direct naar inhoud van 2.3 Ruimtelijke en functionele structuur
Plan: Bestemmingsplan Coehoorn
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.729-0301

2.3 Ruimtelijke en functionele structuur

Ruimtelijke structuur op stadsdeelniveau

In de stedelijke context is het plangebied Coehoorn gelegen aan de westelijke zijde van de binnenstad, tussen de rijn en de spoorlijnenzone. Tussen binnenstad en plangebied is de verkeersstructuur van de singel en de aanlanding van de busbrug gelegen. Deze verkeerstructuur, de spoorwegzone en de rivier vormen allen zware ruimtelijke barrières op stadsniveau.

Door de ligging op de uitlopers van het Veluwe reliëf bezit het plangebied een dramatisch hoogteverloop. Tussen Utrechtsestraat en rivier bedraagt het hoogteverschil ca. 15 meter.

Rivier- en spoortracé convergeren, waardoor de westelijke zijde van het plangebied vernauwd.

Hierdoor is de aansluiting van het plangebied op de stedelijke structuur in westelijke richting ook beperkt. Door het verschil in schaal zal het plangebied ook geen grote samenhang gaan krijgen met het gebied ten noorden van de Utrechtsestraat (Stationsgebied Arnhem Centraal en een restant 19e eeuwse woonbebouwing).

Centraal door het plangebied loopt de stedelijke verkeersradiaal Onderlangs. De Utrechtsestraat aan de noordzijde is een stedelijke hoofdroute. In combinatie met de steile hoogteverschillen verdelen en fragmenteren zij het plangebied.

Op stedelijk niveau is het plangebied Coehoorn ruimtelijk geïsoleerd gelegen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0202.729-0301_0009.jpg"

Figuur 2.7 Het plangebied Coehoorn vanuit de lucht

Ruimtelijke structuur op plangebiedniveau

Door bovengenoemde landschappelijke en stedelijke elementen is het plangebied Coehoorn te onderscheiden in 4 ruimtelijke deelgebieden:

  • Het bebouwde gebied ten oosten van de Bergstraat
  • Het bebouwde gebied ten westen van de Bergstraat
  • Het westelijke parkachtige gebied tussen Onderlangs en Rijn
  • Het oostelijke verkeersgebied tussen Onderlangs en Rijn

Het bebouwde gebied ten oosten van de Bergstraat wordt gekenmerkt door een bebouwingsstructuur die aan haar stedelijke randen gesloten wanden vormt, en intern een diagonale bebouwingsrichting langs de Bergstraat en Coehoornstraat bezit als gevolg van het steile hoogteverschil. Twee van de drie bouwblokken zijn ruimtelijk niet gesloten (gebouw Vrije Universiteit en 'sloopgat' nieuwe St. Eusebiuskerk), waardoor een rommelig en verlopen beeld ontstaat.

De gestapelde bebouwing is grotendeels naoorlogs. In dit deelgebied zijn bijna geen 19e eeuwse woningen behouden. Het bebouwingsbeeld is divers. De nieuwbouw is gestapeld. De bebouwing aan de randen is het hoogst om in verhouding te staan tot de grote open stedelijke ruimten en schaal. De flatgebouwen aan de Onderlangs zijn door de hoogteverschillen op diverse plaatsen waarneembaar en drukken een stempel op het omgevingsbeeld.

Het parkeren vindt plaats in de straten maar ook in meerdere parkeerkelders onder naoorlogse bebouwingen. Alleen in de Bergstraat en langs Onderlangs is gedeeltelijk sprake van een profiel met straatbomen. Elders gaat het om enkele solitaire bomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0202.729-0301_0010.jpg"

Figuur 2.8 luchtfoto Coehoorn: het gebied ten oosten van de Bergstraat

Het bebouwde gebied ten westen van de Bergstraat heeft door de taps toelopende westelijke zijde een andere bebouwingsstructuur. De dieptemaat is te klein voor een opzet met twee volledige bouwblokken, maar te groot voor één bouwblok. Het uiterste westelijke gebiedseinde bevat alleen bebouwing aan de Utrechtsestraat, de achterzijde bestaat uit boombegroeiing van het steile reliëf.

