direct naar inhoud van 4.3 Cultuurhistorie en archeologie
Plan: Geitenkamp en omgeving
Status: onherroepelijk
Plantype: ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.710-0501

4.3 Cultuurhistorie en archeologie

4.3.1 Cultuurhistorie

Rijks beschermd stadsgezicht

Een gedeelte van het beheergebied Geitenkamp is in december 2007 aangewezen als rijksbeschermd stadsgezicht. Daarnaast zijn er een groot aantal rijks- of gemeentelijk beschermde monumenten aanwezig. Het aanbrengen van wijzigingen is vergunningplichtig.

De begrenzing van het door het Rijk aangewezen gebied waarvoor nu dit bestemmingsplan wordt opgesteld, is op een kaart op de volgende pagina weergegeven. De procedure tot aanwijzing is in het eerste trimester van 2004 gestart. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (voorheen RACM, Rijksdienst voor de Monumentenzorg) heeft bij de aanwijzing aangegeven dat het nu nog geldende bestemmingsplan voor het gebied niet kan worden aangemerkt als een beschermend bestemmingsplan. De verwachting is dat het bestemmingsplan "Geitenkamp e.o.” de gewenste bescherming wel biedt en zodoende als beschermend bestemmingsplan kan worden aangemerkt.

Voor de nadere toelichting (redengevende beschrijving) omtrent de aanwijzing wordt verwezen naar het rapport van het Gelders Genootschap van januari 1998. Het rapport (de toelichting op het besluit) is als separate bijlage (bijlage 1.) bij de toelichting van dit bestemmingsplan) bij dit bestemmingsplan gevoegd.

De redengevende beschrijving kan als volgt worden samengevat (zie verder ook de toelichting bij het besluit tot aanwijzing van het beschermd stadsgezicht Geitenkamp gemeente Arnhem (Gelderland), ex artikel 35 Monumentenwet 1988, RDMZ, november 2004): essentieel is dat Geitenkamp herkenbaar is als een zelfstandige woonwijk met eigen voorzieningen. Beschermenswaardig is de gehele stedenbouwkundige opzet van de wijk, waarin tevens de concepten die aan de uitbreidingsplannen ten grondslag hebben gelegen nog duidelijk te herkennen zijn.

Met betrekking tot de stedenbouwkundige hoofdstructuur zijn van belang:

  • het stratenpatroon, met zowel korte, rechte als langere, lichtgebogen straten, de beide grote pleinen (Geitenkamp en Schuttersbergplein) en voorts de kleinere pleinen (waaronder het Te Braakeplein) en tot pleinachtige ruimten verbrede straatdelen en kruisingen;
  • de karakteristieke wijze waarop diverse, min of meer in elkaars verlengde gelegen straten enigszins ten opzichte van elkaar zijn verschoven;
  • de hiërarchie in het stratenpatroon (brede en smalle straten);
  • de diagonale assen (zichtlijnen) H. van Kolstraat en Fokke Noordhoffstraat;
  • het profiel van de Rosendaalseweg;
  • de situering van de bebouwing, in het bijzonder de situering op markante plekken van kerk, winkels en scholen.

Tevens is van belang: de hoogteverschillen met de daarbij horende (ter overbrugging van de hoogteverschillen) gemetselde trappen, balustrades/bordessen en keermuren.

Verder zijn met betrekking tot het bebouwingsbeeld van belang:

het type bebouwing overwegend in blokken van verschillende lengte aaneengebouwde woningen van één of twee bouwlagen met kap;

de eenheid in vormgeving, detaillering en materiaalgebruik binnen de afzonderlijke (woningbouw)complexen;

de variatie in de architectuur van de bijzondere bebouwing;

het bebouwingsbeeld van het marktplein.

Met betrekking tot tuinen en groenvoorzieningen zijn van belang:

de eenheid in en de wijze waarop voortuinen van de trottoirs zijn gescheiden (gemetselde muren en/of hagen);

de hoofdlijnen van de aanleg en de inrichting van plantsoen aan de Rosendaalseweg;

de beplanting van de Beukenlaan met een dubbele rij beuken;

de oude bomen op diverse plekken binnen het gebied (onder andere Schuttersbergplein, Patrijzenplein, Korhoenplein, hoek Bonte Wetering-Dennenweg, linden in enkele zijstraten van Dr. Schaepmanlaan).

