direct naar inhoud van Bijlage 2 Parkeernorm
Plan: Bestemmingsplan Coehoorn
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.729-0301

Bijlage 2 Parkeernorm

In een aantal bestemmingen is een verwijzing naar de parkeernormen opgenomen. Bij nieuw- of verbouw moet aan deze parkeernormen worden getoetst. Voor de verschillende bestemmingen is een parkeernorm weergegeven. De parkeerplaatsen moeten in eerste instantie op eigen terrein worden opgelost.

Van het voor de bestemming noodzakelijke aantal parkeerplaatsen moet het aandeel ten behoeve van de bezoekers bestaan uit openbare parkeerplaatsen of parkeerplaatsen die voor bezoekers bereikbaar zijn. Parkeernormen mogen hier met bezoekersaandeel worden verlaagd.

Functie   Norm   Aandeel bezoekers  
Wonen (artikel 4, 6 en 12)      
Rijwoning   1,5/woning   0,3/woning  
Half vrijstaande, vrijstaande woning (vrije sector)   1,7/woning   0,3/woning  
Appartement   1,5/appartement   0,3/appartement  
     
Detailhandel (artikel 4 en )      
Winkel binnenstad   2,25/100 m² b.v.o.   95%  
Winkel Presikhaaf en Kronenburg   3,5/100 m² b.v.o.   95%  
Winkel wijk, buurt, dorp   3,0/100 m² b.v.o.   95%  
Grootschalige, stedelijke detailhandel (doe-het zelf-bouwmarkt, tuincentrum)   2,5/100 m² b.v.o.   95%  
Bovenregionale detailhandel (IKEA, outletcentrum)   6,5/100 m² b.v.o.   95%  
     
Horeca (artikel 4)      
Hotel   1,2/kamer   95%  
Restaurant   13,0/100 m² b.v.o.   95%  
Café, bar, discotheek, cafetaria   6,0/100 m² b.v.o.   95%  
     
Kantoren en bedrijven
(artikel 4, 5 en 6)  
   
Voor kantoren en bedrijven worden 4 vestigingsmilieus onderscheiden. In alle vestigingsmilieus mogen op eigen terrein onbeperkt parkeerplaatsen worden gerealiseerd mits in een gebouwde parkeervoorziening.  
  minimaal   waarvan
maximaal op maaiveld  
 
Centrummilieu (binnenstad, Rijnboog)   1/250 m² b.v.o.   1/1000 m² b.v.o.   10%  
Subcentrummilieu (Steenstraat, Velperweg, BPA, 1e deel Westervoortsedijk, station Schuytgraaf, Presikhaaf en Kronenburg)   1/125 m² b.v.o.   1/250 m² b.v.o.   10%  
Gemengd milieu (woonwijken)   1/100 m² b.v.o.   1/200 m² b.v.o.   10%  
Specifiek werkmilieu (werkgebieden)   1/125 m² b.v.o.   1/125 m² b.v.o.   10%  
     
Maatschappelijk (artikel 4, 5, 6 en 8)      
Medisch      
Arts, maatschap, kruisgebouw, therapeut   2,0/behandelkamer
(min. 3 parkeerplaatsen)  
 
Ziekenhuis   1,6/bed    
Onderwijs      
Peuterspeelzaal, dagverblijf, crèche   1,0/100 m² b.v.o.   excl. halen/brengen  
Basisonderwijs   1,0/leslokaal   excl. halen/brengen  
Voortgezet onderwijs Vbo, HAVO, VWO)   1,0/leslokaal    
Avondonderwijs   1,0/student    
Beroepsonderwijs (MBO, ROC, WO, HBO)   6,0/lokaal + 20/collegezaal    
Gymnastieklokaal   10,0/eenheid    
Verpleeg-, verzorgingstehuis   0,6/wooneenheid   60%  
Religie      
Kerk, moskee, religiegebouw   0,15/zitplaats   95%  
Begraafplaats, crematorium   30,0/eenheid (gelijktijdige begrafenis, crematie)   95%  

Opmerkingen bij de tabel:

  • 1. Van het voor de bestemming noodzakelijke aantal parkeerplaatsen moet het aandeel ten behoeve van de bezoekers bestaan uit openbare parkeerplaatsen of parkeerplaatsen die voor bezoekers bereikbaar zijn. Deze regel geldt niet voor de binnenstad (gebied tussen de Rijn, de buitensingels, Willemsplein, Nieuwe Plein). Hier kunnen bezoekers gebruik maken van de betaald parkeerplaatsen. Parkeernormen mogen hier met bezoekersaandeel worden verlaagd.
  • 2. Voor woningen boven winkels in het kernwinkelgebied behoeven geen parkeerplaatsen gerealiseerd te worden.
  • 3. Voor het bepalen van het benodigde aantal parkeerplaatsen in nieuwe woonbuurten (>15 woningen) moet voor de berekening worden uitgegaan van de volgende uitgangspunten:
    - oprit zonder garage = 0,8 pp
    - garage met oprit = 1,0 pp
    - garage zonder oprit = 0,40 pp
    - carport = 0,85 pp
    - tuinparkeerplaats = 0,50 pp
    - parkeerplaats in het openbaar gebied = 1,0 pp
  • 4. Wanneer twee of meer functies van dezelfde parkeervoorzieningen gebruik kunnen maken dient rekening te worden gehouden met de aanwezigheidspercentages zoals opgenomen in CROW-publicatie 182: Parkeerkencijfers – basis voor parkeernormering.
  • 5. Voor het aantal parkeerplaatsen voor halen en brengen met de auto bij kinderdagverblijf en basisscholen geldt de volgende rekenregel:

    Groep 1 t/m 3: Aantal leerlingen x % leerlingen met auto x 0,5 x 0,75.
    +
    Groep 4 t/m 8: Aantal leerlingen x % leerlingen met auto x 0,25 x 0,85.
    +
    Kinderdagverblijf: Aantal leerlingen x % leerlingen met auto x 0,25 x 075.
    =

    Totaal aantal parkeerplaatsen voor halen en brengen.Het percentage leerlingen dat met auto wordt gebracht en gehaald ligt tussen de 1% en 60%, dit is onder meer afhankelijk van stedelijkheidsgraad, stedelijke zone en de gemiddelde afstand naar school.

    Gemiddeld ligt het percentage op:
    - groepen 1 t/m 3: 30 – 60%
    - groepen 4 t/m 8: 5 – 40%
    - kinderdagverblijf: 50 – 80%

    Bij gescheiden aanvang -en eindtijd van de groepen 1 t/m 3 en 4 t/m 8 mag het aantal parkeerplaatsen met maximaal 40% worden gereduceerd.

  • 6. Bij de berekeningen wordt uitgegaan van 25% parkeren op eigen terrein. Wanneer het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein 10% meer is, wordt de parkeernorm met 0,05 verhoogd en afgerond. Zo geldt, uitgaande van de norm voor Rijwoning:
    - Parkeernorm 1,5 bij 25% parkeren op eigen terrein;
    - Parkeernorm 1,6 bij 35% parkeren op eigen terrein;
    - Parkeernorm 1,6 bij 45% parkeren op eigen terrein;
    - Parkeernorm 1,7 bij 55% parkeren op eigen terrein;
    - Parkeernorm 1,7 bij 65% parkeren op eigen terrein;
    - Parkeernorm 1,8 bij 75% parkeren op eigen terrein.