direct naar inhoud van 5.3 Waterhuishouding
Plan: Groot Zonnehoeve
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1098-onh1

5.3 Waterhuishouding

5.3.1 Bestaande waterhuishouding

Om waterbeheer en ruimtelijke ordening goed op elkaar af te stemmen is de watertoets ontwikkeld. Door middel van deze watertoets, die sinds 1 november 2003 verplicht is gesteld in het Besluit op de ruimtelijke ordening, moet duidelijkheid worden geboden welke randvoorwaarden gelden voor ruimtelijke en/of stedenbouwkundige aanpassingen ten opzichte van het oppervlakte- en grondwater in het plangebied en omgeving.

De gemeente heeft onderzoek en plannen voor de watergerelateerde zaken aanvankelijk in één document vastgelegd: de Facetnota Water. Om het effect op de waterhuishouding in ruimer verband te kunnen bekijken is de ontwikkeling van dit plangebied meegenomen bij de ontwikkeling van De Voorwaarts, ten westen van het plangebied. Bij de beschrijving van het plangebied worden De Voorwaarts, Zonnehoeve en Schuylenburg als één gebied beschouwd. Het interessegebied wordt daarmee begrensd door de spoorlijn Apeldoorn – Zutphen in het zuiden, de A50 in het oosten en de Zutphensestraat in het noorden. De Facetnota Water vormt het waterhuishoudkundige ontwerp- en toetsingskader voor de ontwikkeling van de deelgebieden De Voorwaarts, Zonnehoeve en Schuylenburg.

De Facetnota is in nauw overleg tussen Waterschap Veluwe en de gemeente tot stand gekomen. Op deze manier wordt beoogd dat specifieke eisen vanuit beide organisaties op een goede wijze in het ontwerp worden verwerkt, en dat er tevens een globaal inrichtingsplan komt te liggen waaraan beide partijen zich zonder meer kunnen conformeren.

De inhoud van de Facetnota is in het navolgende kort beschreven.

Grondwatersysteem

Het watersysteem van De Voorwaarts, Schuylenburg en Zonnehoeve functioneert grotendeels separaat van de omliggende lokale systemen (met name de gedraineerde wijk De Maten) en het grotere regionale systeem. Vergelijk tussen de freatische grondwaterstand en de stijghoogte onder de eerste leemlaag geeft aan dat er overwegend infiltratie van overtollig regenwater naar de ondergrond plaatsvindt. Alleen bij lage freatische grondwaterstanden ontstaat een opwaartse grondwaterstroming. Het gebied wordt daarmee als intermediair aangeduid.

Het ontbreken van oppervlaktewater binnen het gebied leidt tot de conclusie dat het waterbezwaar grotendeels ondergronds via het freatische pakket in noordwestelijke richting wordt afgevoerd. Hier wordt het systeem doorsneden door de bermsloten van de Rijksweg A50.

Waterhuishouding

De belangrijkste watergang betreft de watergang langs de Woudhuizermark die in oostwaartse richting afstroomt. Dit is een forse watergang die met name een transporterende functie om water uit de wijk De Maten af te voeren heeft en die ogenschijnlijk geen deel uitmaakt van het hydrologische systeem ter plekke. Het peil in de watergang wordt gestuwd op een hoogte van 6,70 m + NAP. De stuw staat ter hoogte van de Zutphensestraat tussen de rijkswegen A1 en A50. Net ten oosten van de A50 bevindt zich een drempel met een hoogte van 6,62 m + NAP die met name het uitzakken van het peil in drogere periodes moet tegengaan. Bij bestudering van het verloop van de grondwaterstand moet geconcludeerd worden dat de Woudhuizermark wel degelijk een invloed uitoefent op de directe omgeving en een drainerende werking hierop heeft.

Ten noorden van Schuylenburg ligt een sloot langs de Zutphensestraat die in beheer is bij de gemeente. Dit is een relatief kleine sloot met beperkte afvoercapaciteit. De sloot verzorgt de afwatering van Schuylenburg en de Zutphensestraat. De bermsloot langs de Laan van Erica loost eveneens op deze watergang. De sloot langs de Zutphensestraat loopt in oostelijke richting door tot aan de A50 en buigt daar af naar het zuiden, om daar op de Woudhuizermark te lozen.

5.3.2 Nieuwe waterhuishoudkundige maatregelen

De afvoer van regenwater zal zoveel mogelijk zichtbaar worden gemaakt door middel van open molgoten. Er zal geen infiltratie in de bermen plaatsvinden, maar al het water wordt via molgoten naar twee centrale wadi's geleid. Afhankelijk van de capaciteit zal dit water via een bodempassage (bovengronds in de vorm van wadi's of ondergronds in de vorm van infiltratie en transportleidingen) worden afgevoerd naar open water.

Op het terrein van Schuylenburg zal de watersituatie niet drastisch veranderen. Er wordt afgewaterd op de sloot langs de Zutphensestraat. Bij de verdubbeling van de Zutphensestraat is voorzien in de vervanging van deze sloot door een infiltratieriool.

Bij de woningen in Zonnehoeve wordt het regenwater van de daken bovengronds afgekoppeld. Het kan vervolgens op eigen terrein worden geïnfiltreerd of worden afgevoerd door een goot naar de openbare weg. Aldaar wordt het hemelwater opgevangen door een bovengronds systeem van goten. Deze goten verzamelen het water naar de lanen die het vervolgens afvoeren naar de wadi.

De systemen die samenhangen met de afvoer van het hemelwater vormen bijzondere elementen in de openbare ruimte. Belangrijk detail hierin zijn de overgangselementen van privé naar openbaar en van formele goot naar de wadi. Ook de kruisingen van langzaam-verkeersroutes met de wadi zijn aanleiding voor vormgeving van bijzondere elementen in het groen.

De wadi zelf komt in het park en bestaat uit een lager gedeelte in het terrein dat voldoende water kan bergen. Onder de bodem van de wadi ligt een waterdoorlatende afvoerbuis die ervoor zorgt dat het grondwater niet hoger dan 1,20 meter onder maaiveld zal komen. Dit systeem zorgt er voor dat er alleen water in de wadi zal staan na een regenbui, waarna het in de grond zal zakken.

Normaal gesproken duurt dat proces, bij een goed functionerende wadi, hooguit een paar dagen. De wadi infiltreert zoveel water als de grond kan verwerken en voert het restant af naar de Barnewinkel, waar een sloot het water doorvoert naar de watergang langs de Woudhuizermark.

In de zuidoosthoek van Zonnehoeve zal een gedeelte van de wijk in zuidelijke richting afwateren, alwaar een kleine wadi het water infiltreert of afvoert naar de sloot langs de Woudhuizermark.

Omdat het water maar beperkt zichtbaar zal zijn en de grond niet veel drassiger dan de omgeving zal er nauwelijks water te zien zijn.


De basisprincipes die zijn vastgelegd in de Facetnota Water zijn door de gemeente Apeldoorn uitgewerkt in een ontwerp voor de waterhuishouding en de riolering. Dit ontwerp is opgenomen in bijlage 12 van de Bijlagen bij de toelichting. De verschillende waterhuishoudkundige elementen zijn hierin nader gedimensioneerd. Enkele belangrijke conclusies uit dit onderzoek zijn:

  • De centrale wadi was in eerste instantie te klein en is op basis hiervan verruimd.
  • In Villahoeve wordt het particuliere oppervlak op eigen terrein geïnfiltreerd.
  • Op een aantal plekken moet worden opgehoogd om voldoende ontwatering te krijgen. Er wordt echter niet opgehoogd enkel om oppervlakkige afwatering mogelijk te maken omdat dat niet duurzaam is.

Waterschap Veluwe is en wordt geïnformeerd over deze en verdere ontwikkelingen en uitwerkingen.

5.3.3 Watertoets - overleg met Waterschap Veluwe

Het concept van het voorontwerp-bestemmingsplan is aan het Waterschap Veluwe toegezonden. Het waterschap had de volgende opmerkingen.

Reactie Waterschap

  • a. In de beschrijving van het Beleidskader Water is het aspect grondwater enigszins onderbelicht: het uitgangspunt dat ontwikkelingen grondwaterneutraal zullen plaatsvinden wordt niet aangegeven. Voorgesteld wordt dat alsnog te doen, waarbij grondwaterneutraal betekent dat er geen permanente drainage en afvoer van grondwater uit het plangebied zal plaatsvinden.
  • b. In het concept wordt aangegeven dat het lokale watersysteem separaat functioneert. De aanwezigheid van leemlagen is daarvoor de verklaring. Tevens wordt aangegeven dat periodiek sprake is van een opwaartse stroming van het grondwater die wordt tegengehouden door de genoemde leemlagen. Wanneer die leemlagen worden doorbroken wordt de opwaartse stroming van het grondwater niet langer tegengehouden en zal de grondwaterstand omhoog gaan. Dit kan een aantal gevolgen hebben: de "natuurlijke" ontwateringsdiepte waarmee in het stedenbouwkundig plan rekening werd gehouden wordt niet meer gehaald (gevolg: overlast); er moet achteraf alsnog permanent gedraineerd worden om de gewenste ontwateringsdiepte te realiseren, hetgeen ongewenst is; het teveel aan grondwater moet ergens naar toe, hetgeen kan conflicteren met het begrip "grondwaterneutraal ontwikkelen".
    Om dit te voorkomen moet de aanwezige leemlaag zoveel mogelijk intact blijven. Waar de laag wordt doorbroken moet deze zodanig worden afgedicht dat het onderliggende grondwaterpakket niet kan uitkwellen.
  • c. Om te kunnen beoordelen of wordt voldaan aan de eisen van het waterschap aan de hoeveelheid water dat uit het plangebied wordt afgevoerd en aan de inrichting van de watergangen die in beheer en onderhoud komen bij het waterschap wil het waterschap graag een gedetailleerd inrichtingsontwerp toegezonden krijgen.
  • d. In het concept staat dat er een transportriool ligt langs de oostzijde van de Laan van Erica. Is dit een gemeentelijk transportriool?

Beantwoording

  • a. Het onderwerp grondwaterneutraal ontwikkelen is aan de beschrijving toegevoegd. Daarbij wordt opgemerkt dat de gemeente Apeldoorn het begrip grondwaterneutraal enigszins anders hanteert: grondwaterneutraal ontwikkelen wil zeggen dat bij een ontwikkeling geen ingrepen worden gepleegd die er toe leiden dat er meer water uit het gebied wordt afgevoerd dan voorheen het geval was.
  • b. Het is nog niet helemaal duidelijk wat voor soort leemlaag het hier betreft. Gezien de ervaringen in Woudhuis wordt verwacht dat het schollen van klei en leem zijn en dus niet één grote leemlaag. Als schollen worden doorbroken heeft dat niet tot gevolg dat de grondwaterstand stijgt. Er worden dan ook geen problemen verwacht. Uiteraard zal goed gecontroleerd worden of die verwachting terecht is en zal, zodra toch blijkt dat de grondwaterstand stijgt, worden ingegrepen.
    Aanvulling 2011: In het gebied zijn al diverse deellocaties ontwikkeld. Hierdoor is meer inzicht verkregen in de problematiek rondom de storende leemlagen. Op sommige plekken kan hemelwater door de storende leemlagen maar heel langzaam wegzakken en heeft dit zeer lokaal inderdaad tot enkele problemen geleid. Het lijkt er echter niet op dat er grote gebiedsafdekkende leemlagen voorkomen. De lokale problemen konden dan ook eenvoudig worden opgelost door het afvoeren van dit hangwater naar de centrale wadi of naar de ondergrond. Dit zijn oplossingen die niet strijdig zijn met het principe van grondwaterneutraal ontwikkelen.
  • c. Zodra er een gedetailleerd inrichtingsontwerp is, zal dat aan het waterschap worden toegezonden en vervolgens met het waterschap worden besproken.
    Aanvulling 2011: dit is inmiddels gebeurd, zie ook paragraaf 5.3.2.
  • d. Dit is inderdaad een gemeentelijk transportriool.