direct naar inhoud van 2.3 Gemeentelijk beleid
Plan: Sleutelbloemstraat en omgeving
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1103-vas1

2.3 Gemeentelijk beleid

2.3.1 Structuurplan stedelijk gebied Apeldoorn 2020

In februari 2002 heeft de gemeenteraad het structuurplan voor het stedelijk gebied vastgesteld. In het structuurplan zijn de ambities van de stad voor de langere termijn (tot 2020) geformuleerd.

Het is de ambitie van Apeldoorn in de komende periode verder uit te groeien tot centrumstad binnen de regio Stedendriehoek. Dat werkt naar twee kanten: enerzijds het leveren van een bijdrage aan de opvangfunctie van de stad voor de groei van de regionale bevolking en de regionale werkgelegenheid. Anderzijds meer uitstraling van de stad door meer en betere regionale voorzieningen en attracties.

Het structuurplan gaat uit van het concept van de complete stad. In de complete stad horen naast intensief gebruikte stedelijke ruimte ook openbare ruimte van hoge kwaliteit en speel- en recreatieruimte thuis. Compacte stedelijke toevoegingen zullen vooral in en om het centrum en de stadsdeelcentra een plek krijgen. Daardoor wordt niet alleen het draagvlak voor de voorzieningen aldaar vergroot, maar kan ook elders, bijvoorbeeld in ruimer opgezette woonwijken, ruimte gespaard blijven.

In het structuurplan is vastgelegd dat er in de periode 1998-2020 15.000 woningen aan de woningvoorraad moeten worden toegevoegd. Daarbij ligt het accent op het toevoegen van (centrum)stedelijke en landelijke woonmilieus.

afbeelding "i_NL.IMRO.0200.bp1103-vas1_0003.png"  

Afbeelding - structuurplankaart

In het structuurplan wordt voor de kanaalzone ingezet op vernieuwing. De gemeentelijke ambitie is er op gericht om door transformatie en herstructurering in gebied een woon-, leef- en werkmilieu te creëren, waarin een groot aantal bewoners met diverse levensstijlen, achtergronden en gebruikswensen een aantrekkelijke plek vinden en zich thuis voelen.

2.3.2 Structuurschets Kanaalzone Apeldoorn

In de structuurschets heeft de gemeente (december 2005) een belangrijke stap gezet richting de realisering van een ambitieus project binnen de gemeente: de transformatie en vernieuwing van een centrale noord-zuid-as van het stedelijk gebied van Apeldoorn. Gestreefd wordt naar een gemengd stedelijk gebied voor wonen, werken en voorzieningen dat met de voorkant naar het Apeldoorns Kanaal is gericht, in plaats van met de achterkant.

In de structuurschets worden twee deelgebieden onderscheiden ten noorden en zuiden van de binnenstad. Het onderhavige plangebied 'Sleutelbloemstraat en omgeving' ligt in het noordelijk deel van de Kanaalzone. In de structuurvisie wordt voor beide deelgebieden een nieuwe hoofdstructuur uitgewerkt en richtlijnen uitgezet.

2.3.3 Ontwikkelingsvisie Kanaalzone Noordoost

Het plangebied maakt deel uit van de Structuurvisie Kanaalzone. In de Ontwikkelingsvisie Kanaalzone Noord – Oost heeft voor het gebied Noordoost een meer gedetailleerde uitwerking plaatsgevonden. De ontwikkelingsvisie is begin 2010 vastgesteld en is primair een strategisch ontwikkelingsplan.

Deze ontwikkelingsvisie gaat in op de beoogde vernieuwing en transformatie van de Kanaalzone naar meer wonen en werken. De Ontwikkelingsvisie is een volgende belangrijke stap naar een daadwerkelijke herontwikkeling van het gebied.
In de uitwerking is een aantal ontwikkelingsgebieden te ontdekken waar de gemeente de herontwikkeling van nieuwe woningen, bedrijven en/of voorzieningen mogelijk wil maken:

  • 1. de Zuidkop als voornamelijk woongebied met de oostzijde als afronding van oud Zevenhuizen en met een bijzondere invulling in het gebied tussen radiaal, kanaal en Deventerstraat;
  • 2. de Paardewei als woongebied en als af ronding van de bestaande woonwijk Zevenhuizen met een gezicht aan het kanaal;
  • 3. Sleutelbloemstraat West als gedifferentieerd woon- en werkmilieu met het beste van twee werelden: werkkwaliteit aan de radiaal en woonkwaliteit aan het kanaal;
  • 4. Sleutelbloemstraat Oost met een gecombineerd woon- en werkprogramma in een royale groene setting.

