Plan: | Hoogstede-Klingelbeek |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0202.723-0302 |
Archeologie
Op de archeologische verwachtingskaart van Arnhem-Noord heeft het plangebied een middelhoge en hoge archeologische verwachtingskans. De middelhoge archeologische verwachtingskans hangt vooral samen met de oudlandschappelijke of paleogeografische ligging. Het plangebied ligt namelijk op de flank van de stuwwal, een zone die door de pre- en protohistorische en middeleeuwse mens als woonlocatie werd uitgekozen. Vanuit de nederzetting konden verschillende landschapstypen worden geëxploiteerd. In de omgeving zijn verschillende vindplaatsen/waarnemingen die op bewoning duiden; ook in het plangebied zijn vindplaatsen bekend.
De hoge archeologische verwachtingskans hangt samen met de aanwezigheid van een beekdal (Slijp-/Klingelbeek), het buurtschap Klingelbeek en oeverwalgronden (zuidelijke deel plangebied, nabij de Rijn). Uit onderzoek van de laatste jaren is gebleken dat beekdalen een hoge archeologische verwachtingskans op bewoning en andere activiteiten hebben. Mogelijkerwijs houden de vindplaatsen in het plangebied samen met nederzettingen die in het beekdal hebben gelegen en zijn er in het plangebied ook dergelijke sporen dan wel off-site sporen aanwezig. Blijkens de kadastrale kaart uit 1832 moet het buurtschap Klingelbeek in de zone langs de Klingelbeekseweg worden gezocht. Hier zijn nederzettingssporen te verwachten die tenminste teruggaan tot de 16e eeuw. Dit is vooralsnog de oudste vermelding van het buurtschap. Oeverwalgronden hebben een hoge archeologische verwachtingskans onder meer vanwege hun hoge ligging en goede mogelijkheden voor akkerbouw.
Daarnaast zijn er nog de locaties van Huis Klingelbeek, in het zuidoostelijke deel van het plangebied, en de buitenplaats Hoogstede, in het noordwestelijke deel. Laatstgenoemde wordt niet in relatie tot de archeologische verwachtingskaart genoemd, maar beide locaties hebben een hoge archeologische verwachtingskans. Zij het aangetast door latere activiteiten, kunnen hier resten van hoofd- en bijgebouwen worden aangetroffen alsmede objecten en structuren die in de tuinen lagen.
In 1998 is een booronderzoek uitgevoerd (in het kader van een te vervaardigen bestemmingsplan). Er zijn drie vindplaatsen aangetroffen, daterend uit de Prehistorie en Middeleeuwen. Hierop volgend zijn in het middendeel, eveneens in 1998, twee proefsleuven gegraven. Hierbij zijn greppels, prehistorisch aardewerk en een vuurstenen werktuig gevonden. Het advies luidde om in het middendeel van het plangebied vervolgonderzoek uit te voeren. In 2005 heeft wederom booronderzoek plaatsgevonden. Hierbij zijn nog eens twee of mogelijk drie vindplaatsen aangetroffen, daterend uit de IJzertijd, Romeinse Tijd en Vroege Middeleeuwen. Ook hier is vervolgonderzoek geadviseerd. Samenvattend bevinden zich in het oostelijke deel van het plangebied archeologische waarden uit de IJzertijd-Romeinse Tijd, in het middendeel greppelstructuren uit de Bronstijd-IJzertijd en in het westelijke deel zijn archeologische waarden uit de IJzertijd-Vroege Middeleeuwen aanwezig. Enkele delen van het onderzochte plangebied bevatten geen archeologische waarden.
Naar verwachting nog dit jaar wordt ter hoogte van de vindplaatsen vlakdekkend proefsleuvenonderzoek uitgevoerd om archeologische waarden nader te duiden, te waarderen en beter te begrenzen. Hieruit moet blijken of, indien archeologische waarden niet behouden kunnen blijven, Definitief Archeologisch Onderzoek (opgraving) noodzakelijk is.
