Plan: | Zwolseweg 381 en 383 Wenum Wiesel |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1112-vas1 |
De Zwolseweg 381 en 383 ligt buiten bestaand stedelijk gebied. Het bruto plangebied is bijna 1 hectare groot. Het verhard oppervlak neemt door de nieuwbouw toe met circa 390 m2. Het plangebied bevindt zich binnen de Keurzone van de Papegaaibeek, zoals opgenomen in de legger van Waterschap Veluwe. Het plangebied ligt niet binnen de zoekgebieden voor waterberging die de provincie Gelderland in het streekplan heeft aangegeven.
Het gebied ligt ten westen van het Apeldoorn Kanaal en daarmee in de in het streekplan vastgelegde grondwaterfluctuatiezone. In de toekomst kan de grondwaterstand in het gebied met maximaal 10 cm stijgen. Uit gegevens van peilbuizen in de omgeving blijkt dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand enkele decimeters onder maaiveld ligt. Er is in en om het plangebied geen grondwateroverlast bekend. Wel is het in de Wateratlas van de provincie Gelderland opgenomen als 'Gebied met hoge grondwaterstanden'. Door bij nieuwbouw (met kruipruimte) het vloerpeil minimaal 0,7 m boven de hoogste grondwaterstand aan te leggen, zal grondwater in dit plangebied geen overlast veroorzaken en niet structureel afgevoerd worden. Hierdoor zal het plan grondwaterneutraal worden ontwikkeld. Bij kruipruimteloos bouwen kan het vloerpeil 0,5 m boven de hoogste grondwaterstand worden aangelegd.
Direct ten noorden van het plangebied ligt de Papegaaibeek. Deze beek is als A-watergang opgenomen in de legger van Waterschap Veluwe. De beek heeft geen HEN-/SED-status. Tot vijf meter uit de insteek van de beek mag niet gebouwd worden. De strook van 5 m moet obstakelvrij zijn vanwege het noodzakelijke onderhoud.
Door dit plan ontstaat geen extra oppervlaktewater. Indien geloosd wordt op oppervlaktewater, mag de lozingsnorm van 1,33 l/s/ha tot een situatie T=10 (36 mm in 45 minuten) niet worden overschreden. Er geldt een meldplicht bij lozen op oppervlaktewater. Voor het extra verhard oppervlak (ten opzichte van de huidige situatie) dient berging te worden aangelegd voor de opvang van hemelwater, zodat voldaan wordt aan de lozingsnorm. Het aanleggen van berging kan in de vorm van oppervlaktewater of een infiltratievoorziening (bovengronds of ondergronds).
Door het toepassen van niet uitlogende bouwmaterialen heeft het plan geen nadelige gevolgen voor de kwaliteit van het oppervlaktewater. Het plan heeft geen nadelige gevolgen voor het oppervlaktewatersysteem in de omgeving.
In en om het plangebied komt geen waterafhankelijke natuur voor. Het plan heeft derhalve geen nadelige gevolgen voor de waterafhankelijke natuur.
In het plangebied en de omgeving daarvan ligt een vacuüm rioolstelsel waarmee vuilwater wordt afgevoerd. De capaciteit van dit riool is voldoende om het vuilwater af te voeren zonder overlast. Hemelwater wordt in de bodem geïnfiltreerd of afgevoerd naar oppervlaktewater.
Het gemeentelijk beleid is er op gericht om bij nieuwe ontwikkelingen de afvoer van hemelwater niet op de riolering aan te sluiten. In dit geval is dat ook niet mogelijk gezien het type rioolstelsel in de openbare weg. In de Bouwverordening is bepaald dat het hemelwater dat afkomstig is van daken en verhardingen in principe in de bodem moet worden geïnfiltreerd door middel van een infiltratievoorziening van voldoende capaciteit op eigen terrein.
De materialen die in aanraking komen met het hemelwater mogen niet uitlogen en dienen volgens Duurzaam Bouwen geselecteerd te zijn. Bij de infiltratie van hemelwater mag de bodem niet verontreinigd raken door met het hemelwater afgevoerde vervuilende stoffen.
De nieuwe gebouwen dienen te worden voorzien van gescheiden afvoeren voor vuil- en hemelwater, zoals op grond van het Bouwbesluit verplicht is. De vuilwaterafvoer van de bebouwing wordt aangesloten op het gemeentelijke vacuüm rioolstelsel.
De kerk en de kosterswoning zijn in de huidige situatie gezamenlijk via 1 aansluitleiding Ø125 mm aangesloten op een put van het vacuumstelsel. Voor de toekomstige situatie (16 appartementen en een woning) is de capaciteit van deze leiding onvoldoende. Mogelijk moet een nieuwe persing gemaakt worden met een Ø160 mm aansluiting op de vacuümput. De gemeente zal hiervoor een voorstel doen met kostenraming, waarna, indien akkoord, de nieuwe huisaansluiting ook wordt aangelegd. De kosten voor een nieuwe huisaansluiting komen volledig voor rekening van de initiatiefnemer.
Het bestaande rioolstelsel in en om het plangebied heeft voldoende capaciteit voor deze extra vuilwaterafvoer van de nieuwbouw.
Het plan omvat minder dan 1.500 m² extra verhard oppervlak. Het plangebied ligt in een Keurzone van het waterschap, maar er wordt niet gebouwd binnen de keurzone. Het gebied ligt niet in een zoekgebied voor waterberging. Het plan betreft geen HEN-water (inclusief beschermingszone), landgoed, weg, spoorlijn, damwand, scherm, ontgronding et cetera. Bovendien zal er niet meer dan de landelijke afvoernorm geloosd gaan worden op het oppervlaktewater. Daarom is dit plan in het kader van de watertoets een postzegelplan als omschreven door Waterschap Veluwe. Voor het plan geldt dan ook het standaard wateradvies. Afwijkingen van dit standaard wateradvies zijn gemotiveerd aangegeven. Bij negatieve gevolgen voor het watersysteem is aangegeven hoe deze gemitigeerd dan wel gecompenseerd worden.
Om deze redenen is het plegen van overleg met het waterschap als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening achterwege gelaten, dit in overeenstemming met de richtlijn 'Watertoetsprocedureregels voor postzegelplannen' van het Waterschap Veluwe.