Het tempo van herontwikkeling van de ontwikkelvlekken wordt bepaald door de grondeigenaren in het gebied. Ook stelt de Ontwikkelingsvisie een nieuwe hoofdverkeersontsluiting (de Noordradiaal) voor.

2.3.4 De Groene Mal

Het gemeentelijk groenbeleid is neergelegd in de Groene Mal (oktober 2002), dat het groene kader is waarbinnen andere ruimtelijke functies een plaats krijgen.

Door middel van de Groene Mal wil Apeldoorn zich profileren als groene stad waar het goed wonen en werken is: Meer vulling, differentiatie en contrast in de stad is best, maar dan wel met behoud van de groene identiteit die Apeldoorn tot een gewilde vestigingsstad maakt. Deze identiteit moet duurzaam worden gegarandeerd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0200.bp1103-vas1_0004.png"  

Afbeelding - kaart Groene Mal

Behoud en versterking van het groen in Apeldoorn heeft dus een hoge prioriteit. Uit onderzoek is gebleken dat met name in verstedelijkte gebieden behoefte is aan meer groen en natuur in de directe woon- en leefomgeving.

De Groene Mal richt zich bij de ontwikkeling van deze gebieden expliciet op zeven belangrijke groene structuren in de stad. Dit zijn de beken, de sprengen, de kanaalzone, de lanen, de parken, de grote groengebieden en de groene wiggen.

De Kanaal in het plangebied maakt deel uit van de Groene Mal. Bij ingrepen mag de functionaliteit van de Groene Mal niet verloren gaan. Wanneer deze wel aangetast wordt, is compensatie elders nodig.
De Deventerstraat en de Laan van Zevenhuizen worden in de Groene Mal aangemerkt als een van de lanen die de entree en het visitekaartje van Apeldoorn vormen. Op enkele plaatsen, zoals langs de Deventerstraat, ontbreekt de gewenste groene uitstraling. Daarom is de Deventerstraat als een van de 'Projecten lanenstructuur (14)' op de afbeelding weergegeven.

2.3.5 Strategische economische beleidsvisie Apeldoorn 2000 - 2020

In dit document staan de belangrijkste uitgangspunten en ambities voor het economische beleid van Apeldoorn tot 2020. Voor verschillende economische sectoren zijn gedetailleerde uitvoeringsplannen gemaakt. Als ambitie kiest Apeldoorn voor verdere economische ontwikkeling. Speerpunten zijn:

  • een evenwichtige economische basis behouden;
  • de productiestructuur verbreden (clusterspecialisatie);
  • de kwaliteit van toerisme en recreatie verbeteren;
  • de binnenstad en vier wijkcentra versterken;
  • de plattelandseconomie verstevigen.

Voor het realiseren van de speerpunten voert de gemeente concrete activiteiten en projecten uit op verschillende economische terreinen: kantoren en bedrijven, wijkeconomie, zorgsector, detailhandel en horeca, plattelandsontwikkeling en - economie, arbeidsmarkt en relatiebeheer.
Voor bedrijventerrein Sleutelbloemstraat e.o. wordt in het kader van de herstructurering van de Kanaalzone gezocht naar ruimte voor nieuwe woon-/werkmilieus. In het voorliggende bestemmingsplan wordt daar vooralsnog nog geen rekening mee gehouden.

2.3.6 Detailhandelsbeleid

In 2003 is de Detailhandelsvisie 'Een boodschap voor iedereen' vastgesteld. Centrale doelstelling van de detailhandelsvisie is te komen tot een sterke en evenwichtige detailhandelsstructuur, zowel vanuit het oogpunt van de consument (het verzorgingsniveau) als vanuit de optiek van het bedrijfsleven (het economische functioneren). Inzet van de visie is behoud van de fijnmazige winkelstructuur door middel van buurt en wijkverzorgende winkelcentra. Versnippering van winkelfuncties wordt onwenselijk geacht.

