direct naar inhoud van Artikel 15 Waarde - Archeologie
Plan: Malburgen - West 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.741-0301

Artikel 15 Waarde - Archeologie

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Archeologie aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming van aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden.

15.2 Bouwregels

Voor zover er sprake is van bouwwerken met een oppervlakte groter dan 500 m2 en met een diepte van meer dan 40 cm,mogen deze uitsluitend worden gebouwd indien bij de aanvraag voor de omgevingsvergunning vooraf een rapport is overgelegd waarin de archeologische waarde van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld dan wel dat de archeologische waarden in voldoende mate zeker zijn gesteld, of uit het rapport blijkt dat er geen archeologische waarden aanwezig zijn;

15.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Het is verboden behoudens het bepaalde in lid 15.3.1 zonder of in afwijking van een schriftelijke
vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) op in lid 15.1 bedoelde gronden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren, over een oppervlakte van 100 m² of meer:

  • a. het uitvoeren van graafwerkzaamheden, het roeren en omwoelen van gronden, dieper dan 30 cm;
  • b. het verlagen van de bodem en afgraven van gronden, dieper dan 30 cm;
  • c. het graven of anderszins aanbrengen van watergangen en waterpartijen, dieper dan 30 cm;
  • d. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op een andere wijze indrijven van objecten in de bodem dieper dan 30 cm;
  • e. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen;
  • f. het ophogen en egaliseren van gronden.
15.3.1 Uitzonderingen omgevingvergunningplicht

Het in in lid 15.3 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden:

  • a. in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen, mits verricht door een ter zake deskundige;
  • c. die op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn.
15.3.2 Toelaatbaarheid werken en werkzaamheden

Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 15.3 zijn slechts toelaatbaar, indien:

  • a. door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer archeologische waarden van de betreffende gronden, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind, en
  • b. door aanvrager van de aanlegvergunning een rapport is overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
  • c. de archeologische waarden in voldoende mate zeker zijn gesteld; of
  • d. er geen archeologische waarden aanwezig zijn;
  • e. terzake van het bovenstaande advies van een deskundige is ingewonnen.