Plan: | Bestemmingsplan Kemperberg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0202.718-0302 |
Kenmerk van de Nederlandse ruimtelijke ordeningsregelgeving is dat er uitgegaan wordt van toelatingsplanologie. Een bestemmingsplan geeft aan welke functies waar zijn toegestaan en welke bebouwing opgericht mag worden. Bij het opstellen van dit bestemmingsplan zijn keuzes gemaakt over welke functies waar worden mogelijk gemaakt en is gekeken welke bebouwing stedenbouwkundig toegestaan kan worden. De bestaande situatie is hierbij het uitgangspunt.
Het is noodzakelijk dat het bestemmingsplan een compleet inzicht biedt in de bouw- en gebruiksmogelijkheden binnen het betreffende plangebied. Het bestemmingsplan is het juridische toetsingskader dat bindend is voor de burger en overheid en geeft aan wat de gewenste planologische situatie voor het plangebied is. Deze situatie kan gaandeweg de planperiode wijzigen, bijvoorbeeld door veranderd stedenbouwkundig inzicht, functiewijziging veranderingen in gebruik. Ook ruimtelijke ontwikkelingen en vernieuwing van o.a. ruimtelijk, economisch, verkeerskundig en milieubeleid dragen bij aan de veroudering van geldende bestemmingsplannen.
Om recht te doen aan een goede ruimtelijke ordening binnen het plangebied wordt daarom aangegeven in welke situaties de bestemming wordt gekozen gelijk aan de oude bestemming (na strijdige situatie te hebben gewraakt) en in welke situaties een nieuwe bestemming wordt gegeven (positief bestemmen), waarmee de strijdige situatie wordt gelegaliseerd. Daarnaast wordt, indien van toepassing, aangegeven wanneer een strijdige situatie onder het overgangsrecht wordt gebracht.
In deze paragraaf worden de keuzes die zijn gemaakt nader onderbouwd. Hierbij zullen de bestemmingen in dezelfde volgorde als in de regels worden behandeld.
Parkeernormen
Sinds de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening kunnen parkeernormen niet meer worden opgenomen in de bouwverordening. Dit betekent dat de gemeente bij nieuwbouwplannen niet meer een aantal parkeerplaatsen kan eisen. Indien bij de bouw van nieuwe woningen, kantoren of andere functies onvoldoende parkeerplaatsen worden aangelegd, kan dit negatieve gevolgen hebben voor de omgeving. Om bij nieuw- en verbouw toch de mogelijkheid te hebben de aanvrager te verplichten een minimaal aantal parkeerplaatsen aan te laten leggen, kan hiervoor een parkeernorm worden opgenomen in de regels van het bestemmingsplan. In dit bestemmingsplan is gekozen om voor de bestemmingen 'Maatschappelijk' en 'Wonen' een verwijzing op te nemen naar de parkeernormen die opgenomen zijn in bijlage 1 bij de regels van dit bestemmingsplan.
De Arnhemse parkeernormen die zijn opgenomen in de bijlage komen voort uit de Parkeernota Arnhem 2003-2010. Deze normen zijn gebasseerd op landelijke richtlijnen voor parkeernormen.In de parkeernorm is voor de verschillende functies aangegeven hoeveel parkeerplaatsen er moeten worden aangelegd op eigen terrein en hoeveel plaatsen er bereikbaar moeten zijn voor de bezoekers. Per functie wordt verwezen naar de bestemmingen die in dit bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt.
Bij de bestemming/functie wonen wordt voor een rijwoning een andere norm voorgeschreven dan voor een halfvrijstaande of vrijstaande woning. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen verschillende woningtypes zoals studentenhuizen, kamerbewoning en aanleunwoningen/serviceflats terwijl bewoners van deze woningtypes normaal wel minder auto's bezitten. Daarvoor is binnen de bestemmingen een afwijking opgenomen waarmee een lagere parkeernorm kan worden vastgesteld. Voorwaarde is wel dat deze lagere norm niet leidt tot een toename van de parkeerdruk in de omgeving.
In de volgende subparagrafen worden de afzonderlijke bestemmingen die voorkomen in het bestemmingsplan besproken. Er kan worden gekozen om bepaalde bestemmingen in één subparagraaf te behandelen zoals Bedrijf en Bedrijf - Nutsvoorziening, Groen en Groen - Park en de Verkeerbestemmingen.