Relevant voor het gebied Sleutelbloemstraat en omgeving is het in 2010 door de gemeenteraad vastgestelde beleid voor volumineuze detailhandel (PDV/GDV). Dit beleid ('Perifere en grootschalige detailhandel gemeente Apeldoorn, herijking van beleid') gaat uit van concentratie van deze vormen van detailhandel in twee zones: de Voorwaarts en de Europaweg. De huidige clusters in de Kanaalzone (Kanaal-Zuid en –Noord) zouden op termijn moeten worden afgebouwd. Dit betekent dat het beleid niet gericht is op versterking van het PDV-cluster in Sleutelbloemstraat en omgeving.

Huidige functies kunnen worden gehandhaafd, maar het geniet de voorkeur ze op termijn te verplaatsen naar de genoemde clusters. Dit wordt niet afgedwongen maar moet op een natuurlijke manier gebeuren. Dit betekent dat terughoudend wordt omgegaan met eventuele uitbreidingswensen van zittende winkeliers in de Kanaalzone. Eventueel detailhandel gerelateerde voorzieningen zouden uitsluitend met een specifieke maatbestemming gevestigd worden.

2.3.7 Verkeersbeleid

Het gemeentelijk verkeersbeleid is vastgelegd in de Verkeersvisie 2010 – 2020 (vastgesteld juli 2009). Hierin heeft de gemeente een aantal doelen vastgesteld. De gemeente wil verkeersveiligheid, bereikbaarheid en leefbaarheid behouden en liefst nog vergroten. Enerzijds zijn dit doelen uitgedrukt in cijfers, anderzijds zijn dit doelen in de vorm van ervaringen van bewoners en gebruikers. De gemeente faciliteert alle vervoerswijzen en probeert de kennis van de reiziger over de verschillende mogelijkheden te vergroten. Het autoverkeer wordt gebundeld op hoofdwegen. De hoofdwegen verbinden stadsdelen met elkaar, met de snelwegen en met de rest van de wereld. Woongebieden worden ingericht als verblijfsgebieden, met een maximum snelheid van 30 km/h. Daar moet de overlast van autoverkeer zoveel mogelijk worden beperkt.

Op het gebied van verkeersveiligheid wordt ingezet op een reductie van 35% van het aantal ongevallen in 2020 ten opzichte van 2002. Om dit doel te bereiken wordt ingezet op het veiliger maken van de infrastructuur veilig en herkenbaar) en gedragsbeïnvloeding van de verkeersdeelnemers.

De gemeente streeft goede voetgangersvoorzieningen na. Bij het station en in de binnenstad worden speciale veilige voorzieningen voor voetgangers aangeboden. Op andere plaatsen wordt een basisniveau aan voorzieningen aangeboden.
De gemeente blijft inzetten op goede fietsenstallingen en fietsdoorstroomassen: snelle aantrekkelijke fietsroutes, waar je als fietser snel, comfortabel en veilig kunt fietsen.

Ten aanzien van het openbaar vervoer wordt gesteld dat alle inwoners van Apeldoorn gebruik moeten kunnen maken van het openbaar vervoer. De bus speelt hierin een belangrijke rol. De bussen sluiten aan op de treinen van de Nederlandse spoorwegen. De taxibus wordt ingezet als aanvulling op de behoeften van de gebruiker.

Binnen de hoofdwegen worden drie categorieën onderscheiden: de Ring, radialen en de centrumring en de overige hoofdwegen. Daarnaast zij er de verblijfsgebieden.
De Ring is de belangrijkste verdeler van het verkeer in de stad. Het autoverkeer krijgt hier de hoogste prioriteit. De radialen en de centrumring hebben als doel het bieden van een snelle route naar en om het centrum heen, met name om de parkeergarages snel te kunnen bereiken en verlaten. In verblijfsgebieden wordt voornamelijk gewoond. Gemengde functies hebben hier een plek: verkeer, spelende kinderen, fietser en voetgangers.

De parkeernormen zijn vastgesteld in de parkeernota (geactualiseerd oktober 2004). De gemeente stelt geen maximum aan het aantal parkeerplaatsen bij woningen, de parkeernorm geeft aan wat in ieder geval aangelegd moet worden. Op bedrijventerreinen wordt de parkeernorm gehanteerd als minimum norm, met een maximaal toegestane overschrijding van 10%.

