De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. groenvoorzieningen;
b. watergangen, waterpartijen, waterinfiltratievoorzieningen en andere voorzieningen voor de waterhuishouding;
c. fiets- en wandelpaden, straatmeubilair en speelvoorzieningen.
5.2 Bouwregels
a. Op deze gronden mogen uitsluitend in de gegeven bestemming passende bouwwerken worden gebouwd.
b. In afwijking van het bepaalde in dit lid onder a. en met inachtneming van het bepaalde in art. 13.1.2. mag ter plaatse van de functieaanduiding “wonen”, met inachtneming van de regels gesteld bij de bestemming “Wonen” inzake de maximaal toegelaten hoogte, over maximaal 60% van de breedte van de gronden met de aanduiding "(w)" bebouwing ten behoeve van de aangrenzende bestemming “Wonen” worden opgericht.
c. in afwijking van het bepaalde in dit lid onder a. en met inachtneming van het bepaalde in art. 13.1.2. mogen ten behoeve van de aangrenzende bestemmingsvlakken "Wonen", voor zover deze niet met een specifieke bouwaanduiding zijn aangeduid, ondergrondse parkeervoorzieningen worden gerealiseerd.
5.3 Specifieke gebruiksregels
a. In afwijking van het bepaalde in lid 5.1 mag ter plaatse van de functieaanduiding "os" een verkeersontsluiting ten behoeve van de aangrenzende bestemming "Wonen" worden gerealiseerd.
b. In afwijking van het bepaalde in lid 5.1 mogen, voor zover dit noodzakelijk is ter voldoening aan de parkeernorm, ten behoeve van de bestemmingsvlakken "Wonen"met de figuuraanduidingen 1 tot en met 11, direct aangrenzend aan deze bestemmingsvlakken parkeerplaatsen worden gerealiseerd.