Per bestemming wordt ingegaan op:
In dit bestemmingsplan zijn drie bedrijfsbestemmingen opgenomen: Bedrijf (Artikel 3), Bedrijf-Nutsvoorziening (Artikel 4) en Bedrijf-Verkooppunt motorbrandstoffen met lpg (Artikel 5). Deze laatste twee zijn specificaties van de algemene bedrijfsbestemming.
Bedrijf
Binnen de bestemming "Bedrijf" zijn de bestaande bedrijven in het plangebied specifiek bestemd door middel van een functieaanduiding. Het betreft twee garagebedrijven, een agrarisch loonbedrijf, een kwekerij en een brood- en banketbakkerij.
Vergelijking vigerend bestemmingsplan
In het vigerende bestemmingsplan zijn de betreffende bedrijven ook specifiek bestemd.
Bedrijf-Nutsvoorziening
Deze bestemming is bedoeld voor nutsbedrijven of soortgelijke instellingen. Dit zijn bedrijven, gericht op de levering van elektriciteit, gas, water en warmte, de verzorging van telecommunicatie of de afvoer en verwerking van afvalstoffen. Twee kleine nutsgebouwen hebben deze bestemming.
Er is gekozen om deze voorzieningen/bedrijven specifiek als nutsvoorziening te bestemmen. Een algemene bedrijfsbestemming maakt namelijk naast nutsvoorzieningen op deze locatie ook andere bestemmingen mogelijk zoals een autobedrijf en dat is hier niet wenselijk.
Naast de nutsvoorzieningen/-bedrijven die expliciet zijn bestemd, zijn er nutsvoorzieningen van geringe omvang zoals transformatorstations en schakelhuisjes, die niet apart bestemd zijn. Voor dergelijke voorzieningen kunnen burgemeester en wethouders afwijken van de bestemmingsregels tot maximaal 75m3 binnen elke bestemming.
Vergelijking vigerend bestemmingsplan
In het vigerende bestemmingsplan heeft het nutsgebouw de bestemming "Dienstverleningsdoeleinden - nutsvoorziening".
Bedrijf-Verkooppunt motorbrandstoffen met lpg
In het plangebied is één motorbrandstofverkooppunt met LPG aanwezig aan de Kemperbergerweg Vanwege de verkoop van LPG is een risicicontour van 25 meter om het LPG-vulpunt opgenomen.
Vergelijking vigerende bestemmingsplan
De bestemming is ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan niet gewijzigd.
De grotere groengebieden die een landschappelijke, ecologische of recreatieve functie hebben, zijn bestemd als 'Bos'. Dit is een zwaardere bestemming dan groen omdat hier een omgevingsvergunningstelsel aan is gekoppeld. Dat betekent dat binnen de bestemming een vergunning noodzakelijk is om bepaalde werkzaamheden uit te voeren zoals het aanleggen van verharding en het kappen van bomen.
De belangrijkste groenstructuren in het plangebied liggen in het noordelijke deel van het plangebied.
vergelijking met de vigerende bestemmingsplan
In het vigerende bestemmingsplan hebben deze gronden de bestemming "Cultuurbos"
De bestemming “Gemengd” is in dit bestemmingsplan een samenstelling van de bestemmingen “Wonen” en “Maatschappelijk”. Dit biedt de mogelijkheid hier de maatschappelijke bestemming te combineren met wonen. Het betreft een sociale werk- en woonlocatie.
In dit plan geldt deze bestemming voor het instituut Schreuderhuizen aan de Bakenbergseweg en aan de Kemperbergerweg.
vergelijking met de vigerende bestemmingsplan
In het vigerende bestemmingsplan hebben beide percelen de dubbelbestemming "Woondoeleinden / Maatschappelijke doeleinden" en zijn op dezelfde manier bestemd.
In het Groenplan (zie hoofdstuk 3 van dit bestemmingsplan) is voor de groenvoorzieningen een onderscheid gemaakt tussen structureel groen en snippergroen. De groenstroken die structuurbepalend zijn op wijkniveau, zijn bestemd als "Groen". Binnen deze bestemming is het toegestaan om groen in de breedste zin (grasvelden, struiken, speelvelden) aan te leggen en in stand te houden. In deze bestemming kunnen ook de belangrijkste waterlopen en waterpartijen opgenomen zijn. Het aanleggen van voetpaden, fietspaden en voorzieningen voor bestemmingsverkeer zijn eveneens toegestaan. Wegen voor doorgaand autoverkeer en parkeren is niet toegestaan. Bij snippergroen wordt afhankelijk van de locatie gekozen voor de groenbestemming of de bestemming Verkeer-verblijfsgebied. Dit hangt af van de grootte van de groenzone en de ligging.
Bebouwing binnen de groenbestemming is uitsluitend toegestaan indien dit binnen de bestemming past zoals speeltoestellen etc.
Binnen deze bestemming is in een aantal zones grenzend aan de woonbestemming ook wonen toegestaan. Het zelfde geldt voor (ondergronds) parkeren, en de ontsluitingen ten behoeve van het wonen.
Deze bestemming ligt op het restaurant aan de Schelmseweg en het pannenkoekenhuis aan de Kemperbergerweg. Handhaving van de bestaande situatie is hierbij het uitgangspunt.
vergelijking met het vigerende bestemmingsplan
De bestemming van deze gronden is ten opzichte van de vigerende bestemmingsplannen niet gewijzigd.
De bestemming 'Maatschappelijk' (artikel 10) is bedoeld voor functies ten behoeve van onderwijs, welzijn, zorginstellingen, cultuur, religie, openbare dienstverlening en therapeutische functies. Voorbeelden hiervan zijn scholen, ziekenhuizen en kerken. Dienstwoningen die horen bij de bestemming, zoals bijvoorbeeld een conciërgewoning of pastorie, zijn indien noodzakelijk toegestaan. Aan de hoofdfunctie ondergeschikte horeca (kantine) is eveneens toegestaan.
Binnen het plangebied zijn de RIN-locatie, het karmelitessenklooster en het hoofdkantoor van Siza Dorpgroep aan de Kemperbergerweg als zodanig bestemd.
De RIN-locatie is gespecificeerd door een functieaanduiding "specifieke vorm van maatschappelijk-1", waardoor de gronden terplekke uitsluitend bestemd zijn voor het gebruik ten behoeve van wetenschappelijke- en/of culturele instituten.
Aan de zuidkant van het het plangebied ligt het sportpark Bakenberg. Deze sportvoorziening is bestemd als 'Sport' (artikel 11). Bebouwing mag alleen binnen de aangegeven bouwvlakken. Bebouwing buiten de bouwvlakken kan alleen met een afwijking van de bestemmingsregels. Het betreft dan bebouwing passend binnen de bestemming zoals fietsenstalling en hekwerken met een maximumbouwhoogte van 3 meter. Hekwerken zijnde ballenvangers zijn met een afwijking mogelijk tot een maximumbouwhoogte van 6 meter. Voor de bouw van tribunes kunnen Burgemeester en wethouders een hogere maximumbouwhoogte vaststellen. Dit mag geen nadelige gevolgen hebben voor het woon- en leefklimaat in de omgeving.
Lichtmasten zijn ook buiten het bouwvlak toegestaan. Er zijn wel nadere eisen opgenomen waaraan deze lichtmasten moeten voldoen om mogelijke overlast voor aan- en omwonenden te voorkomen. Deze nadere eisen zijn gebaseerd op vastgestelde beleidsregels (zie paragraaf 3.8).
Het parkeren is alleen mogelijk binnen het gebied dat op de plankaart met een functieaanduiding 'parkeren' is aangegeven, met een maximum oppervlakte van 4000m2.
Vergelijking met de vigerende bestemmingsplannen
In het vigerende bestemmingsplan heeft het sportpark de bestemming "Recreatieve doeleinden met behoud van landschappelijke waarden - sport". De bestemming en de bebouwingsmogelijkheden zijn ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan niet gewijzigd.
De bestemming tuin is bedoeld voor de voortuinen die evenals de groenstroken bepalend zijn voor het groene karakter van de wijk.
Parkeren binnen deze bestemming is niet toegestaan, voorzover het betreft de zone gelegen tussen de naar de openbare weg gekeerde bouwgrens van de aangrenzende bestemming en de openbare weg zelf, tenzij deze zone wordt gebruikt als oprit naar een carport of garage.
vergelijking met het vigerende bestemmingsplan
In de vigerende bestemmingsplannen hebben de voortuinen de bestemming "Woondoeleinden"- onbebouwbare zone.
De bestemming verkeer is opgedeeld in een tweetal 'sub-bestemmingen' te weten:
Verkeer-Verblijfsgebied (artikel 13);
Verkeer-Wegverkeer (artikel 14).
Hieronder wordt ingegaan op deze twee sub-bestemmingen.
