de “figuur -relatie”
7.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen uitsluitend in de gegeven bestemming passende bouwwerken worden gebouwd.

7.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2:

  • a. voor het realiseren van uitbouwen, zoals balkons, aan de bebouwing in de twee noordelijke bestemmingsvlakken met de bestemming "Wonen" vanaf een hoogte van minimaal 2 meter boven het maaiveld, met dien verstande dat dit uitsluitend geldt voor de noordelijke zijde van deze bouwvlakken en tot een breedte van maximaal 2 meter loodrecht op de desbetreffende gevel;
  • b. voor het bouwen ten behoeve van de aangrenzende bestemming wonen tot een afstand van maximaal 1 meter vanaf de grens met de bestemming wonen met dien verstande dat:
    • 1. dit uitsluitend geldt voor het bouwen ten behoeve van de noordelijk van de gronden met de bestemming “Water”gelegen bestemmingsvlakken met de bestemming “Wonen”;
    • 2. bebouwing aansluitend aan de noordelijke grens van de onder 1. genoemde vlakken niet is toegestaan, met uitzondering van het bepaalde in dit lid onder a.
  • c. In aanvulling op het bepaalde onder b1. van dit lid mag bij toepassing hiervan eveneens het bepaalde onder a. van dit lid worden toegepast, voorzover betrekking hebbend op de bouw van balkons met dien verstande dat dit uitsluitend geldt voor de naar binnen gerichte gevels van de bouwvlakken met de bestemming “Wonen””
7.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Onder gebruik van de gronden in strijd met de bestemming, wordt in ieder geval begrepen gebruik van gronden:
    • 1. als standplaats voor onderkomens en stacaravans of voor enige andere vorm van kamperen;
    • 2. voor het aanbrengen van afbeeldingen of tekens voor commerciële doeleinden;
    • 3. voor het opstellen, opslaan, lozen c.q. storten, al dan niet ten verkoop, van onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen, producten, voer- of vaartuigen of machines.
  • b. De in dit lid onder a. genoemde gebruiksvormen zijn niet verboden, indien en voorzover deze onlosmakelijk verbonden zijn met werken en werkzaamheden, waarvoor een aanlegvergunning is verleend
7.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het vellen, rooien en beschadigen van houtgewassen;
  • b. het aanplanten van houtgewassen;
  • c. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse leidingen, constructies, installaties of andere apparatuur;
  • d. het aanleggen of aanbrengen van beschoeiingen en puinstortingen;
  • e. het graven, dichten, verdiepen of verbreden van greppels, sloten, vijvers, beken en andere watergangen;
  • f. het verlagen van de bodem of het afgraven van gronden waarvoor geen ontgrondingsvergunning is vereist;
  • g. het aanleggen, verbreden of verharden van voet- en rijwielpaden.
  • h. het aanleggen van parkeervoorzieningen;
  • i. het aanbrengen van recreatie- en speelvoorzieningen;

7.5.1 Uitzonderingen omgevingvergunningplicht

Het in lid 7.5 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van:

  • a. werken of werkzaamheden ter realisering van de bestemming, zoals aangegeven in lid 7.1;
  • b. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn;
  • c. werken of werkzaamheden die van geringe omvang zijn, dan wel het normale onderhoud betreffen.
7.5.2 Toelaatbaarheid van werken en werkzaamheden

Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 7.5 zijn slechts toelaatbaar, indien:

  • a. deze verband houden met de doeleinden, die aan de desbetreffende bestemming zijn toegekend;
  • b. hierdoor dan wel door daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de landschappelijke-, cultuurhistorische- en natuurwaarden en kwaliteiten van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast;