direct naar inhoud van 2.2 Provinciaal beleid
Plan: Sleutelbloemstraat en omgeving
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1103-vas1

2.2 Provinciaal beleid

2.2.1 Streekplan Gelderland

De provincie Gelderland heeft haar integrale ruimtelijk beleid vastgelegd in het Streekplan Gelderland 2005. Hoofddoel van het streekplanbeleid is het scheppen van ruimte voor de verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak. Om krachtige steden en vitale regio's te bevorderen zijn de belangrijkste uitgangspunten "bundeling van verstedelijking aan/nabij infrastructuur" en het "organiseren in stedelijke netwerken". Bundelingsbeleid is een centraal uitgangspunt voor de wijze waarop in het Gelders ruimtelijk beleid wordt omgegaan met verstedelijking.

Doelen die als uitwerking van de hoofddoelstelling worden gehanteerd zijn onder andere:

  • sterke stedelijke netwerken en regionale centra bevorderen,
  • versterken van de economische kracht en de concurrentiepositie van Gelderland,
  • de waardevolle landschappen verbeteren en de Ecologische Hoofd Structuur (EHS) realiseren,
  • een gezonde en veilige milieu(basis)kwaliteit bewerkstelligen,
  • met ruimtelijk beleid bijdragen aan de verbetering van de bereikbaarheid van en in de provincie.

De provinciale ruimtelijke hoofdstructuur is tweeledig. Een deel dat betrekking heeft op de hoogdynamische functies en een deel dat betrekking heeft op functies en kwaliteiten die afhankelijk zijn van een lage ruimtelijke dynamiek. Het deel waar hoogdynamische functies aanwezig zijn wordt gekenmerkt als het rode raamwerk. De gebieden waar laagdynamische functies zijn geconcentreerd, als het groenblauwe raamwerk. De verdere uitwerking van het ruimtelijk beleid is gebaseerd op deze tweedeling. Brouwersmolen maakt deel uit van het rode raamwerk Stedendriehoek. In het streekplan wordt Apeldoorn-Kanaalzone aangemerkt als een stedelijk transformatiegebied.

Regiospecifiek beleid: de Stedendriehoek
Om de afstemming met regionale ontwikkelingen te optimaliseren is het streekplan mede gebaseerd op regionale structuurvisies die zijn aangeleverd door de Gelderse regio's. Voor de regio Stedendriehoek refereert het streekplan dan ook sterk aan de structuurvisie Ruimtelijk structuurbeeld 2030 stedelijk netwerk Stedendriehoek.

Voor het versterken van het regionaal stedelijk netwerk Stedendriehoek is bundeling het leidend principe. Dit houdt in dat het regionale programma voor wonen, werken en voorzieningen zoveel mogelijk gebundeld moet worden gerealiseerd binnen het stedelijk netwerk. De regio Stedendriehoek kiest voor verdere herstructurering en intensivering van bestaand stedelijk gebied.

Aangezien het voorliggende bestemmingsplan in eerste de actuele situatie vastlegt, past dit plan binnen het beleid van de provincie.

2.2.2 Structuurvisie bedrijventerreinen en werklocaties

In juni 2010 is de Structuurvisie bedrijventerreinen en werklocaties vastgesteld. De visie bevat nieuw beleid voor bedrijventerreinen en geeft weer hoe de uitvoering daarvan tot stand moet komen. Filosofie van de visie is dat eerst optimaal gebruik wordt gemaakt van bestaande bedrijventerreinen voordat er nieuwe worden ontwikkeld. Hierbij wordt de SER-ladder gehanteerd. De hoofddoelstelling van deze structuurvisie is tweeledig:

  • een voldoende aanbod aan terreinen van een goede kwaliteit die aansluit op de vraag van bedrijven.
  • een zorgvuldig gebruik van de ruimte en bedrijventerreinen die energiezuinig en klimaatbestendig zijn.

Aandacht wordt gevraagd voor kwalitatieve aspecten als een goede ruimtelijke inpassing, een zorgvuldige vormgeving, een goede bereikbaarheid en een duurzame inrichting. Belangrijk doel is het komen tot een zorgvuldig ruimtegebruik en het tegengaan van verrommeling. Inbreiding wordt voor uitbreiding gesteld. Meervoudig ruimtegebruik en intensivering moeten leiden tot een zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik.

Bij nieuwe bestemmingsplannen is het mogelijk voor bestaande bedrijventerreinen een beeldkwaliteitplan op te stellen. In een beeldkwaliteitplan kan worden aangegeven op welke wijze er invulling is gegeven aan zorgvuldig ruimtegebruik en functiemenging, stedenbouwkundige structuur en landschappelijke inpassing, vormgeving en architectuur en de balans tussen economie en ruimtelijke kwaliteit.
Parkmanagement wordt gestimuleerd om de ruimtelijke kwaliteit op bedrijventerreinen te waarborgen.

Voor bestaande bedrijventerreinen wordt een kwaliteitsimpuls voorgestaan wat betreft de bestaande OV-ontsluiting of andere vormen van vervoer in het kader van mobliteitsmanagement.
Het beleid wordt nog verder vormgegeven en uitgewerkt per regio in een Regionaal Programma Bedrijventerreinen. Deze RPB's zijn een vervolg op het Economisch Programmerings- en Ontwikkelingsdocument Bedrijventerreinen (EPO).

2.2.3 Ruimtelijke Verordening Gelderland

Op grond van artikel 4.1 Wro kunnen, indien provinciale belangen dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maken, bij of krachtens provinciale verordening regels worden gesteld omtrent de inhoud van bestemmingsplannen en omtrent de daarbij behorende toelichting.

Op 15 december 2010 hebben provinciale staten van Gelderland de Ruimtelijke Verordening Gelderland vastgesteld. In de toelichting hebben provinciale staten aangegeven wat de strekking van de verordening is. "In deze verordening zijn regelingen opgenomen waarvan Provinciale Staten van mening zijn dat de provincie verantwoordelijk is voor de doorwerking daarvan. De verordening vormt een beleidsneutrale vertaling van reeds vastgesteld ruimtelijk beleid. Dit betekent dat deze verordening geen beleidswijzigingen bevat. Onder de Wro heeft de provincie geen bemoeienis meer met lokale belangen. Gemeenten worden nu vrij gelaten de lokale aspecten naar eigen inzicht te regelen. Daarnaast zijn regelingen opgenomen die naar de mening van het Rijk door de provincies nader moeten, dan wel kunnen worden uitgewerkt in een provinciale verordening. Dit vloeit voort uit de AMvB Ruimte."

In de Verordening geven provinciale staten regels voor het al dan niet toegestaan zijn van het opnemen van nieuwe ontwikkelingen in bestemmingsplannen. Voor beheergerichte bestemmingsplannen, zoals het onderhavige, regelt de Verordening niets.
Op dit moment ligt de eerste herziening van de Ruimtelijke verordening ter inzage.

2.2.4 Ontwikkelingsvisie Apeldoorns Kanaal (2000)

In opdracht van de provincie is in 2000 een Ontwikkelingsvisie opgesteld voor het Apeldoorns Kanaal. Het doel daarvan is om een integrale ruimtelijke visie voorhanden te hebben op de functionele ontwikkelingsmogelijkheden van het kanaal en de aan- grenzende kanaal zone. De visie is een richtinggevend kader voor de betrokken partij- en.
De thema´s ´levend monument´ en ´kracht van water´ zijn leidend in de visie. Het eerste heeft betrekking op de cultuurhistorische waarde en identiteit en het tweede op een schoon watersysteem dat ruimte biedt voor realisatie van meerdere maatschappelijke wensen en functies.