Verkeer-Verblijfsgebied
De bestemming 'Verkeer-Verblijfsgebied' geldt voor woonerven, woonstraten, parkeerplaatsen, voet- en fietspaden, speelplaatsen en buurtgroen. Dit zijn dus voornamelijk wijken (30 km/uur zones) waar de verblijfsfunctie belangrijker is dan de verkeersfunctie. De inrichting van de wegen is hierop afgestemd.
vergelijking met de vigerende bestemmingsplannen
In de vigerende bestemmingsplannen hebben deze gronden de bestemming "Woondoeleinden"- onbebouwbare zone. In de nieuwe bestemmingsplannen vallen de wegen voor bestemmingsverkeer inclusief parkeerplaatsen, kleine groenstroken, fiets- en wandelpaden en speelplaatsjes in de bestemming 'Verkeer-verblijfsgebied'. Dit maakt de plannen flexibeler doordat niet voor elke wijziging een bestemmingsplan wijziging noodzakelijk is. De grote groengebieden met een belang voor de wijk zijn bestemd als "Groen" (zie paragraaf 5.3.6).
Verkeer-Wegverkeer
De bestemming "Verkeer–Wegverkeer" is bedoeld voor wegen die een doorgaand karakter hebben. Vaak zijn dit wegen waar maximaal 50 km/uur gereden mag worden. Onder andere wegen, voet- en fietspaden, parkeerplaatsen, bushaltes met wachtruimten, trottoirs en groenaanleg zijn mogelijk in deze bestemming.
Vergelijking met de vigerende bestemmingsplannen
De vigerende bestemmingsplannen bevatten één verkeerbestemming voor de wegen en verblijfsgebieden. Vanwege het duidelijke onderscheid in beleving en karakter is gekozen in dit bestemmingsplan een knip te maken en twee bestemmingen te hanteren.
In de vigerende bestemmingsplannen werd ook niet gewerkt met het vastleggen van het aantal rijstroken. Hier waren dwarsprofielen opgenomen van de grotere wegen. Er wordt met het opnemen van het aantal rijstroken hetzelfde bereikt. De indeling van de weg kan niet veranderen zonder bestemmingswijziging. Dit is een verplichting vanuit de Wet Geluidhinder omdat bij verbredingen van wegen onderzoek moet worden gedaan naar de gevolgen (bijvoorbeeld van het geluid van het wegverkeer) voor de omgeving.
Alle woningen in het plangebied zijn bestemd als 'Wonen' (artikel 11). Binnen deze bestemming passen verscheidene woonvormen zoals gezinsbewoning, bejaardenhuizen, kamerbewoning, serviceflats, etc. Er is geen onderscheid gemaakt tussen vrijstaande-, halfvrijstaande-, aaneengesloten- en gestapelde woningen. Bijzondere woonvormen, zonder therapeutische behandeling, passen ook binnen deze bestemming.
Binnen de bestemming 'Wonen' zijn in principe beroepsmatige activiteiten toegestaan. Om hinder voor de directe omgeving te voorkomen is hieraan wel een aantal voorwaarden verbonden. In de eerste plaats mag slechts een gedeelte van de woning, inclusief de bijgebouwen (maximaal 1/3 van de totale vloeroppervlakte van de woning) worden gebruikt als praktijkruimte door de bewoner. Is er meer dan 1/3 van de woning in gebruik voor het uitoefenen van een beroep, dan is er geen sprake meer van een 'beroep aan huis' en derhalve strijd met het bestemmingsplan. Voorts mag door dit gebruik geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat (bijvoorbeeld beperkte reclamemogelijkheden) noch een onevenredige parkeerdruk ontstaan. Tot slot zijn er vormen van beroepsuitoefening expliciet uitgezonderd, omdat ze te veel overlast voor de omgeving veroorzaken (detailhandel, prostitutie, horeca-activiteiten en beroepen die milieuoverlast veroorzaken).
Garageboxen zijn op de plankaart aangeduid met "garage" binnen de bestemming wonen. Naast het stallen van auto's is een beperkte opslag toegestaan, mits gerelateerd aan de woonfunctie. Wonen in garageboxen is niet toegestaan evenmin als bijvoorbeeld detailhandel, prostitutie en bedrijfsmatige activiteiten.
In de bestemming "Wonen" zijn woonwagens, woonschepen en bijvoorbeeld gevangenissen en asielzoekerscentra niet inbegrepen. Deze vormen van wonen zijn, indien van toepassing, in een specifieke vorm van de woonbestemming opgenomen.
