Plan: | Geitenkamp en omgeving |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0202.710-0501 |
Arnhem kiest er in haar welstandsnota (2004) voor om zoveel mogelijk recht te doen aan de reeds bestaande verschillen in de bebouwde omgeving. Hiervoor is een indeling gemaakt in een aantal logische eenheden in de stad. Elke ruimtelijke eenheid heeft een welstandsniveau, 'zwaar', 'normaal', of 'licht', dat aangeeft in welke mate welstand in dat gebied wordt ingezet.
Voor het beschermde stadsgezicht de Geitenkamp geldt welstandsniveau zwaar. Dit gebied is van cruciale betekenis voor het totaalbeeld van de stad. In het algemeen hebben de criteria een sterk conserverend karakter voor de direct zichtbare gevels. In de nota is een koppeling met erfgoed gemaakt. Dit betekent dat bij welstandtoetsing bouwplannen mede worden beoordeeld op het behoud en/of versterking van de cultuurhistorische waarden.
Voor het overige bebouwde gebied geldt welstandsniveau normaal. Voor de zichtbare gevels hebben de criteria een conserverend karakter waarmee de gebouwvorm, de dakvorm en de karakteristieke elementen worden gespaard. Aan de straatzijde is het onder voorwaarden mogelijk om zonder vergunning collectoren en zonnepanelen te plaatsen. Aan de straatzijde mogen alleen ornamentele dakkapellen worden toegevoegd zoals die oorspronkelijk in die gebieden waren ontworpen. Serres mogen aan de achterzijde slechts in één laag vanaf de begane grondverdieping worden gerealiseerd. Kelderentrees (met keerwanden en trappen) die aangebracht worden in de straatgevels zijn niet aanvaardbaar. Er worden geen bijzondere eisen gesteld aan bijgebouwen in de achtertuin die niet zichtbaar zijn vanaf het openbaar gebied.