2.3.8 Gemeentelijk Waterplan Apeldoorn

Om te anticiperen op (beleids)ontwikkelingen en om de leefkwaliteit van de stad te vergroten heeft Apeldoorn gezamenlijk met het waterschap Veluwe en Vitens in 2005 een gemeentelijk Waterplan opgesteld. Het Waterplan is door de gemeenteraad vastgesteld en gekozen is voor het ambitieniveau Actief Duurzamer. De hoofdlijnen van het waterplan zijn:

  • Afkoppelen en bergen
    Bij herontwikkeling, herinrichting en herstructurering zal het verhard oppervlak in het stedelijk gebied zoveel mogelijk afgekoppeld worden om het watersysteem op orde te krijgen. Ten westen van het Apeldoorns Kanaal wordt het regenwater in de bodem geïnfiltreerd of zoveel mogelijk vastgehouden in een groenzone naast iedere beek. Deze zones richten de gemeente en het waterschap in voor waterberging waar dat maar mogelijk is. Ten oosten van het kanaal wordt het regenwater in de vijvers geborgen.
  • Herstel van beken en sprengen
    Gemeente en waterschap herstellen het beken- en sprengensysteem in het stedelijk gebied van de stad en de dorpen. De naast de beek liggende waterbergingen krijgen een recreatieve functie voor wandelaars en fietsers. Gemeente en waterschap gaan samen de cultuurhistorische waarde van de beken herstellen en de hoge natuurwaarden beschermen. Het sprengenwater wordt verzameld in de beek de Grift en kan ten noorden van Apeldoorn geïnfiltreerd worden op de Veluwe voor drinkwaterbereiding.
  • Saneren verontreinigd diep grondwater
    Het verontreinigde grondwater wil de gemeente saneren en beheersen. Het beheersen wil zij doen door grondwater dat vrijkomt bij het bestrijden van wateroverlast aan te wenden voor duurzame energie. Bijvoorbeeld door het water te gebruiken bij koude/warmteopslag of –onttrekking. Vervolgens gaat het water naar de beken, daarna naar het kanaal en tot slot is het bestemd voor de infiltratie voor de drinkwaterbereiding bij Vitens.
  • Saneren verontreinigde waterbodems
    Een deel van de watergangen en vijvers is verontreinigd met bagger. De waterdiepte en waterkwaliteit worden hierdoor nadelig beïnvloed. De komende jaren tot 2012 wordt deze baggerlaag gesaneerd. Het waterschap voert het werk uit en werkt hierbij samen met de gemeente.
2.3.9 Gemeentelijk Rioleringsplan Apeldoorn

In het Gemeentelijk Rioleringsplan 2006 – 2010 (GRP), dat in 2005 door de gemeenteraad vastgesteld, is aangegeven hoe de gemeente Apeldoorn voor de planperiode het beheer en onderhoud van de riolering vormgeeft. Naast de reguliere onderhouds- en vervangingsopgave vanuit de Wet milieubeheer is het ambitieniveau Actief Duurzamer uit het Waterplan uitgangspunt voor het beleid. In het GRP is aangegeven welke maatregelen worden uitgevoerd, wat de kosten zijn en hoe de kosten gedekt worden.
Voor de planperiode van het GRP zijn de volgende maatregelen voorzien:

  • afkoppelen regenwater bij herstructurering;
  • afkoppelen regenwater autonoom (bij voorbeeld bij rioolvervangingen);
  • voldoende waterberging in beekzones en afvoer via beken;
  • maatregelen voortvloeiend uit de basisinspanning en het waterkwaliteitsspoor;
  • baggeren van vervuilde waterbodems;
  • inlopen achterstand vervanging riolering.
2.3.10 Beleidsnota hoogbouw

In oktober 2008 is de beleidsnota hoogbouw 'Ruimte door hoogbouw' vastgesteld. Deze nota geeft de koers aan voor hoogbouw in Apeldoorn. De nota heeft alleen betrekking op gebouwen hoger dan 25 m in het stedelijk gebied van Apeldoorn.

In het hoogbouwbeleid speelt de Grote Lijn een centrale rol. De Grote Lijn loopt langs het Apeldoorns Kanaal en vanaf het Apeldoorns Kanaal langs de spoorlijn naar het westen. In deze zone is hoogbouw vanuit stedenbouwkundig perspectief zonder meer verantwoord, mits landschappelijk juist geplaatst en passend bij de karakteristiek van de omgeving.
Buiten de Grote Lijn is ook hoogbouw mogelijk, maar dat vraagt om maatwerk en inpassing in de bestaande structuur. Hier wordt hoogbouw alleen op basis van een concreet initiatief afgewogen. Een hoogte van 70 m geldt buiten de Grote Lijn als maximum.