Cultuurhistorie
De omgeving van het plangebied is vanaf de Middeleeuwen tot stand gekomen. Het gebied behoorde oorspronkelijk tot het buurtschap Lopen; vanaf de 16e eeuw stond het bekend als “Clingelbeeck”. De gelijknamige beek had als waterleverancier een belangrijke functie voor de industrieën die zich hier in de loop der tijd vestigden. Noordelijk van de Utrechtseweg lag de Klingelbeekse Enk waarover het buurtschap beschikking had. In het plangebied bevond zich Huis Klingelbeek en de buitenplaats Hoogstede. Huis Klingelbeek heeft mogelijk een middeleeuwse voorganger gehad die in 1390 voor het eerst wordt genoemd. Hoogstede is in 1852 gebouwd.
Het gebied tussen de Klingelbeekseweg en Utrechtseweg kende een voornamelijk agrarisch gebruik. Een structurerend element was de noord-zuid gerichte oprijlaan van Huis Klingelbeek. Deze laan, tevens holle weg, maakte deel uit van een parkaanleg in Classisistische Stijl. De omliggende percelen waren eveneens noord-zuid georiënteerd, maar wel smal. Tot aan de 19e eeuw was er in het plangebied naast Huis Klingelbeek enkel verspreide (boerderij)bebouwing langs de Klingelbeekseweg aanwezig. Vanaf 1900 begon de verstedelijking. Langs de Utrechtseweg, Klingelbeekseweg en oprijlaan nam bebouwing toe. Klingelbeek kwam in 1932 in handen van een projectontwikkelaar die het terrein van het huis voor woningbouw gebruikte. Kort daarvoor, in 1920, kwam Huis Klingelbeek in handen van de Congregatie van fraters van Onze Lieve Vrouwe van het Heilig Hart van Utrecht. Zij verblijven er nu nog; het huis staat nu bekend als “St. Eusebiushuis”. Nog voor de Tweede Wereldoorlog werd de huidige Hoogstedelaan aangelegd. Bovengenoemde oprijlaan werd daarbij deels opgeheven en met een bocht op de Hoogstedelaan aangesloten. Het oude hoofdhuis van buitenplaats Hoogstede werd in de Tweede Wereldoorlog vernietigd en daarna vervangen door bejaardencentrum “Huis en Haard”. De zuidzijde van de Hoogstedelaan raakte na de Tweede Wereldoorlog verder bebouwd. De oprijlaan verloor langzaam zijn functie en raakte overgroeid. Het gebied ten zuiden van de Hoogstedelaan bleef grotendeels in agrarisch gebruik, waarbij kleinere percelen werden samengevoegd tot grotere percelen en doorsnijdende landwegen veelal werden opgeheven.
In het plangebied bevinden zich twee tankkazematten, objecten die samenhangen met de Koude Oorlog/de IJssellinie. De IJssellinie betreft een complexe constructie om een deel van Nederland van Kampen tot aan Nijmegen onder water te zetten. Dit in het geval van communistische dreiging. De stuw om de Rijn en IJssel bij Arnhem te inunderen, bevond zich in de defensiehaven, vlakbij de centrale commandobunker. Een systeem van onder andere tankkazematten, zoeklichtinstallaties, radarposten en mitrailleurs moest beveiliging bieden.
In het plangebied bevinden zich de volgende monumenten:
Klingelbeekseweg 21-23/Fraters Eusebiushuis : gem.mon.
Klingelbeekseweg 134 : gem.mon.
Utrechtseweg 197-199 : gem.mon.
Conclusie
Het plangebied heeft op de archeologische verwachtingskaart een middelhoge tot hoge archeologische verwachtingskans. Slechts enkele delen (zie bijlage) hebben tijdens het vooronderzoek geen indicatoren opgeleverd. Het hele plangebied, uitgezonderd de delen zonder indicatoren, zijn op de plankaart als zone van (middel)hoge archeologische verwachtingskans opgenomen. Hierop rust een dubbelbestemming waarop een omgevingsvergunningplicht van toepassing is. Bij bodemingrepen die schadelijk zijn voor archeologische waarden, dient vooraf onderzoek plaats te vinden.
- Holle weg/voormalige oprijlaan Huis Klingelbeek;
- IJssellinie-objecten;
- Steilrand, mede gevormd door de mens;
- Landweg tussen de Hoogstedelaan en Klingelbeekseweg;
- Weggetje van Kromkamp;
- Overige historische wegen;
- Zichtlijnen (van landweg naar Klingelbeek, zichtlijn samenvallend met voormalige oprijlaan/holle weg, zicht vanaf Hoogstedelaan naar het zuiden).