In het plangebieddeel zijn verder een groot aantal rijks- en gemeentelijk beschermde monumenten aangewezen. De adressenlijst is als bijlage (6) bij de MAS gevoegd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0202.710-0501_0005.png"

Kaartje begrenzing beschermd stadsgezicht

Omgaan met cultuurhistorie houdt niet het bevriezen van ontwikkelingen in maar juist het omgaan met ontwikkelingen zodanig dat de cultuurhistorische gegevenheden worden ingepast, waarbij ze beleefbaar blijven of juist worden.

Onder een Rijksbeschermd stadsgezicht worden groepen van onroerende zaken verstaan die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang dan wel hun wetenschappelijke of cultuurhistorische waarde en in welke groepen zich één of meer monumenten bevinden. Rijksbeschermde stadsgezichten zijn door de minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen als zodanig aangewezen en vinden hun bescherming in het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan bevat daarom beschermende maatregelen om de cultuurhistorische waarden binnen het stadsgezicht te borgen.

Onder Rijksmonumenten worden alle voor tenminste vijftig jaar vervaardigde zaken verstaan welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarden en welke door de minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen als zodanig zijn aangewezen. Gemeentelijke monumenten hebben geen leeftijdscriterium, worden aangewezen door het college van B&W en vinden hun bescherming in de monumentenverordening.

Eigenaren van rijks- en gemeentelijk beschermde monumenten zijn bij voorgenomen wijzigingen van hun eigendom vergunningplichtig op grond van de Monumentenwet of de gemeentelijke monumentenverordening. Een monumentenvergunning dient te worden aangevraagd bij het college van B&W. Geitenkamp is aangewezen als rijksbeschermd stadsgezicht.

Bescherming via stadsgezichten en monumenten zijn verschillende instrumenten die elkaar aanvullen maar niet vervangen. Terwijl de Rijks- en gemeentelijke monumenten bedoeld zijn om het architectonische beeld veilig te stellen en de authenticiteit van het materiaal te behouden is de gezichtsbescherming gericht op de stedenbouwkundige en landschappelijke karakteristiek en het toekomstig functioneren daarvan.

Ontwikkelingen in de beschermde stadgezichten worden getoetst aan onderstaande criteria:

  • In stand houden van de stedenbouwkundige hoofdstructuur van het gebied;
  • Veranderingen aan gebouwen of ruimtelijke inrichting worden getoetst aan de historische karakteristieken zoals beschreven in de aanwijzing tot rijksbeschermd stadsgezicht.

Naast het beschermde stadsgezicht bevinden zich in het plangebied ook (Rijks) monumenten en beeldbepalende panden. De beeldbepalende status biedt geen bescherming maar heeft zuiver een kennisgevende functie.

4.3.2 Archeologie

Voor het plangebied geldt een grotendeels middelhoge tot hoge archeologische verwachtingskans. Bij grondroerende werkzaamheden zal archeologisch onderzoek plaats moeten vinden, te beginnen bij een bureauonderzoek. Hieruit moet blijken of en welke vervolgstappen noodzakelijk zijn. Vervolgstappen kunnen bestaan uit booronderzoek, gevolgd door proefsleuvenonderzoek en uiteindelijk een opgraving. In sommige gevallen kan ook een archeologische begeleiding van werkzaamheden aan de orde zijn. In de voorschriften van dit bestemmingsplan is archeologie geborgd; op de plankaart is een zone archeologie (gekoppeld aan de voorschriften) opgenomen. Het uiterst noordelijke deel van de wijk (ten noorden van de Beukenlaan en buiten Sportcentrum Valkenhuizen) is reeds onderzocht. Hier bevinden zich blijkens onderzoek geen archeologische waarden; voor dit deel van Geitenkamp geldt geen archeologisch regiem. Dit met uitzondering van vindplaats waarnemingsnummer 137660. Deze vindplaats is op de plankaart opgenomen. Hiervoor geldt meer specifiek het regiem dat bij vervolgingrepen een proefsleuvenonderzoek plaats moet vinden.

In bijlage 7 van de MAS is de archeologische verwachtingskaart opgenomen