Na een positieve stedenbouwkundige conclusie wordt ieder hoogbouw-initiatief getoetst aan een Hoogbouw Effect Rapportage. Deze toetsing is gericht op het minimaliseren van hinder door het gebouw zelf en het gebruik van gebouw en omgeving.

2.3.11 Nota I-cultuur

De nota I-cultuur is door de gemeenteraad vastgesteld op 16 februari 2006. Kern van de nota is dat cultuurhistorie van essentieel belang is voor de identiteit van Apeldoorn. De bestaande kwaliteiten van de woonwijken, de binnenstad, de dorpen en het afwisselende buitengebied gelden als leidraad voor nieuwe ontwikkelingen. Cultuurhistorie levert bouwstenen aan om ruimtelijke projecten mogelijk te maken met behoud van identiteit. Hiervoor wordt een cultuurhistorische analyse van een gebied gemaakt. Daarmee ontstaat inzicht in de aanwezige (boven- en ondergrondse) cultuurhistorische waarden.
Naast het vastleggen van kennis over landschap, geomorfologie, stedenbouw, archeologie en architectuur geeft de analyse aanbevelingen over de inzet van deze waarden in nieuwe ontwikkelingen. Bij deze nota horen een archeologische en cultuurhistorische beleidskaart.

Archeologische beleidskaart
De archeologische beleidskaart doet op perceelsniveau een uitspraak over de trefkans van archeologische resten. De trefkans kent drie gradaties:

  • Hoge trefkans:
    bij ruimtelijke ontwikkelingen is archeologisch onderzoek verplicht. Gestreefd wordt naar behoud van archeologische waarden.
  • Gemiddelde trefkans:
    bij ruimtelijke ontwikkelingen is archeologisch bureauonderzoek verplicht, afhankelijk van de uitkomsten kan veldonderzoek verplicht worden. Gestreefd wordt naar behoud van archeologische waarden.
  • Lage trefkans:
    bij ruimtelijke ontwikkelingen is een archeologische quick-scan vereist, afhankelijk van de resultaten wordt vervolgonderzoek aanbevolen. Behoud van archeologische waarden wordt aanbevolen.

Cultuurhistorische beleidskaart
Op de cultuurhistorische beleidskaart staat de mate waarin de cultuurhistorische waarden een rol zullen spelen bij ruimtelijke plannen. De attentiewaarde kent drie gradaties:

  • Hoge attentiewaarde:
    bij ruimtelijke ontwikkelingen is cultuurhistorisch onderzoek verplicht. Gestreefd wordt naar behoud, herstel en versterking van de cultuurhistorische waarden.
  • Gemiddelde attentiewaarde:
    bij ruimtelijke ontwikkelingen is cultuurhistorisch bureauonderzoek verplicht. Gestreefd wordt naar behoud, herstel en versterking van de cultuurhistorische waarden.
  • Lage attentiewaarde:
    bij ruimtelijke ontwikkelingen is een cultuurhistorische quick-scan naar objecten verplicht. Aanbevolen wordt om cultuurhistorische waarden te behouden, herstellen en te versterken.

In de nota is vastgelegd dat gebieden met de hoogste cultuurhistorische waarden in het bestemmingsplan een beschermende regeling krijgen.

2.3.12 Welstandsbeleid

Artikel 12a van de Woningwet verplicht alle gemeenten om een welstandsnota vast te stellen. Die welstandsnota moet, in de vorm van beleidsregels, criteria bevatten voor de welstandstoetsing.
Om te voldoen aan deze verplichting heeft de gemeenteraad in juli 2004 de kadernota 'Over welstand geschreven' vastgesteld. De nota geeft de kaders voor het welstandsbeleid. Hiermee worden bouwplannen getoetst aan redelijke eisen van welstand, om de fraaie leefomgeving in de stad te behouden en te versterken.

In deze nota wordt voor ieder perceel in Apeldoorn één welstandsthema en één welstandsniveau aangewezen. Het niveau geeft aan hoeveel welstandsaandacht de gemeente aan een gebied geeft, waarbij de niveaus variëren van zwaar tot welstandsvrij. Het thema wordt bepaald door de bouwstijl of bouwperiode van de bebouwing. In het bestemmingsplan wordt het specifieke karakter van het gebied geregeld voor zover dit gaat om bebouwingsregels en gebruik. Het welstandsbeleid is hierop aanvullend en heeft betrekking op situering, massa en vorm, gevelkarakteristiek en detaillering, kleur en materiaalgebruik.