De enige straat in dit deelgebied, de Vijfzinnenstraat, is globaal evenwijdig aan de hoogtelijnen gelegen en deelt het deelgebied in twee 'bouwblokken' die niet volledig gesloten zijn. De Vijfzinnenstraat heeft een open en informeel karakter, als gevolg van de bebouwingsvariatie en open plekken die aan de achterzijde van de hoofdbebouwingen aan de Utrechtsestraat en Onderlangs gesitueerd zijn. De straat heeft een intiem karakter, maar ook de sfeer van een logistieke achterontsluiting.

De bebouwing bevat hier veel meer 19e eeuwse bebouwing (herenhuizen), naast wederopbouw en naoorlogse bebouwing.

Het parkeren vindt plaats op straat en eigen terrein, waarbij de grootschalige open parkeervoorziening achter de bebouwing aan Onderlangs een beeldverstorend karakter heeft. Behoudens langs Onderlangs is er geen sprake van straatbomen. Solitaire bomen staan in particuliere achterterreinen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0202.729-0301_0011.jpg"

Figuur 2.9 luchtfoto Coehoorn: het gebied ten westen van de Bergstraat

Het westelijke parkachtige gebied tussen Onderlangs en Rijn heeft als onderdeel van de rivieroever historisch nooit bebouwing van betekenis gekend. De zone langs dit smalste stukje land tussen rivier en Veluwereliëf heeft altijd een landschappelijk en parkachtig karakter gehad. De huidige inrichting als parkplantsoen wordt echter aangetast door voorzieningen voor inmiddels gelegaliseerde woonboten, en de uiteensplitsing van de verkeersbanen van Onderlangs.

Ter camouflage van de brugafrit ('krul') en haar talud is met grondwerk een heuvel als uitzichtpunt aangelegd. Door deze versnipperende elementen is niet sprake van een parkbeleving, maar van reeks parallelle groenstroken met bomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0202.729-0301_0012.jpg"

Figuur 2.10 luchtfoto Coehoorn: westelijke parkachtige gebied tussen Onderlangs en Rijn

Het oostelijke verkeersgebied tussen Onderlangs en Rijn bestaat uit de aanlanding van de Mandelabrug met een krulvormige afrit voor het autoverkeer en een doorgaande afrit voor bus- en fietsverkeer. Op het maaiveld worden de ingaande en uitgaande wegen in een ruim opgezette lay-out aangesloten.

De restgebieden tussen de wegen zijn door de aanleg van het omgevingskunstwerk 'De Blauwe Golven' enigszins tot een geheel gebracht, maar kunnen de functieloosheid niet verhullen. Het is een doorgangsgebied met een zeer matige verblijfskwaliteit en zowel fysiek als mentaal een barrière in het stedelijke weefsel van de binnenstad.

afbeelding "i_NL.IMRO.0202.729-0301_0013.jpg"

Figuur 2.11: luchtfoto Coehoorn: oostelijke verkeersgebied tussen Onderlangs en Rijn

Functionele structuur op stadsdeelniveau

Het plangebied Coehoorn heeft op stedelijk niveau geen bijzondere functionele betekenis. In het Structuurplan Arnhem 2010 wordt het gebied aangeduid als te transformeren tot centrummilieu. Met de ontwikkeling van Rijnboog wordt daaraan in de toekomst mogelijk een impuls gegeven. Op dit moment is er weliswaar sprake van een gemengd milieu, maar enkel in de directe omgeving van het stationsgebied bevinden zich enkele stedelijke functies.

Op stadsniveau beschouwd is er geen sprake van een specifiek functioneel thema in Coehoorn.

Functionele structuur op plangebiedniveau

Binnen het plangebied is sprake van een menging van wonen en overige functies en voorzieningen. In de stedelijke randen van het plangebied (Stationstraat, Utrechtsestraat, Nieuwe Plein en Oude Kraan) bevinden zich kantoren, commerciële dienstverlening en Hotel Haarhuis. Binnen in het gebied verspreid bevinden zich een basisschool, kinderdagverblijf, kappersopleiding, Introdans en een beeldentuin.