Bebouwingsmogelijkheden
Binnen de bestemming 'wonen' zijn twee zones te onderscheiden: de bouwzone en de onbebouwbare zone.
De bouwzone omvat het eigenlijke woongebouw met, daar waar mogelijk en gewenst, uitbreidingsmogelijkheden. Als geen bebouwingspercentage is vermeld, mag deze gehele zone worden bebouwd in de aangegeven bouwhoogte, mits aan andere vereisten (bijvoorbeeld welstand) is voldaan.
De onbebouwbare zone is bedoeld voor tuinen, buurtgroen, speelplekken, woonstraten, trottoirs en parkeerplaatsen ten behoeve van de woonfunctie.
Voor een groot deel van de bouwzone zone geldt een bouwaanduiding 'bijgebouwen'. Deze gronden met deze aanduiding zijn bedoeld voor garages, schuren en beperkte uitbreidingen aan het woonhuis, zoals serres. De maximale bouwhoogte van de bijgebouwen is 3 meter, exclusief kap. De maximale bouwhoogte voor uitbreidingen aan het woonhuis is gelijk aan de hoogte van de begane-grondbouwlaag.
Hoogte van woningen
In het plangebied komen verschillende type woningen voor. Zoals hierboven aangegeven wordt er wat betreft de bestemming geen onderscheid gemaakt in het woningtype.
Kenmerkend voor het gebied zijn onder andere de gedifferentieerde goot en nokhoogte . Voorzowel voor de bestaande als voor de nieuwbouw wordt dan ook uitgegaan van verschillende goot-en nokhoogtes.
Vergelijking vigerend bestemmingsplan
In de vigerende bestemmingsplannen is wel een onderscheid gemaakt tussen vrij- en halfvrijstaande woningen.
In het vigerende bestemmingsplan 'Kemperberg tussen Strolaan en Rijksweg, was de systematiek van bouwzone, bebouwbare zone en onbebouwbare zone uitgebreid met een 'beperkt bebouwbare zone'. Dit om het groene karakter aan de achterzijde van de lintbebouwing aan de Kemperbergerweg te behouden. Werking van deze zone is in dit bestemmingsplan overgenomen.
Daar waar in vigerende bestemmingsplan op de plankaart sprake was van een dubbelbestemming 'Woondoeleinden/vrijstaande bebouwing/dienstverleningsdoeleinden', wordt in de nieuwe systematiek gebruik gemaakt van een functieaanduiding. Deze geeft aan dat de begane grond mag worden gebruikt voor de uitoefening van een bij die aanduiding aangegeven functie.
De SVBP 2008 geeft ook de mogelijkheid dubbelbestemmingen op te nemen. Dubbelbestemmingen zijn bestemmingen die liggen over meerdere enkel bestemmingen en daar iets over zeggen. In dit bestemmingsplan zijn de volgende dubbelbestemmingen opgenomen:
Leiding- Hoogspanningsverbinding
De bovengrondse hoogspanningsleiding is hieronder begrepen en primair als zodanig bestemd De onderliggende bestemmingen zijn hieraan ondergheschikt. Voor de zone van de leiding, waarvan de maat in dit artikel is opgenomen, zijn beperkingen van de bouwmogelijkheden opgenomen. Bouwen ten behoeve van de secundaire bestemmingen is slechts mogelijk middels een afwijking van de regels.
vergelijking vigerend bestemmingsplan
In het vigerende bestemmingsplan heeft de bovengrondse hoogspanningsleiding de bestemming Hoogspanningsleiding-bovengronds.
Waarde-Landschappelijk
Het plangebied maakt onderdeel uit van het waardevolle bos- en natuurlandschap van het Arnhemse Buitengebied-Noord. Om deze landschappelijke waarden extra te beschermen ligt over het overgrote deel van het plangebied de dubbelbestemming Waarde-Landschappelijk, waarin een omgevingsvergunningstelsel is opgenomen. Bepaalde activiteiten hebben gevolgen voor het landschappelijke karakter van het gebied en dienen zorgvuldig te worden uitgevoerd.
vergelijking vigerend bestemmingsplan
In het vigerende bestemmingsplan Menthenberg is deze waarde ook op deze manier bestemd en hebben een aantal bestemmingen de aanvulling 'met behoud van landschappelijke waarden'.